Voorgesteld 24 maart 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het tot de taken van de publieke omroep behoort om aanbod te verzorgen van levensbeschouwelijke aard, zoals de uitzending van kerkdiensten of programma’s die kijkers en luisteraars informeren over de verschillende religies in de Nederlandse samenleving;
overwegende, dat dit aanbod momenteel grotendeels verzorgd wordt door kerkgenootschappen of genootschappen op geestelijke grondslag, op basis van afdeling 2.2.4 van de Mediawet 2008, en dat de meeste van deze genootschappen hun waarde bewezen hebben;
overwegende, dat de aanwijzing van deze genootschappen leidt tot een complexe taak voor het Commissariaat voor de Media, aangezien dat moet beoordelen welke organisatie de beste representant is van een geloof of overtuiging;
overwegende, dat omwille van het onafhankelijk verzorgde aanbod, bestuurlijke eenvoud en een efficiënte besteding van gemeenschapsgeld integratie van de taken van deze omroepen met de taken van omroepverenigingen en taakorganisaties een optie zou kunnen zijn;
verzoekt de regering met inachtneming van het nog te verschijnen visitatierapport, binnen een jaar een onderzoek te doen naar de haalbaarheid van integratie van de taken van deze omroepen met de taken van omroepverenigingen en taakorganisaties,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Ham
Remkes
Van Dam