Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2010
Hierbij zend ik u het overzicht van de «Totale Onderzoek Financiering 2008–2014», het overzicht van de (voorgenomen) uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling van de verschillende departementen. Het overzicht bevat ook gedetailleerde cijfers op artikelniveau. Het TOF-overzicht sluit aan bij de departementale begrotingen voor het jaar 2010, zoals deze op Prinsjesdag 2009 zijn gepubliceerd.
Overzicht Totale Onderzoek Financiering (TOF) 2008–2014
Het – jaarlijkse – overzicht Totale Onderzoek Financiering (TOF) geeft het budgettaire kader weer voor de R&D-uitgaven van de verschillende ministeries. Het voorliggende overzicht 2008–2014 is gebaseerd op de opgaven van de verschillende ministeries op basis van de begrotingen 2010.
Geen onderdeel van het TOF-overzicht zijn de middelen voor de WBSO, die voor 2010 een omvang hebben van maximaal 692 miljoen euro1. Deze WBSO-gelden zijn niet in het totaalplaatje opgenomen, omdat het niet om directe uitgaven gaat en het internationaal (nog) geen gebruik is om deze fiscale middelen in de R&D-overzichten op te nemen2. Om toch te laten zien wat het belang is van de WBSO, zijn in tabel 1 de bedragen voor de WBSO voor de gehele periode apart opgenomen.
In dit TOF-overzicht zijn de in het Coalitieakkoord van 2007 voorziene middelen voor onderzoek en de FES-middelen opgenomen, voor zover daarover inmiddels besluitvorming heeft plaatsgevonden en de middelen zijn overgeboekt naar de departementale begrotingen.
Artikel 13 van de begrotingsstaat van het FES voor het jaar 2010, onderdeel van de Miljoenennota 2009, geeft een indicatie van de FES-projecten die in voorbereiding zijn. De middelen voor deze projecten zijn echter nog niet naar de begrotingen van de departementen overgeboekt. Deze maken daarom nog geen onderdeel uit van het TOF-overzicht, maar worden de komende jaren onderdeel van de voorgenomen R&D-inspanningen van de departementen. Omdat de posten breder zijn gedefinieerd dan «onderzoek» (namelijk als «kennis en innovatie») is nu nog niet aan te geven hoeveel middelen het betreft. Ook via de pijlers 2 en 3 komen de komende jaren voor onderzoek nieuwe middelen beschikbaar, maar het is nog niet duidelijk om welke bedragen het gaat.
• De R&D-uitgaven per departement
Tabel 1 bevat voor de periode 2008–2014 de gegevens over de R&D-uitgaven per departement. De cijfers voor 2008 zijn de realisatiecijfers, die voor 2009 de vastgestelde begrotingscijfers, die voor 2010 de cijfers van de ontwerpbegroting en de cijfers voor de jaren 2011–2014 betreffen de meerjarenramingen.
Tabel 1: TOF-cijfers per departement (op kasbasis), in miljoenen euro’s (bruto-uitgaven)
Departement | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Algemene Zaken | 0,6 | 0,8 | 0,8 | 0,8 | 0,7 | 0,6 | 0,6 |
Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking | 89,5 | 105,9 | 107,0 | 103,8 | 92,7 | 92,7 | 92,7 |
Justitie | 21,9 | 24,7 | 24,5 | 24,3 | 24,5 | 24,4 | 24,3 |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 1,3 | 5,1 | 6,6 | 6,6 | 6,6 | 6,6 | 6,6 |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 2 826,9 | 3 030,5 | 3 120,1 | 3 007,1 | 3 027,3 | 3 038,1 | 3 059,6 |
Defensie | 79,0 | 81,6 | 74,0 | 67,1 | 62,2 | 58,0 | 57,7 |
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | 82,8 | 90,6 | 68,3 | 65,3 | 64,2 | 52,9 | 56,1 |
Verkeer en Waterstaat | 96,9 | 91,3 | 86,2 | 85,4 | 85,7 | 85,7 | 85,7 |
Economische Zaken | 565,6 | 725,6 | 688,6 | 550,3 | 574,6 | 566,5 | 590,7 |
Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit | 237,3 | 224,9 | 198,9 | 183,4 | 182,3 | 189,1 | 189,9 |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 2,9 | 3,6 | 3,5 | 3,5 | 3,5 | 3,5 | 3,5 |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 141,3 | 142,6 | 139,3 | 132,8 | 133,1 | 129,2 | 128,7 |
Totaal | 4 145,8 | 4 527,3 | 4 517,9 | 4 230,4 | 4 257,6 | 4 247,5 | 4 296,3 |
WBSO (via afdrachtsvermindering) | 445 | 606 | 692 | 539 | 539 | 539 | 539 |
Noot 1: De cijfers van OCW zijn inclusief de bijdrage van LNV aan het onderzoeksgedeelte van de Wageningen Universiteit en de cijfers van LNV zijn exclusief deze bijdrage (in 2010 geschat op ongeveer 90 miljoen euro).
Noot 2: De cijfers van OCW zijn inclusief de bijdragen van de ministeries van VROM, V&W, LNV, SZW en VWS voor de doelfinanciering TNO
Op basis van de TOF-cijfers kan een globale schatting worden gemaakt van de overheidsuitgaven voor R&D als percentage van het BBP voor de jaren 2008 – 2010 (Tabel 2). Hierbij is rekening gehouden met de meest recente CPB-voorspellingen over de omvang van het bruto binnenlands product1.
Ook het CBS publiceert cijfers over de overheidsuitgaven voor R&D, maar deze zijn, in tegenstelling tot de TOF-cijfers, niet gebaseerd op gegevens van de financier van R&D, maar op gegevens van de uitvoerder van R&D. Om de TOF-cijfers te kunnen vergelijken met de CBS-cijfers over de overheidsfinanciering van R&D dienen de TOF-cijfers gecorrigeerd te worden voor de middelen naar het buitenland (de bestemmingscategorie «IO» in Tabel 4). Deze maken namelijk ook geen onderdeel uit van de cijfers van het CBS.
Tabel 2: TOF-uitgaven, in miljoenen euro en als percentage van het BBP
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
TOF-totaal (miljoenen euro) | 4 145,8 | 4 527,3 | 4 517,9 | 4 230,4 | 4 257,6 | 4 247,5 | 4 296,3 |
TOF-totaal (exclusief gelden naar het buitenland (miljoenen euro) | 3 924,7 | 4 270,6 | 4 259,5 | 3 979,4 | 4 026,5 | 4,.015,1 | 4 065,6 |
TOF-uitgaven (excl. buitenland) als percentage van het BBP, excl. WBSO | 0,66 | 0,74 | 0,73 |
Noot 1: exclusief de middelen van de FES-projecten die nog in voorbereiding zijn
Noot 2: de ervaring leert dat de CBS-cijfers over de overheidsuitgaven, die ook in de internationale statistieken terecht komen, meestal iets lager uitvallen dan de TOF-gegevens. De reden is dat de cijfers tot stand komen vanuit een verschillende invalshoek (OCW/TOF-cijfers vanuit het perspectief van de financier van R&D versus CBS-cijfers vanuit het perspectief van de uitvoerder van R&D). Wat een financier tot R&D rekent, is dat niet noodzakelijkerwijs ook vanuit het perspectief van de ontvanger en uitvoerder van de middelen.
De CBS-cijfers (ook exclusief WBSO) laten vanaf 1990 tot en met 2000 een dalende trend zien voor de omvang van de overheidsfinanciering in relatie tot het BBP. Daarna is er een lichte stijging tot 0,64 in 2003. Het laatst bekende realisatiecijfer van het CBS over de overheidsfinanciering van onderzoek in Nederland heeft betrekking op het jaar 20032. In combinatie met de cijfers van tabel 2 kan de conclusie worden getrokken dat het aandeel overheidsfinanciering de weg naar boven lijkt te hebben gevonden. Vergeleken met de ambities in het Lissabonproces betekent dit overigens wel een (negatief) verschil van ruim 1 miljard euro. De stijging in de jaren 2009 en 2010, die in tabel 2 te zien is, wordt zowel veroorzaakt door toevoeging van extra middelen uit enveloppegelden, het FES-fonds en het aanvullende beleidsakkoord als door de negatieve groei van het BBP ten opzichte van 2008.
• Belangrijkste ontwikkelingen bij de departementen
In het aanvullende beleidsakkoord «Werken aan toekomst» (maart 2009) is voor 2009 en 2010 totaal € 280 miljoen beschikbaar gesteld voor de versterking van de kennisinfrastructuur en de tijdelijke inzet van private kenniswerkers in het publieke domein. De middelen voor deze tijdelijke stimulering zijn terug te vinden in de begroting van OCW en die van EZ en verklaren voor het grootste deel de toename in 2009 en 2010 ten opzichte van 2008 en de daling in 2011 en volgende jaren. De tijdelijke stimulering is via een tweetal sporen uitgezet:
– Kenniswerkers (€ 180 miljoen). Dit spoor beoogt kenniswerkers voor Nederlandse bedrijven te behouden. Ondernemingen kunnen een deel van hun onderzoekers in de regio inzetten voor onderzoek en ontwikkeling op prioritaire thema’s in de publieke kennisinfrastructuur. De kennis en expertise van de onderzoekers worden voor een periode van maximaal 1,5 jaar beschikbaar gesteld aan publieke kennisinstellingen. De onderzoekers worden gedetacheerd bij deze publieke kennisinstelling, maar ze blijven in dienst van de onderneming. Het is de bedoeling dat de onderzoekers na deze periode weer volledig werkzaam zijn in de private sector.
– High Tech Topprojecten (€ 100 miljoen). Met dit spoor worden omvangrijke strategische R&D-projecten van minimaal € 20 miljoen op het gebied van High Tech Systemen gestimuleerd.
Er zijn enkele ministeries die in meerjarig perspectief een neerwaartse ontwikkeling te zien geven. Dit geldt met name voor de departementen Defensie, BuZa, VROM, LNV en EZ.
Tabel 4 bevat de gedetailleerde cijfers per departement (2009 betreft vastgestelde begrotingscijfers, 2010 de cijfers van de ontwerpbegroting). In deze tabel is een zo goed mogelijk onderscheid gemaakt naar twee hoofdtypen van overheidsfinanciering, namelijk projectfinanciering en institutionele financiering1. Bij projectfinanciering gaat het primair om tijdelijke financiering, in de vorm van projecten of programma’s, veelal op basis van een ingediend project- of programmavoorstel voor de uitvoering van onderzoeksactiviteiten. Bij institutionele financiering gaat het om langere termijn financiering van onderzoeksinstellingen, waarbij de betreffende instelling meer of minder vrijheid heeft om onderzoeksactiviteiten uit te voeren2. Voorbeelden van institutionele financiering zijn de 1ste geldstroomfinanciering van de universiteiten, de programmafinanciering van TNO, en de bijdragen aan de GTI’s. Tabel 3 geeft een overzicht van de TOF-cijfers naar type financiering en departement.
Tabel 3: TOF-uitgaven, naar type financiering en departement, 2010 (in procenten van het totaal)
institutioneel | project | |
---|---|---|
Algemene Zaken | 0 | 100 |
Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking | 100 | 0 |
Justitie | 79 | 21 |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 100 | 0 |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 79 | 21 |
Defensie | 64 | 36 |
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | 49 | 51 |
Verkeer en Waterstaat | 29 | 71 |
Economische Zaken | 27 | 73 |
Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit | 84 | 16 |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 0 | 100 |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 22 | 78 |
Totaal | 68 | 32 |
Noot: de cijfers zijn exclusief de financiering naar het buitenland
Tabel 4: TOF-overzicht 2010, per artikel, per departement, op kasbasis, in miljoenen euro (bruto uitgaven)
Artikelnr. | Begrotingsartikel | 2009 | 2010 | % R&D | NABS | NABS-categorie | Best. |
---|---|---|---|---|---|---|---|
III Algemene Zaken | |||||||
(Projectfinanciering) | |||||||
1 | WRR: Wetenschappelijke studies | 0,8 | 0,8 | 100 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | R |
Totaal Algemene Zaken | 0,8 | 0,8 | |||||
V Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking | |||||||
(Institutionele financiering) | |||||||
2.8 | Stichting Instituut Clingendael | 0,3 | 0,3 | 10 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | SO |
11.1 | Subsidie Koninklijk Instituut voor de Tropen | 6,4 | 6,7 | 25 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | SO |
(Projectfinanciering) | |||||||
10.7 | Onderzoeksprogramma | 24,1 | 24,3 | 100 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | IO |
4.1 | Centraal programma GMV | 1,1 | 0,9 | 5 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | IO |
6.1 | Landenspecifieke sectorale samenwerking | 62,5 | 58,4 | 5 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | IO |
6.2 | Thematische samenwerking | 7,1 | 7,1 | 5 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | IO |
10.4 | Speciale activiteiten | 4,4 | 9,2 | 5 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | IO |
Totaal Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking | 105,9 | 107,0 | |||||
VI Justitite | |||||||
(Institutionele financiering) | |||||||
91 | WODC: Personele uitgaven | 4,7 | 4,7 | 3 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | R |
91 | WODC: Wetenschappelijke periodieken | 0,1 | 0,1 | 100 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | R |
01.13 | WODC: Intern wetenschappelijk onderzoek | 0,5 | 0,5 | 100 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | R |
13.2.1 | Nederlands Forensisch Instituut | 14,3 | 14,0 | 21 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | SO |
(Projectfinanciering) | |||||||
91 | WODC: Extern wetenschappelijk onderzoek | 5,2 | 5,1 | 10 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | SO |
Totaal Justitie | 24,7 | 24,5 | |||||
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | |||||||
(Institutionele financiering) | |||||||
12.1 | Algemeen: apparaat | 100 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | Proj. | ||
39.5 | Kennis en onderzoek | 5,1 | 6,6 | 100 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | Proj. |
(Projectfinanciering) | |||||||
01.1 | Grondwet en democratie | 100 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | Proj. | ||
Totaal Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 5,1 | 6,6 | |||||
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | |||||||
(Institutionele financiering) | |||||||
7.10 | Eerste geldstroom universiteiten (incl. WU-bijdrage LNV) | 2005,6 | 2035,5 | ||||
7.10 | NUFFIC | 3,9 | 3,9 | 15 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | SO |
7.10 | UNU-MERIT | 0,6 | 0,6 | 75 | 13.5 | Sociale wetenschappen | SO |
14.4 | Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) | 11,3 | 8,3 | 30 | 10.0 | Cultuur, recreatie, religie en massamedia | R |
14.4 | Instituut Collectie Nederland (ICN) | 2,1 | 1,9 | 18 | 10.0 | Cultuur, recreatie, religie en massamedia | R |
14.4 | Rijksbureau voor Kunsthistorisch onderzoek (RKD) | 0,4 | 0,4 | 6 | 10.0 | Cultuur, recreatie, religie en massamedia | R |
14.4 | Subsidie Boekmanstichting | 1,0 | 1,0 | 100 | 10.0 | Cultuur, recreatie, religie en massamedia | SO |
16.1 | NWO (schatting aandeel instituten) | 138,5 | 133,2 | ||||
16.1 | KNAW | 81,2 | 78,3 | ||||
16.1 | Koninklijke Bibliotheek | 4,6 | 4,6 | 10 | 10.0 | Cultuur, recreatie, religie en massamedia | R |
16.1 | CPG | 0,5 | 0,5 | 100 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | R |
16.1 | Nationaal Centrum Biodiversiteit | 5,2 | 5,2 | 100 | 13.1 | Natuurwetenschappen | Naturalis |
16.1 | TNO | 116,5 | 115,0 | ||||
16.1 | Primatencentrum (BPRC) | 9,6 | 9,6 | 100 | 7.0 | Gezondheid | SO |
16.1 | Nationaal Herbarium | 1,2 | 1,2 | 100 | 13.1 | Natuurwetenschappen | |
16.1 | NLR | 0,9 | 0,9 | 100 | 3.0 | Exploratie en exploitatie van de ruimte | GTI |
16.1 | Deltares | 2,3 | 2,3 | 100 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | GTI |
16.1 | MARIN | 1,0 | 1,0 | 100 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | GTI |
16.1 | STT | 0,2 | 0,2 | 100 | 13.2 | Technische wetenschappen | SO |
16.1 | EMBC | 0,7 | 0,7 | 100 | 13.1 | Natuurwetenschappen | IO |
16.1 | EMBL | 4,0 | 4,1 | 100 | 13.1 | Natuurwetenschappen | IO |
16.1 | ESA | 34,8 | 33,8 | 100 | 3.0 | Exploratie en exploitatie van de ruimte | IO |
16.1 | CERN | 35,3 | 35,4 | 100 | 13.1 | Natuurwetenschappen | IO |
16.1 | ESO | 6,8 | 7,1 | 100 | 13.1 | Natuurwetenschappen | IO |
16.1 | Nader te verdelen | 0,1 | 0,5 | 100 | 13.0 | Niet in te delen wetenschappen | |
(Projectfinanciering) | |||||||
14.4 | Culturele zaken: onderzoek | 0,8 | 0,8 | 100 | 10.0 | Cultuur, recreatie, religie en massamedia | Proj. |
16.1 | NWO (Schatting aandeel projecten) | 167,0 | 160,7 | ||||
16.2 | FES (inclusief Bsik) | 103,4 | 65,7 | 100 | 13.0 | Niet in te delen wetenschappen | |
16.2 | Kenniswerkers | 20,0 | 120,0 | 100 | 13.0 | Niet in te delen wetenschappen | Proj. |
16.2 | Genomics | 36,0 | 40,0 | 100 | 13.3 | Medische wetenschappen | NWO |
16.2 | Smart Mix | 0,0 | 0,0 | 100 | 13.0 | Niet in te delen wetenschappen | NWO |
16.2 | EET | 0,4 | 0,0 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
16.2 | Talentenkracht | 0,4 | 0,5 | 100 | 9.0 | Onderwijs | Proj. |
16.2 | Kust- en zeeonderzoek | 2,0 | 2,0 | 100 | 1.0 | Exploratie en exploitatie van het aards milieu | NWO |
16.2 | ASTRON/LOFAR | 2,1 | 2,1 | 100 | 13.1 | Natuurwetenschappen | NWO |
16.2 | Grootschalige researchinfrastructuur | 16,0 | 19,0 | 10 | 13.0 | Niet in te delen wetenschappen | NWO |
16.2 | Gezondheidsonderzoek | 1,5 | 1,5 | 100 | 13.3 | Medische wetenschappen | NIVEL |
16.2 | Valorisatie | 0,0 | 2,5 | 100 | 13.0 | Niet in te delen wetenschappen | Proj. |
16.2 | Poolonderzoek | 0,0 | 2,0 | 100 | 13.1 | Natuurwetenschappen | NWO |
16.2 | Graduate schools | 3,0 | 11,0 | 100 | 13.0 | Niet in te delen wetenschappen | NWO |
16.2 | Vernieuwingsimpuls (incl. vrouwencomponent) | 170,9 | 170,9 | 100 | 13.0 | Niet in te delen wetenschappen | U |
16.2 | Doelgroepen instrumenten | 14,0 | 14,0 | 100 | 13.0 | Niet in te delen wetenschappen | NWO |
16.3 | Nationale coördinatie | 8,8 | 7,1 | 100 | 13.0 | Niet in te delen wetenschappen | Proj. |
16.3 | Bilaterale samenwerking | 4,0 | 3,3 | 100 | 13.0 | Niet in te delen wetenschappen | Proj. |
diverse | Onderwijsonderzoek (diverse artikelen) | 11,9 | 11,9 | 100 | 9.0 | Onderwijs | Proj. |
Totaal Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 3 030,5 | 3 120,1 | |||||
X Defensie | |||||||
(Institutionele financiering) | |||||||
U9049 | TNO-programmafinanciering | 51,3 | 47,1 | 14.0 | Defensie | TNO | |
U9049 | NLR-programmafinanciering | 0,5 | 0,5 | 100 | 14.0 | Defensie | TNO |
(Projectfinanciering) | |||||||
U9049 | Onderzoek en technologie | 18,8 | 18,6 | 100 | 14.0 | Defensie | TNO |
U9049 | Kennisgebruik BS | 10,9 | 7,9 | 100 | 14.0 | Defensie | TNO |
Totaal Defensie | 81,6 | 74,0 | |||||
XI Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | |||||||
(Institutionele financiering) | |||||||
91.85.80 | Apparaat Planbureau Leefomgeving (PBL) | 37,7 | 33,4 | 10 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | R |
(Projectfinanciering) | |||||||
01.79.81 | Onderzoek DGW | 1,6 | 1,4 | 0 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
02.79.81 | Onderzoek (DGW) | 3,2 | 0,7 | 2 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
03.79.81 | Onderzoek (DGW) | 0,7 | 0,4 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. | |
05.79.81 | Onderzoek (DGW) | 6,0 | 4,0 | 53 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
41.02.14 | Ruimtelijk instrumentarium ontwikkelen en beheren | 10,2 | 0,2 | 24 | 3.0 | Exploratie en exploitatie van de ruimte | Proj. |
43.08.02 | Binnenlandse klimaatinstrumenten | 0,1 | 0,1 | 2.0 | Milieubeheer en milieuzorg | Proj. | |
43.14.10 | Beperken van verzuring en grootschalige luchtverontreiniging | 1,4 | 2,6 | 4 | 2.0 | Milieubeheer en milieuzorg | Proj. |
43.18.18 | Bevorderen duurzame industrie | 0,2 | 0,3 | 0 | 2.0 | Milieubeheer en milieuzorg | Proj. |
44.14.01 | Reductie van milieubelasting door (ketengericht) afval- en productenbeheer | 1,0 | 1,0 | 1 | 2.0 | Milieubeheer en milieuzorg | Proj. |
44.16.02 | Verbeteren van de milieukwaliteit van de bodem | 2,2 | 1,3 | 1 | 2.0 | Milieubeheer en milieuzorg | Proj. |
44.26.12 | Duurzaam gebruik van ecosystemen en natuurlijke hulpbronnen | 0,4 | 0,4 | 0 | 2.0 | Milieubeheer en milieuzorg | Proj. |
46.34.02 | Veilig gebruik van chemische stoffen | 0,8 | 0,8 | 1 | 2.0 | Milieubeheer en milieuzorg | Proj. |
46.38.06 | Bescherming tegen straling | 0,6 | 0,6 | 1 | 2.0 | Milieubeheer en milieuzorg | Proj. |
46.40.08 | Verantwoorde toepassing van ggo’s | 0,3 | 0,3 | 0 | 2.0 | Milieubeheer en milieuzorg | Proj. |
46.42.10 | Beheersing van risico’s die samenhangen met externe veiligheid | 0,4 | 0,4 | 1 | 2.0 | Milieubeheer en milieuzorg | Proj. |
50.01.02 | Resliseren duurzaam gebruik bodem, ondergrond en grondwater | 0,3 | 0,1 | 0 | 3.0 | Exploratie en exploitatie van de ruimte | Proj. |
50.02.04 | Tegengaan van geluidhinder | 0,2 | 0,0 | 3.0 | Exploratie en exploitatie van de ruimte | Proj. | |
50.03.08 | Kennis, onderzoek en projecten klimaat (FES) | 13,4 | 13,4 | 4 | 3.0 | Exploratie en exploitatie van de ruimte | Proj. |
50.04.12 | Bevorderen adequaat gebiedsgericht instrumentarium en duurzame ontwikkeling | 0,2 | 0,2 | 0 | 3.0 | Exploratie en exploitatie van de ruimte | Proj. |
91.89.92 | Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties | 9,6 | 6,8 | 2 | 2.0 | Milieubeheer en milieuzorg | SO |
Totaal Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | 90,6 | 68,3 | |||||
XII Verkeer en Waterstaat | |||||||
(Institutionele financiering) | |||||||
XII 31 | Integraal waterbeleid (STOWA) | 0,1 | 0,1 | 0 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | STOWA |
XII 32 | Veiligheid en mobiliteit (SWOV) | 4,0 | 4,0 | 8 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | SWOV |
XII 37 | Weer, klimaat, seismologie en ruimtevaart | 11,5 | 11,3 | 24 | 1.0 | Exploratie en exploitatie van het aards milieu | KNMI |
XII 39 | Subsidie Platform Bouw | 0,0 | 0,8 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | ||
XII 40.01 | Subsidie Cornelis Lelystichting | 0,3 | 0,3 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | SO | |
XII 40.01 | Deltares | 7,3 | 6,3 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | GTI | |
XII 40.01 | Subsidies CROW | 0,6 | 0,6 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | CROW | |
XII | Subsidie Energiebureau | 0,7 | 0,7 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | ||
XII | Subsidie Regieraad | 1,0 | 0,0 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | ||
XII | Subsidie NNI | 0,7 | 0,7 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | ||
XII | Subsidie PSIBouw | 3,9 | 0,5 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | ||
XII | Samenwerkingsoverenkomst TUD | 0,2 | 0,2 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | ||
(Projectfinanciering) | |||||||
XII 31 | Integraal waterbeleid | 9,5 | 9,5 | 12 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
XII 32 | Veiligheid en mobiliteit (proj.) | 1,4 | 1,5 | 3 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
XII 33 | Veiligheid gericht op de beheersing van veiligheidsrisico’s | 0,7 | 0,0 | 0 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
XII 34 | Betrouwbare netwerken en acceptabele reistijd realiseren | 3,5 | 3,4 | 3 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
XII 35 | Mainports en logistiek (proj.) | 0,1 | 0,1 | 1 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
XII 35 | Mainports en logistiek (NLR) | 25,1 | 24,4 | 33 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | NLR |
XII 36 | Kwaliteit leefomgeving en toename mobiliteit | 0,0 | 0,0 | 0 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
XII 38 | Inspectie Verkeer en Waterstaat | 1,2 | 0,0 | 0 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
XII 39 | Bijdragen infrastructuurfonds en BDU | 2,6 | 2,6 | 0 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | KpVV en CVOV |
XII 41 | Ondersteuning functioneren | 1,6 | 2,2 | 1 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
(Bijdragen infrastructuurfonds) | |||||||
IF 12 | HWN verkeersmanagement | 0,1 | 0,1 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. | |
IF 11 | HWS Beheer en onderhoud waterbeheren | 0,0 | 0,5 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. | |
IF 11 | HWS | 5,0 | 5,0 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. | |
IF 15.03.01 | HVWN Aanleg realisatie | 0,5 | 0,1 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. | |
IF 12 | HWN Aanleg, benutting | 2,1 | 2,6 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. | |
IF 11.01 | HWS Beheren en onderhoud waterkeren | 1,1 | 1,0 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. | |
IF 11.02 | HWS Beheren en onderhoud en ontwikkeling waterbodems | 0,2 | 0,5 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. | |
IF 15 | Kennis en innovatie | 0,7 | 0,7 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. | |
IF 12 | Kennis en innovatie | 5,6 | 6,6 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. | |
Totaal Verkeer en Waterstaat | 91,3 | 86,2 | |||||
XIII Economische Zaken | |||||||
(Institutionele financiering) | |||||||
01.40 010 | Bijdrage aan het Nmi | 14,7 | 14,8 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO |
02.45 010 | Bijdrage aan TNO | 29,8 | 29,4 | TNO | |||
02.45 020 | Bijdrage aan Topinstituten | 0,6 | 0,6 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO |
02.45 230 | TTI Water | 7,1 | 2,8 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 030 | Bijdrage aan STW | 18,5 | 25,9 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | NWO |
02.45 100 | Bijdrage aan NIVR | 10,0 | 9,4 | 100 | 3.0 | Exploratie en exploitatie van de ruimte | GTI |
02.45 110 | Bijdrage aan NLR | 2,2 | 2,3 | 100 | 3.0 | Exploratie en exploitatie van de ruimte | GTI |
02.45 120 | Bijdrage aan div. instituten: MARIN | 2,5 | 2,4 | 100 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | GTI |
02.45 130 | Bijdrage aan div. instituten: Deltares | 1,6 | 1,9 | 100 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | GTI |
02.45 140 | Bijdrage aan overige instituten | 0,2 | 0,2 | 100 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | SO |
02.45 160 | Bijdrage aan NML | 0,3 | 0,3 | 100 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | SO |
02.45 255 | Bijdrage aan WCFS+ | 12,6 | 8,3 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO |
02.45 280 | Bijdrage aan Holst Centrum | 11,2 | 11,2 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO |
04.01 400 | Bijdrage aan ECN | 48,1 | 45,6 | 100 | 5.0 | Energie | GTI |
08.10 010 | Bijdrage aan personeel CPB | 2,9 | 2,8 | 25 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | R |
08.10 020 | Materieel CPB | 0,6 | 0,6 | 25 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | R |
09.10 010 | Bijdrage aan CBS | 9,6 | 9,5 | 5 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | R |
(Projectfinanciering) | |||||||
02.01 810 | Opdrachten en onderzoek innovatie (infr) | 0,3 | 0,1 | 40 | 6.0 | Industriële productie en technologie | Proj. |
02.01 820 | Beleidsexperimenten DGI | 1,4 | 0,6 | 25 | 6.0 | Industriële productie en technologie | Proj. |
02.25 040 | Innovatievouchers | 28,1 | 23,6 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO |
02.25 050 | Innovatie prestatiecontracten | 4,9 | 6,4 | 20 | 6.0 | Industriële productie en technologie | O |
02.25 060 | TechnoPartner algemeen | 0,1 | 0,0 | 20 | 6.0 | Industriële productie en technologie | R |
02.25 070 | Seed-regeling | 3,2 | 4,2 | 20 | 6.0 | Industriële productie en technologie | R |
02.25 090 | ICT-kennis en -innovatie | 0,0 | 0,0 | 70 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.25 100 | Eurostars | 1,9 | 2,4 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | O |
02.25 110/111 | Innovatiekredieten | 12,5 | 26,4 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | O |
02.45 040 | Innovatieve onderzoeksprogramma’s | 19,0 | 20,2 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 050 | Kennisimpuls actielijn I | 4,5 | 7,5 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 060 | Bsik-projecten EZ | 41,9 | 39,9 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 070 | Kenniswerkers | 40,0 | 0,0 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | U/TNO/SO/O |
02.45 210 | Innovatieprogramma’s algemeen | 0,0 | 3,9 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 235 | InnoWATOR | 4,1 | 5,5 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 260 | Food and Nutrition Delta | 8,0 | 9,7 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 281 | Micro-elektronicastimulering | 16,6 | 4,2 | 100 | 6.0 | Indus triële productie en technologie | Proj. |
02.45 282 | Point One | 8,8 | 10,6 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 283 | Point One Tenders | 3,5 | 3,0 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 286 | High Tech Topprojecten | 30,0 | 70,0 | 100 | 1.0 | Exploratie en exploitatie van het aards milieu | U/TNO/SO/O |
02.45 330 | CTMM | 4,4 | 14,8 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 340 | BMM | 6,9 | 7,9 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 355 | Scheidingstechnologie | 6,5 | 8,0 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 400 | Logistiek | 0,6 | 2,5 | 52 | 4.0 | Transport, telecommunicatie en ov. Infrastructuren | Proj. |
02.45 600 | Internationale ruimtevaartprogramma’s | 75,8 | 77,2 | 100 | 3.0 | Exploratie en exploitatie van de ruimte | IO |
02.45 620 | Bevordering civiele luchtvaart | 0,4 | 3,2 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | O |
02.45 630 | Luchtvaartkredietregeling niet EU-relevant | 14,0 | 14,0 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | O |
02.45 640 | Actieplan Life sciences/Biopartner | 0,4 | 0,3 | 70 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 650 | Smart mix | 16,8 | 10,7 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 660 | Katalyse | 0,5 | 0,4 | 70 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 705 | Innovatiesubsidie Samenwerkingsprojecten | 43,9 | 23,1 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 710 | IS Opkomende markten | 3,7 | 2,8 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 720 | Kredietregeling IS | 0,2 | 0,2 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
02.45 730/2 | Uitdagersfaciliteit | 4,8 | 1,9 | 100 | 6.0 | Industriële productie en technologie | O |
02.45 910 | Nationaal Actieplan Elektronische Snelwegen | 0,0 | 0,0 | 70 | 6.0 | Industriële productie en technologie | R/O |
03.10.div | Regio’s | 21,1 | 20,3 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O | |
04.01 500 | Diverse programma-uitgaven energie | 8,1 | 8,1 | 100 | 5.0 | Energie | SO/O |
04.20 010 | Programma’s Duurzame Energie | 0,7 | 2,2 | 100 | 5.0 | Energie | SO/O |
04.20 015 | Programma Energie-efficiency | 0,1 | 0,1 | 75 | 5.0 | Energie | SO/O |
04.20 400 | Lange termijn onderzoek | 56,8 | 45,3 | 100 | 5.0 | Energie | SO/O |
04.20 410 | Transitiemanagement | 23,9 | 10,5 | 100 | 5.0 | Energie | SO/O |
04.50 040 | Opdrachten en onderzoek bodembeheer | 2,1 | 1,3 | 40 | 1.0 | Exploratie en exploitatie van het aards milieu | TNO |
10.40 130 | Nationaal Actieplan Elektronische Snelwegen | 10,6 | 6,4 | 70 | 6.0 | Industriële productie en technologie | R/O |
10.40 131 | Nationaal Actieplan Elektronische snelweg (2) | 6,4 | 9,1 | 70 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
10.40 140 | ICT-beleid | 16,2 | 12,4 | 70 | 6.0 | Industriële productie en technologie | SO/O |
Totaal Economische Zaken | 725,6 | 688,6 | |||||
XIV Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit | |||||||
(Institutionele financiering) | |||||||
26.15 2475 | Bijdrage Innovatienetwerk | 3,9 | 3,8 | 100 | 8.0 | Landbouw | NI |
26.16.24.. | DLO onderzoek specifiek | 92,1 | 64,1 | 100 | 8.0 | Landbouw | DLO |
26.16 2450 | DLO wettelijke onderzoekstaken | 52,1 | 51,9 | 100 | 8.0 | Landbouw | DLO |
26.16 2495 | Bekostiging DLO Kennisbasis | 40,4 | 42,1 | 100 | 8.0 | Landbouw | DLO |
26.16 2500 | Autonome bijdragen DLO | 3,9 | 4,1 | 100 | 8.0 | Landbouw | DLO |
26.16 2535 | Basisfinanciering overige instellingen | 0,6 | 2,0 | 100 | 8.0 | Landbouw | NI |
(Projectfinanciering) | |||||||
26.16 2550 | Vernieuwing onderzoeksinfrastructuur | 17,7 | 17,3 | 100 | 8.0 | Landbouw | NI |
26.16 2555 | Ontwikkeling kennisbeleid | 9,2 | 4,1 | 100 | 8.0 | Landbouw | NI |
26.15 2455 | Overige onderzoeksprogrammering | 4,9 | 9,5 | 100 | 8.0 | Landbouw | NI |
Totaal Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit | 224,9 | 198,9 | |||||
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid | |||||||
(Projectfinanciering) | |||||||
98 | Algemeen | 3,6 | 3,5 | 100 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | Proj. |
Totaal Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 3,6 | 3,5 | |||||
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport | |||||||
(Institutionele financiering) | |||||||
44.01 | Programma-uitgaven maatschappelijke ondersteuning | 1,1 | 1,1 | 0 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | VJI |
42.01 | Programma-uitgaven gezondheidszorg (1) | 13,0 | 13,0 | 0 | 7.0 | Gezondheid | NKI |
43.01 | Programma-uitgaven langdurige zorg | 5,7 | 5,7 | 0 | 7.0 | Gezondheid | NIVEL |
98.02 | Apparaatsuitgaven algemeen (VWS) | 0,2 | 0,2 | 0 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | VWS |
98.02 | Apparaatsuitgaven algemeen | 1,7 | 1,2 | 1 | 11.0 | Politieke en soc. systemen, structuren/processen | SCP |
98.02 | Apparaatsuitgaven algemeen | 9,0 | 9,0 | 4 | 7.0 | Gezondheid | RIVM |
(Projectfinanciering) | |||||||
41.01 | Programma-uitgaven volksgezondheid (1) | 107,3 | 104,9 | 18 | 7.0 | Gezondheid | ZonMw |
41.01 | Programma-uitgaven volksgezondheid (2) | 3,7 | 3,3 | 1 | 7.0 | Gezondheid | NWO |
42.01 | Programma-uitgaven gezondheidszorg | 1,0 | 1,0 | 0 | 7.0 | Gezondheid | Proj. |
Totaal Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 142,6 | 139,3 | |||||
Totaal generaal | 4 527,3 | 4 517,9 |
Het bedrag voor 2010 is – net als voor 2009 – incidenteel verhoogd met een bedrag van 150 miljoen euro.
De OESO gaat de mogelijkheden na om internationaal vergelijkbare statistieken te produceren over fiscale maatregelen op het gebied van R&D.
Met ingang van het jaar 2003 presenteert het CBS nog slechts één keer per twee jaar cijfers over de financieringsbronnen van de Nederlandse R&D. De reden is dat EUROSTAT volgens verordening 753/2004 dit gegeven slechts één keer per twee jaar opvraagt. Door problemen met het vaststellen van de R&D-uitgaven van de universiteiten (het betreft vanaf 2004 een schatting) heeft het CBS geen financieringscijfers meer gepubliceerd na 2003. Nadat in 2008 het CBS gereviseerde onderwijscijfers heeft gepubliceerd, is het CBS eind 2009 met nieuwe R&D-cijfers voor de sector hoger onderwijs gekomen (deze sector omvat naast de universiteiten ook de universitaire medische centra en de hogescholen), zij het dat deze ook voorlopig zijn, maar al wel gereviseerd. Begin 2010 komt het CBS met definitieve cijfers over financiering en uitvoering van R&D tot en met 2008.
In OESO verband is medio 2008 een project van start gegaan dat gericht is op het ontwikkelen van internationaal vergelijkbare indicatoren op het gebied van publieke financiering. Het onderscheid naar project- en institutionele financiering staat centraal en de belangrijkste bron voor de indicatoren zijn de cijfers die in de verschillende landen over de overheidsfinanciering worden verzameld en vergelijkbaar zijn met de TOF-cijfers. Nederland leidt dit project.
Over de Nederlandse publieke financiering in de periode 1975–2005, dat ook gebaseerd was op het onderscheid naar project- en institutionele financiering, heeft het Rathenau Instituut in 2007 een rapport gepubliceerd (Versleijen, A. (ed.), Dertig jaar publieke onderzoeksfinanciering in Nederland 1975–2005, Den Haag).