Voorgesteld 10 december 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat zowel de Raad van State als het CPB zich zeer kritisch heeft uitgelaten over de vraag of de beoogde doelen van de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar wel worden gehaald;
constaterende, dat er voor deze verhoging onvoldoende draagvlak is in de samenleving;
constaterende, dat deze maatregel nog te veel losse eindjes bevat en het flankerend beleid nog dient te worden ingevuld;
overwegende, dat met deze maatregel de eenvoud en het gelijkheidsbeginsel van de AOW als volksverzekering worden ondermijnd;
verzoekt de regering af te zien van de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bosma
Tony van Dijck