Ontvangen 18 juni 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 1.10 wordt gewijzigd als volgt:
In onderdeel AB wordt aan artikel 7.3c een lid toegevoegd, luidend:
4. In afwijking van het eerste lid is van heffing vrijgesteld de in het tweede lid bedoelde lozing indien deze plaatsvindt anders dan door de beheerder, mits de hoeveelheid afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen niet is toegenomen.
In onderdeel AD komt het eerste lid van artikel 7.5 te luiden:
1. Van verontreinigingsheffing zijn vrijgesteld:
a. lozingen die plaatsvinden met behulp van een vuilwaterriool;
b. lozingen van stoffen vanuit een zuiveringtechnisch werk door een beheerder op een oppervlaktewaterlichaam dat bij hem in beheer is;
c. lozingen van stoffen afkomstig uit een zuiveringtechnisch werk anders dan door de beheerder, mits het lozen plaatsvindt op een oppervlaktewaterlichaam dat bij die beheerder in beheer is en de hoeveelheid afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen niet is toegenomen.
Toepassen van gezuiverd afvalwater in lokale waterkringlopen draagt bij aan de regionale zelfvoorziening voor zoet water. Het amendement is erop gericht samenwerking tussen lokale overheden en bedrijven in de regionale watervoorziening te versterken.
Koppejan
Boelhouwer