Gepubliceerd: 8 oktober 2008
Indiener(s): Piet Hein Donner (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn werk werkgelegenheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-XV-5.html
ID: 31700-XV-5

31 700 XV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2009

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 oktober 2008

Op 7 oktober 2008 heeft het kabinet het zogenoemde Najaarsoverleg gevoerd met centrale werkgevers- en werknemersorganisaties, verenigd in de Stichting van de Arbeid. Met deze brief breng ik u op de hoogte van de belangrijkste resultaten.

In het Najaarsoverleg is gesproken over het economisch beeld, verhoging van de arbeidsparticipatie en de «inzet op inzetbaarheid». Dit heeft geleid tot de bijgevoegde tripartiete verklaring «Samen doen wat mogelijk is».1 Kabinet en sociale partners hebben ook teruggeblikt op de afspraken, gemaakt op de Participatietop van 27 juni 2007. De gezamenlijk opgestelde evaluatie-notitie is een bijlage bij de tripartiete verklaring.

Het Najaarsoverleg 2008 vindt plaats onder zorgelijke omstandigheden. De kredietcrisis maakt op dit moment indringend zichtbaar en voelbaar, hoe veranderingen in de wereld om ons heen directe gevolgen hebben voor onze economie en arbeidsmarkt. Was er de afgelopen twee jaar nog sprake van een economische groei van 3 á 3,5% per jaar, de verwachting is dat deze dit jaar uitkomt op 2,25% en in 2009 verder zal dalen naar 1,25%. Volgens de Macro economische verkenningen van het CPB zal de arbeidsmarkt volgend jaar gespannen blijven, waarbij de werkloosheid slechts licht zal oplopen van 4% in 2008 naar 4,25% in 2009. Het aantal vacatures schommelt het hele jaar al rond de 245 000, een historisch hoogtepunt.

De risico’s ten aanzien van de economische groei en de arbeidsmarkt, worden met de huidige ontwikkelingen en onzekerheden echter snel groter.

Juist in tijden van toenemende onzekerheden is het belangrijk dat kabinet en sociale partners tot een gezamenlijke, afgestemde aanpak komen. Niets doen is immers geen optie. De opgestelde tripartiete verklaring reflecteert de gevoelde urgentie bij alle partijen.

In de tripartiete verklaring gaat het er in de kern om zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen en zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden. Het oplopen van lonen en prijzen zou hierbij zeer verstorend werken, vanwege de onherroepelijke negatieve uitwerking op de werkgelegenheid. Het kabinet heeft op Prinsjesdag reeds bekend gemaakt, af te zien van de oorspronkelijk voorgenomen BTW-verhoging. De vakbonden zullen zich met de looninzet voor 2009 oriënteren op het niveau van de inzet voor dit jaar. Het kabinet verwacht van deze inzet een gunstig effect op de loonontwikkeling, zonder welke deze anders wellicht zou oplopen. Het kabinet heeft vervolgens dan ook toegezegd de ww-premie voor werkgevers te verlagen en voor werknemers terug te brengen tot nul.

In het kader van de overgang van de buitengewone uitgavenregeling naar de regelingen op grond van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, hebben sociale partners in het bijzonder aandacht gevraagd voor de koopkrachtontwikkeling van sociale minima, ouderen en chronisch zieken en gehandicapten. Van de zijde van het kabinet is – conform de u op 7 oktober jl. toegezonden brief – toegelicht hoe de compensatie voor de verschillende groepen meer adequaat zal worden ingevuld.

De opgave voor de korte termijn is niet alleen het voorkomen van een loon-prijsspiraal, maar ook het aan het werk helpen van mensen die kunnen werken. Dit was ook de inzet op de Participatietop van juni vorig jaar. Uit de bij de tripartiete verklaring gevoegde evaluatie blijkt dat het kabinet met de Begroting 2009 invulling heeft gegeven aan de afspraken uit de Participatietop. Doorwerking naar concrete cao-afspraken is vooral vanaf het komende cao-seizoen aan de orde. Belangrijk is dat in de tripartiete verklaring is opgenomen dat sociale partners hun inspanningen ten aanzien van verschillende zwakkere groepen (werkloze ouderen, allochtonen, laagopgeleide jongeren en wajongers) gaan intensiveren. Het opstellen van een plan van aanpak per sector met concrete inspanningen en een realistische prognose is hierbij een belangrijk initiatief.

Cruciaal hierbij zijn afspraken met de regionale uitvoeringsorganisaties. Het kabinet organiseert in november een bestuurlijke top met gemeenten, UWV en sociale partners, om te bezien welke voorwaarden noodzakelijk zijn en op welke wijze partijen op regionaal niveau concrete plaatsingen tot stand kunnen brengen.

Het is een zorg voor kabinet en sociale partners dat op langere termijn, een structureel tekort aan arbeidskrachten een bedreiging kan gaan vormen voor het op peil houden van de economische groei, de concurrentiepositie en de kwaliteit van de publieke dienstverlening. Blijvende inzetbaarheid is van belang, omdat dit leidt tot duurzame arbeidsparticipatie. Daarom willen partijen «inzetten op inzetbaarheid», met name door een meer systematische en brede scholing van alle werknemers in Nederland. Afgesproken is dat kabinet en Stichting van de Arbeid uiterlijk begin 2009 een plan van aanpak hebben opgesteld ten aanzien van de wijze waarop sectoroverstijgende scholing en inzetbaarheid zullen worden bevorderd.

Ten slotte wordt duurzame inzetbaarheid ook bevorderd door, bij dreigende werkloosheid, intensief in te zetten op begeleiding van werk-naar-werk. Hier ligt een grote verantwoordelijkheid voor sociale partners op sector- en brancheniveau en in bedrijven en instellingen. De Stichting gaat bezien op welke wijze van-werk-naar-werk vorm en inhoud kan krijgen en zal hierbij de uitvoering van de ww betrekken.

Afgesproken is om de door de kantonrechter toe te kennen ontslagvergoeding voor inkomens vanaf 75 000 euro te maximeren op een jaarsalaris. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Deze afspraak laat onverlet de onderhandelingsvrijheid. Hiermee wordt de weg vrij gemaakt voor de benodigde gezamenlijke stappen om de arbeidsparticipatie te bevorderen en de economische uitgangspositie te versterken.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.