Kamerstuk 31994-9

Amendement van de leden Spekman en Anker over een beperking, verband houdend met langdurig verblijf van een in Nederland geworteld kind van een vreemdeling

Dossier: Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het aanpassen van de asielprocedure


31 994
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het aanpassen van de asielprocedure

nr. 9
AMENDEMENT VAN DE LEDEN SPEKMAN EN ANKER

Ontvangen 7 december 2009

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Artikel 3.4 van het Vreemdelingenbesluit 2000 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na onderdeel x een onderdeel ingevoegd, luidende:

xa. verblijf als minderjarig kind van een vreemdeling;

2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 2a. Bij de met het eerste lid, onder xa, verband houdende beperking, gelden als voorwaarden dat het kind: a. is opgegroeid en geworteld in de Nederlandse samenleving;

b. minimaal twee jaren een, al dan niet van de ouders afgeleide, legale verblijfsstatus heeft gehad;

c. geringe banden heeft met het land van herkomst;

d. mede door toedoen van onze minister, meer dan tien jaren in Nederland heeft verbleven en niet is teruggekeerd naar het land van herkomst, terwijl het kind niet langer een recht heeft op verblijf;

f. in de betreffende tien jaren van verblijf in Nederland niet in het land van herkomst is geweest;

g. niet is veroordeeld voor een geweldsmisdrijf.

Van toedoen als bedoeld onder d is sprake indien beslistermijnen op aanvragen meer dan één keer zijn overschreden, Onze Minister in de betreffende zaak minimaal één keer een dwangsom wegens niet tijdig beslissen opgelegd heeft gekregen en er door Onze Minister onvoldoende inspanningen zijn verricht om de betreffende vreemdeling te laten terugkeren naar het land van herkomst.

II

In artikel III wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een komma de volgende zinsnede ingevoegd: met uitzondering van artikel Ia dat in werking treedt op 1 januari 2012.

Toelichting

Dit amendement beoogt in artikel 3.4, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 een beperking, verband houdend met langdurig verblijf van een in Nederland geworteld kind van een vreemdeling, op te nemen. Daarbij gelden de volgende voorwaarden voor verblijf:

1 het gaat om een kind van 0 tot 18 jaar

2 het betreffende kind is geworteld in de Nederlandse samenleving

3 het kind, mogelijk afgeleid van de ouders, minimaal twee jaren een legale verblijfsstatus heeft gehad

4 het kind geringe banden heeft met het land van herkomst

5 het mede aan de Nederlandse overheid te wijten is dat het kind, ondanks dat het geen recht op verblijf in Nederland (meer) heeft, meer dan 10 jaar in Nederland heeft verbleven en niet is teruggekeerd naar het land van herkomst

6 het kind in de betreffende tien jaar van verblijf in Nederland niet in het land van herkomst is geweest

7 het kind niet is veroordeeld voor een geweldsmisdrijf.

Ten aanzien van de voorwaarde onder 5 wordt limitatief omschreven in welke situaties sprake kan zijn van een dergelijke verwijtbaarheid. Hiervan is in elk geval sprake indien beslistermijnen op aanvragen meer dan één keer zijn overschreden, de IND in de betreffende zaak minimaal één keer een dwangsom wegens niet tijdig beslissen opgelegd heeft gekregen, en er door de Nederlandse overheid onvoldoende inspanningen zijn verricht om de betreffende vreemdelingen te laten terugkeren naar het land van herkomst.

Het doel van dit amendement dient de belangen van een kind van een vreemdeling, dat, afhankelijk van de ouders en de Nederlandse overheid, op een zeker moment in een situatie is gekomen dat het (grotendeels) opgegroeid en geworteld is in Nederland, en er alles behalve bij gebaat is om terug te keren naar een onbekend, totaal verschillend, land. In bepaalde uitzonderlijke situaties moet het belang van het kind dan het zwaarste wegen, mede gelet op bepalingen in onder meer het IVRK en 8 EVRM (schending van privéleven).

Dit amendement wordt door de indieners beschouwd als een op kinderen gericht humaan sluitstuk van een restrictief beleid. De voorwaarden zijn zodanig strikt dat de beperking enkel betrekking kan hebben op uitzonderingssituaties, en daarmee ook geen aanzuigende werking heeft en/of het door vreemdelingen rekken van terugkeer uitlokt.

Speciale aandacht verdient in dit verband ook de overgangstermijn. De indieners stellen in dit verband voor de ingangsdatum van de werking van de nieuwe beperking vast te stellen op 1 januari 2012.

Spekman

Anker