Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2008
Op de gewijzigde motie Van der Ham (D66) en Depla (PvdA), 31 700 XVIII, nr. 48 die is ingediend bij de behandeling van mijn begroting, reageer ik mede namens de minister van Justitie als volgt.
De motie vraagt terecht aandacht voor het niet optimaal functioneren van executieveilingen in de vastgoedsector. Met de indieners zijn wij van oordeel dat verbetering van deze vorm van gedwongen verkoop van onroerende zaken wenselijk is. Betere informatiemogelijkheden voor kopers en bieders en in het algemeen een veilingomgeving die transparant is en echt vrij toegankelijk is voor eenieder, is vanzelfsprekend ook van belang voor de werking van het systeem van Nationale Hypotheekgarantie (NHG). Een grotere kring van bieders levert immers minder het risico op van opbrengsten onder de werkelijke waarde van de onroerende zaak. Maar ook de belangen van kopers en van degenen ten laste van wie wordt verkocht worden hierdoor op adequate wijze gediend. De schuldenaar is immers gebaat bij een hogere prijs en een restschuld die niet onnodig groot is, de koper op zijn beurt betaalt op deze wijze niet te veel.
Met name vanuit deze overwegingen wordt thans bij het ministerie van Justitie een wetsvoorstel omtrent vastgoedveilingen voorbereid waardoor onder andere veiling van onroerende zaken via internet mogelijk wordt gemaakt. Het ligt in de rede dat de punten die naar het oordeel van de ondertekenaars van de motie nader dienen te worden onderzocht, bij de verdere voorbereiding van dit wetsvoorstel specifiek zullen worden bezien.