Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 16 november 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat tijdelijke natuur een positieve bijdrage kan leveren aan de ontwikkelingskansen van (zeldzame) plant- en diersoorten;
van mening, dat bij verwijdering van tijdelijke natuur het leven en welzijn van individuele dieren gerespecteerd dienen te worden;
verzoekt de regering in de ontheffing voorwaarden ten aanzien van de initiatiefnemer op te nemen om:
– een inspanning te leveren om na bestemmingsrealisatie natuur aanwezig te laten zijn;
– indien dieren niet op het terrein kunnen blijven, de dieren te verplaatsen in plaats van te doden, of de dieren de mogelijkheid te geven het terrein te verlaten door bijvoorbeeld een tijdelijke groenstrook te creëren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand