Vastgesteld 22 april 2009
De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.
Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
1. Algemeen 1
2. EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (CLP-verordening) 2
3. Uitvoering van de CLP-verordening 2
4. Gevolgen van de CLP-verordening voor de nationale wetgeving 3
5. Lasten en voordelen voor het bedrijfsleven 3
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel.
De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel. Het streven naar een mondiale harmonisatie kan de gezondheid van mens en milieu alleen maar ten goede komen. Om toe te zien op een goede naleving van de regels met betrekking tot indeling, etikettering en verpakking is van het belang dat de naleving van deze regels zeer strikt is en de handhaving op die naleving zal voldoende moeten worden toegerust. Ook is het belangrijk dat alle doelgroepen tijdig worden geïnformeerd over de veranderingen als gevolg van de CLP-verordening.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot uitbreiding en wijziging. Deze leden geven aan dat de veiligheid in opslag, transport en gebruik van gevaarlijke stoffen en mengsels belangrijk is. Een wereldwijde harmonisatie van signalering op etiketten hoort daar wat de leden betreft zeker bij.
Ook de leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel.
2. EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (CLP-verordening)
De leden van de SP-fractie constateren dat Europese richtlijnen vanwege het level playing field al eerder het succesvolle KCA-logo onmogelijk gemaakt hebben. Welke consequenties de voorgestelde verplichtingen hebben voor etikettering en verpakking voor bestaande nationale en internationale symbolen en logo’s. Welke komen te vervallen? Wordt de strekking van deze symbolen en logo’s geheel vervangen door beoogde indeling van etiketten en verpakkingen. Tevens zien de leden geen heil in een centrale Europese databank voor etiketten en verpakkingen. Dit levert een enorme hoeveelheid data op. Met welk nut, vragen de leden zich af? Wie gaat die databank raadplegen en waarom? Betekent de eis om etiketten in te sturen naar de centrale databank dat bij elke wijziging van het etiket of verpakking deze moet worden ingezonden. Kan de regering aangeven wat de inschatting is van de hoeveelheid etiketten en mutaties dat jaarlijks zal moeten worden verwerkt? Wie controleert de naleving van deze verplichting en met welke prioriteit?
3. Uitvoering van de CLP-verordening
De leden van de CDA-fractie constateren dat voor de handhaving een gezamenlijke handhavingstrategie bepaald wordt en een programma. Wat is het kader voor die handhavingstrategie en het programma en op welke wijze wordt dit bepaald?
Vindt bij het toezicht ook mandatering van taken plaats of moet elke organisatie een bepaalde taak waarnemen?
De leden van de SP-fractie stellen vast dat er in de voorgestelde uitbreiding en wijziging wel en niet een relatie wordt gelegd met REACH. In hoeverre is er sprake van overlap en dubbel werk voor betrokken instanties en bedrijven en in hoeverre is het voorstel complementair aan REACH. Ook het voorrangbeginsel voor etiketteringselementen werpt vragen op. Wat betekent dit exact? Is er een volgorde van ernst van gevaren opgesteld? Hoeveel elementen mag een etiket of verpakking maximaal hebben? Op basis van welke criteria wordt die voorrang bepaald en door wie? Hoe kan de werknemer of consument dan op de hoogte zijn van de risico’s die het net niet tot het etiket hebben gehaald?
Tevens vragen de leden zich af hoe het al dan niet verplicht moeten etiketteren in de praktijk wordt bepaald. De regels komen wat ambivalent over. Wanneer is iets wel een gevaarlijke stof of mengesel en wanneer niet? Hoe bepaalt een producent of importeur of downstreamgebruiker of hij/zij te maken heeft met verplichte etikettering en verpakking? Wie controleert of hierin de juiste afwegingen worden gemaakt?
5. Gevolgen van de CLP-verordening voor de nationale wetgeving
De leden van de VVD-fractie willen graag de verzekering van de regering dat zij bij de uitvoering van deze verordening niet verder gaat dan wat door de EU wordt verplicht. Is er hier sprake van een Nederlandse kop op Europese regelgeving?
6. Lasten en voordelen voor het bedrijfsleven De leden van de CDA-fractie stellen vast dat de kosten voor de overgang komen volgens de berekening van de regering uit op € 145 miljoen. Hoeveel denkt de regering hierop te kunnen bezuinigen? Is hiervoor een plan gemaakt? Zo niet, wil de regering dit gaan doen?
De leden van de VVD-fractie plaatsen met name kritische kanttekeningen bij de hoge lasten voor MKB-bedrijven. De kosten zijn beduiFdend lager bij invoering in 2015 dan 2013 en de leden ondersteunen het besluit om deze wijziging pas in 2015 in werking te laten treden. Laat de EG-verordening ruimte voor een nog latere startdatum? Zou dit leiden tot verdere verlaging van de lasten voor MKB-bedrijven?
Ook vragen de leden van de VVD-fractie zich af hoe het zit met de aanbevelingen die zijn geformuleerd om de initiële lasten te beperken n.a.v. de quick scan, het onderzoek naar de gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven voor de invoering van de CLP-verordening (Kamerstuk 31 200, nr. 137). Wat heeft de regering met deze aanbevelingen gedaan?
Samenstelling:
Leden: Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Vietsch (CDA), Aptroot (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU).
Plv. leden: Dibi (GL), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Vacature (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), De Krom (VVD), Timmer (PvdA), Waalkens (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Besselink (PvdA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Sterk (CDA) en Ortega-Martijn (CU).