Voorgesteld 2 juli 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat alle tuinders feitelijk verplicht zijn, jaarlijks lidmaatschapsgeld te betalen aan NAK-tuinbouw;
constaterende, dat aangesloten tuinders bij NAK-tuinbouw geen directe inspraak hebben op het beleid van NAK-tuinbouw, maar hiervoor vertegenwoordigd kunnen worden door standsorganisaties, waar dan nog wel extra lidmaatschap van de standsorganisatie voor nodig is;
van mening, dat op deze wijze georganiseerde indirecte vertegenwoordiging, het juist voor de kleine tuinders zeer lastig maakt om inspraak te krijgen en invloed uit te oefenen op tarieven en beleid van NAK-tuinbouw;
van mening, dat deze gestapelde lidmaatschappen zorgen voor hogere onkosten die naar verhouding zwaar uitvallen voor de kleine tuinders;
verzoekt de regering de inspraak op dusdanige wijze in te richten dat ook de kleine tuinders zich vertegenwoordigd voelen, via een regeling waarbij directe inspraak mogelijk is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Jacobi
Snijder-Hazelhoff