Ontvangen 5 november 2009
Artikel III van het voorstel van wet komt te luiden:
Tenzij bij koninklijk besluit een later tijdstip wordt vastgesteld, dat niet later ligt dan 1 januari 2014, vervalt met ingang van 1 januari 2012 in artikel 668a lid 5 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek de zinsnede «en lid 6» en vervalt lid 6, met dien verstande dat genoemd lid van toepassing blijft op de werknemer van wie de arbeidsovereenkomst op 1 januari 2012 of het later vast te stellen tijdstip voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 668a lid 1 en lid 3.
Met deze nota van wijziging wordt geregeld, dat de tijdelijke verruiming van de mogelijkheid in artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek om arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te gaan in verband met het bevorderen van de arbeidsparticipatie van jongeren in principe met ingang van 1 januari 2012 eindigt. Bij koninklijk besluit kan deze datum worden verlengd, doch niet langer dan tot 1 januari 2014. Hiermee is een absolute einddatum van de tijdelijke maatregel in het wetsvoorstel opgenomen.