Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juni 2009
Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van de Wet onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit stuur ik u bijgaand de rapportage van de Raad van Advies over Bureau risicobeoordeling (BuR) over 2008.
Ik ben verheugd dat de Raad van Advies tot de conclusie komt dat de in 2008 uitgebrachte adviezen van het Bureau risicobeoordeling voldoen aan de criteria van wetenschappelijke kwaliteit. De Raad doet in zijn rapportage drie aanbevelingen en concludeert niet alleen dat de adviezen van het Bureau van gemiddeld hoog niveau zijn, maar constateert bovendien een continue verbetering in de uitvoering van de taken. Ik onderschrijf de opmerking en de aanbevelingen.
In aanvulling op het bovenstaande wil ik melden dat in 2008 de rol van het Bureau risicobeoordeling tegen het licht is gehouden. Hieruit is voortgekomen dat het Bureau blijft opereren als intermediair tussen de departementen, de nieuwe VWA en de huisinstituten RIVM en RIKILT. Een voorwaarde voor dit alles is een goede aansluiting tussen de werkzaamheden van Bureau Risicobeoordeling, RIVM, RIKILT en VWA.
Hierover zullen in 2009 nadere afspraken worden gemaakt. Het uitgangspunt hierbij is dat de wetenschappelijke risicobeoordeling door de huisinstituten zal worden uitgevoerd.
Het Bureau integreert deze vervolgens met andere relevante informatie uit bijvoorbeeld risicomanagement en toezicht, tot een advies ter ondersteuning van het beleid en ten behoeve van risicogestuurd toezicht. Deze ontwikkelingen zullen bijdragen aan een optimale infrastructuur in Nederland op het gebied van voedselveiligheid.
Voor meer informatie over de inhoud van de rapportage verwijs ik u naar de bijlage.1