Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2010
Zoals toegezegd in de Nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel modern migratiebeleid (Kamerstukken II 2009/10, 32 052, nr. 7, p. 54), informeer ik uw Kamer met deze brief over de actuele stand van zaken van de implementatie van het moderne migratiebeleid.
De geplande datum van inwerkingtreding van het modern migratiebeleid is 1 januari 2011. Indien de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel is afgerond, zullen de wijzigingen van de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 (na parlementaire goedkeuring), het Voorschrift Vreemdelingen 2000 en de Vreemdelingencirculaire 2000 op die datum in werking treden.
De ontwerp-regeling tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt voor schriftelijke consultatie naar de belanghebbenden verzonden. De Vreemdelingencirculaire 2000 zal de komende maanden worden aangepast aan de wijzigingen in de hogere regelgeving.
Digitale ondersteuning van de processen
Van wezenlijk belang voor een efficiënte uitvoering van het modern migratiebeleid is het nieuwe informatiesysteem INDiGO van de IND. In INDiGO zijn de werkprocessen van de IND opnieuw ingericht en wordt de informatievoorziening voor het primaire proces geleverd met behulp van een aantal standaard ICT-pakketten.
Deze pakketten moeten onder andere het werken met een digitaal dossier, de digitale indiening van aanvragen, geautomatiseerde gegevensuitwisseling met andere overheidsinstanties en geautomatiseerde ondersteuning van de behandeling van aanvragen mogelijk maken. Dit alles dient om de doelstelling van de IND, te komen tot een klantgerichte, effectieve, efficiënte en flexibele dienstverlening, te ondersteunen en te verwezenlijken. Ook levert INDiGO een belangrijke bijdrage aan de handhaving. INDiGO zal in verschillende plateaus (fasen) worden gerealiseerd. Het eerste plateau is eind 2009 van start gegaan. De rest van het eerste plateau wordt in het voorjaar van 2010 opgeleverd. Hiermee zal de IND al het werkaanbod kunnen afhandelen met een moderner en flexibeler systeem en kunnen gegevens van de oude IND-systemen (waar mogelijk geschoond) worden overgezet naar INDiGO.
In INDiGO worden alle klanten van de IND geregistreerd, zowel vreemdelingen als referenten. Daarbij wordt een relatie gelegd tussen de vreemdeling en zijn referent, voor zover referentschap vanuit wet- en regelgeving noodzakelijk is voor een aanvraag. Dit zal het geval zijn bij, bijvoorbeeld, verblijfsaanvragen in het kader van arbeid in loondienst of gezinsmigratie. Bij iedere referent kan een overzicht worden getoond van de afhankelijke vreemdelingen. In INDiGO is een onderscheid te maken tussen de verschillende soorten referenten. De referentenadministratie zal naar verwachting medio 2010 operationeel zijn en kunnen worden gevuld.
Plateau 2 van INDiGO bestaat uit internetportalen om digitale dienstverlening nader te ondersteunen. De realisatie van de internetportalen staat gepland voor 2010. Referenten worden door middel van deze internetportalen in staat gesteld om nieuwe vreemdelingen aan te melden, aanvragen in te dienen en incidentele wijzigingen door te geven voor alle vreemdelingen van wie zij referent zijn.
Uitgangspunt bij de digitale gegevensuitwisseling met referenten is dat de IND maximaal gebruik zal maken van overheidsbrede voorzieningen, zoals DigiD en het door het Ministerie van Economische Zaken ontwikkelde programma e-herkenning voor bedrijven. De IND start hiervoor binnenkort met verschillende pilots.
Om misbruik en oneigenlijk gebruik van de vreemdelingenwetgeving te voorkomen, wordt stevig ingezet op handhaving. Om systematisch handhaven mogelijk te maken, heeft de IND het taakveld opgedeeld in zes handhavingsgebieden binnen het generiek behandelproces. De handhavingsgebieden zijn:
• handhaving als trajectcontrole (handhavingsprofielen, waarmee met geautomatiseerde ondersteuning na het verlenen van de verblijfsvergunning actief wordt gecontroleerd of nog aan de verblijfsvoorwaarden wordt voldaan);
• handhaving door risicosturing (bijvoorbeeld door middel van behandelen persoonsprofielen);
• handhaving als ondersteuning van het handmatig beslisproces (bijvoorbeeld door middel van het aanbieden van handhavingsinformatie die de beslisser bij zijn werk kan gebruiken, zoals onderzoeksmogelijkheden en verificatiemiddelen);
• handhaving aan de hand van signalen en onderzoek (bijvoorbeeld door middel van berichten van ketenpartners);
• handhaving aan het loket (bijvoorbeeld door middel van het detecteren van valse identiteitsdocumenten);
• handhaving in het klantkanaal (bijvoorbeeld door middel van preventief handhaven door informatie op internet, in folders, bij ambassades etc.).
In de afgelopen maanden is intensief gesproken met het ministerie van Buitenlandse Zaken, met het UWV Werkbedrijf, UWV Gegevensdiensten, de Arbeidsinspectie, de Kamer van Koophandel Nederland, het Centraal Justitieel Incasso Bureau, de Dienst JUSTIS en de Belastingdienst. Doel hiervan is te komen tot operationele afspraken waar het gaat om handhaving en werkprocessen waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de aanwezige expertise. Deze afstemming wordt de komende maanden voortgezet.
Met de vreemdelingenpolitie en de Arbeidsinspectie is vooral gesproken over de wijze waarop de organisaties elkaar kunnen versterken op het terrein van handhaving. Daarbij is voortgeborduurd op de eerdere aanzetten tot het uitwisselen van informatie en signalen op dit terrein.
Digitale gegevensuitwisseling met andere overheidsinstanties
INDiGO is tevens van belang voor de elektronische dienstverlening. In het kader van het in de Ministerraad vastgestelde Nationaal uitvoeringsprogramma dienstverlening en E-overheid (NUP) is afgesproken dat de overheid de verschillende onderdelen van haar E-dienstverlening gaat uniformeren en op elkaar gaat afstemmen. Het is uiteindelijk de bedoeling om een stelsel van basisregistraties tot stand te brengen. Aan deze basisregistraties worden éénmalig de betreffende gegevens van personen en bedrijven aangeleverd. Daarmee wordt bewerkstelligd dat er één authentieke bron van dit gegeven is binnen de overheid. Ook in het wetsvoorstel zijn hiertoe bepalingen opgenomen.
Vervolgens kan op basis van de gegevens uit deze basisregistraties onderlinge gegevensuitwisseling tussen overheden plaatsvinden. Een burger of bedrijf hoeft derhalve slechts éénmaal zijn gegevens aan te leveren, hetgeen niet alleen leidt tot een administratieve lastenverlaging, maar tevens borgt dat overheidsbreed van dezelfde informatie wordt uitgegaan. Tevens heeft de burger hiermee de mogelijkheid zich tot één instantie – te weten de beheerder van het desbetreffende gegeven – te wenden, indien hij correctie van het gegeven wenst.
Het inrichten van de automatische gegevensuitwisseling zal gefaseerd plaatsvinden. Totdat alle gegevens geautomatiseerd kunnen worden uitgewisseld, heeft de IND een werkeenheid geformeerd (de Centrale Verificatie Unit) die verantwoordelijk is voor het handmatig controleren van de gegevens bij andere overheidsinstanties. Deze eenheid is verantwoordelijk voor de controle van gegevens bij (of in het kader van) de behandeling van een aanvraag, en tijdens de handhaving.
Zoals eerder gemeld, doet de IND sinds 2008 in zogenaamde «proeftuinen» ervaring op met onderdelen van het modern migratiebeleid. In deze proeftuinen wordt in nauw overleg met de belanghebbenden getoetst of onderzocht hoe de wijzigingen het meest optimaal kunnen worden geïmplementeerd. De belangrijkste proeftuinen worden hierna beschreven.
In de proeftuin au pair doet de IND ervaring op met de verkorte aanvraagprocedure voor referenten. Er zijn tien deelnemende au-pairbureaus.
In de proeftuin studie wordt geëxperimenteerd met een centrale procedure voor het verlengen van verblijfsvergunningen van studenten. De onderwijsinstelling levert centraal de verlengingsaanvragen aan. Het totale legesbedrag wordt in één keer per incasso voldaan. De IND reikt na beoordeling van de aanvragen de verblijfsdocumenten op locatie bij de onderwijsinstelling uit.
In een andere proeftuin doet de IND ervaring op met de verkorte aanvraagprocedure voor mvv-plichtige studenten (toegangs- en verblijfsaanvraag) en niet-mvv-plichtige studenten (vvr-referentprocedure). Tien onderwijsinstellingen nemen hieraan deel. De onderwijsinstelling dient de verblijfsaanvragen ten behoeve van hun toekomstige studenten in. Nadat de aanvragen zijn ingewilligd en de studenten zijn ingereisd, reikt de IND de verblijfsdocumenten op locatie uit.
In het Expatcenter Amsterdam Area experimenteert de IND met de verkorte toelatingsprocedure voor kennismigranten en hun gezinsleden. Na inwilliging van de aanvraag reist de kennismigrant naar Nederland en meldt zich bij het Expatcenter. Daar ontvangt hij zijn verblijfsdocument en wordt ter plekke in het GBA ingeschreven (one-stop-shop). Binnen deze proeftuin doet de IND samen met twintig werkgevers van kennismigranten ook ervaring op met het werken met zogeheten eigen verklaringen van de referent en met de administratieplicht. Bij de aanvraag worden geen stukken overgelegd. De informatie die de referent via eigen verklaringen heeft verstrekt, wordt achteraf steekproefsgewijs door de IND gecontroleerd.
Zowel bij de IND als bij de deelnemende partijen bestaat een positief beeld over de resultaten van de proeftuinen tot nu toe. De proeftuinen lopen in 2010 door. Ook zijn er nieuwe proeftuinen in voorbereiding. Zo zal in de proeftuin «monitoring studievoortgang» in samenwerking met onderwijsinstellingen geoefend gaan worden met de toekomstige verplichting om aan de IND te melden dat een student onvoldoende studievoortgang heeft geboekt. In de pilot «religieus verblijf» zal in samenwerking met een aantal religieuze organisaties nadere invulling worden gegeven aan de voorwaarden voor religieuze referenten. De bevindingen van deze pilot zullen mede van belang zijn voor de nadere uitwerking van de door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in zijn notitie van 18 september 2009 aan uw Kamer aangekondigde herziening van de Wet arbeid vreemdelingen (Kamerstukken II 2009/10, 32 144, nr. 1), waarbij voortaan bij een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning in bepaalde gevallen kan worden afgezien van de toets op het wettelijk minimumloon voor religieuze organisaties die als referent optreden bij de IND.
De voorlichting aan klanten en referenten
De IND heeft de voorlichting aan direct betrokkenen gestart. Door middel van gerichte voorlichting, informatiebijeenkomsten voor bedrijven en koepelorganisaties en nieuwsbrieven worden belanghebbenden op de hoogte gebracht. Ook de eerder genoemde proeftuinen spelen hierin een belangrijke rol. Naarmate het moment van inwerkingtreding nadert, wordt de communicatie geïntensiveerd. De informatie wordt toegespitst op de doelgroep.
Samenvattend loopt de voorbereiding van de implementatie van het modern migratiebeleid per 1 januari 2011 op schema.