Voorgesteld 18 juni 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de provincie onder de Waterwet bevoegd gezag blijft voor grondwatergebruik voor energieopslag, drinkwater en industriewater vanaf 150 000 kubieke meter per jaar;
overwegende, dat de genoemde gebruiksfuncties van strategisch maatschappelijk belang zijn vanuit het oogpunt van energiebeheer, volksgezondheid of economische ontwikkeling;
overwegende, dat de provincie als algemene democratie bij uitstek toegerust is voor een brede maatschappelijke afweging van bij grondwatergebruik betrokken maatschappelijke belangen;
verzoekt de regering bij de voorgenomen evaluatie van het vergunningenbeleid als randvoorwaarde te hanteren dat de huidige bevoegdheidstoedeling voor grondwater in stand blijft,
en gaat over tot de orde van de dag.
Boelhouwer