Kamerstuk 31858-14

Amendement van het lid Boelhouwer over het expliciet regelen dat gemeenten en waterschappen afspraken moeten maken over afvalwater

Dossier: Intrekking van enige wetten betreffende het waterbeheer, aanpassing van een aantal andere wetten, regeling van het overgangsrecht en aanvulling van de Waterwet, met het oog op de invoering van die wet (Invoeringswet Waterwet)


86,0 %
14,0 %

VVD

SGP

D66

PvdA

CDA

Verdonk

PvdD

PVV

SP

GL

CU


31 858
Intrekking van enige wetten betreffende het waterbeheer, aanpassing van een aantal andere wetten, regeling van het overgangsrecht en aanvulling van de Waterwet, met het oog op de invoering van die wet (Invoeringswet Waterwet)

nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID BOELHOUWER

Ontvangen 17 juni 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 1.10 wordt na onderdeel G een onderdeel ingevoegd, luidende:

G0a

In artikel 3.8 wordt na «taken en bevoegdheden» een zinsnede ingevoegd, luidende: waaronder het zelfstandige beheer van inname, inzameling en zuivering van afvalwater.

Toelichting

Volgens de nota naar aanleiding van het verslag dient artikel 3.8 mede als kader voor afspraken tussen waterschappen en gemeenten over hun taken en bevoegdheden in de waterketen. Deze afspraken hebben een niet-vrijblijvend karakter en zijn gericht op de doelmatige samenwerking. Dit amendement regelt expliciet in de wet dat gemeenten en waterschappen afspraken moeten maken over afvalwater.

Boelhouwer