Ontvangen 11 december 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Na een afwijzende beschikking op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in het eerste lid kan slechts een herhaalde aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning worden ingediend indien de vreemdeling kan aantonen dat hij de nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden redelijkerwijs niet wist of had kunnen weten.
In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Na een afwijzende beschikking op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in het eerste lid kan slechts een herhaalde aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning worden ingediend indien de vreemdeling kan aantonen dat hij de nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden redelijkerwijs niet wist of had kunnen weten.
Met dit amendement wil de indiener het mogelijk maken dat het onmogelijk wordt voor een vreemdeling om een herhaalde aanvraag te doen, tenzij deze vreemdeling kan bewijzen dat zich nieuwe omstandigheden hebben voorgedaan waarvan hij redelijkerwijs niet kon weten ten tijde van zijn eerste aanvraag.
De Krom