Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2009
Met deze brief wil ik u informeren over de uitkomsten van de zeventiende sessie van de VN Commissie voor Duurzame Ontwikkeling, die van 4–15 mei jl. werd gehouden in New York.
De zeventiende sessie van de VN Commissie voor Duurzame Ontwikkeling is vrijdag 15 mei jl. met succes afgerond. Deze bijeenkomst stond onder mijn leiding. Na twee weken intensief onderhandelen, bereiken 180 landen overeenstemming over «Policy options and practical measures to expedite implementation in agriculture, rural development, land, drought, desterification and Afrika». Dit document is met consensus aangenomen. Daarnaast heb ik tijdens het High Level segment van CSD17 een «gemeenschappelijke visie» (Shared Vision) gepresenteerd, die positief is ontvangen. Beide documenten zijn als bijlage bijgevoegd.1
CSD17 heeft op het gebied van duurzame landbouwontwikkeling belangrijke stappen voorwaarts gezet. Juist nu de wereld te maken heeft met verschillende crises, met name de voedsel, energie/klimaat en financieel/economische crises, is de rol van landbouw erkend voor de aanpak ervan. Landbouw wordt niet langer als onderdeel van het probleem, maar als onderdeel van de oplossing van deze crises gezien. Belangrijke uitkomsten zijn daarnaast de noodzaak voor verdere intensivering van investeringen in duurzame landbouwontwikkeling met name in Afrika, een duurzame Groene revolutie in Afrika, de cruciale relatie tussen klimaat en landbouw, de noodzaak van extra financiële ondersteuning voor de implementatie van afgesproken maatregelen in ontwikkelingslanden voor duurzame landbouwontwikkeling vanuit private, publieke, nationale en internationale hoek, het multifunctionele karakter van de landbouw met een verwijzing naar «ecosystem services», de noodzaak van het verduurzamen van de biobrandstofproductie en focus op integraal land- en watermanagement.
De Commissie kwam dit jaar voor de zeventiende keer samen en behandelde de beleidsthema’s landbouw, plattelandsontwikkeling, landbeheer, droogte, verwoestijning en Afrika.
VN Secretaris-Generaal Ban-Ki Moon toonde zich zeer betrokken bij de huidige zitting van de CSD en bij de voorbereiding ervan.
Hij hield ondermeer bij de opening van het High Level Segment een sterk betoog over het belang van een effectieve aanpak van klimaatverandering en het feit dat de landbouw daarbij niet vergeten mag worden.
Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje heeft in zijn functie als voorzitter van United Nations Secretary General’s Advisory Board on Water and Sanitation (UNSGAB) een belangrijke bijdrage geleverd aan de discussie over de noodzaak van integraal watermanagement in relatie tot landbouw.
Van 4–15 mei werd in New York de zeventiende zitting gehouden van de Commissie voor Duurzame Ontwikkeling. Deze functionele VN-commissie komt jaarlijks bijeen om de voortgang te bespreken van de uitvoering van de in 1992 tijdens de Rio Conferentie inzake Milieu en Ontwikkeling aangenomen Agenda-21. In het VN-systeem neemt de CSD een bijzondere plaats in, vooral door de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties die onder andere boeren, jongeren, vakbonden, inheemse volken en vrouwen vertegenwoordigen. Vertegenwoordigers van negen zogenoemde Major Groups nemen zeer actief deel aan de beraadslagingen. Daarnaast kent de CSD een druk programma van side-events waar regeringsdelegaties, Major Groups, bedrijven en organisaties informatie uitwisselen over een veelheid aan gerelateerde terreinen.
De thema’s van Agenda-21 zijn vertaald in een werkprogramma dat de verschillende onderwerpen verdeelt over tweejaarlijkse cycli. Het eerste jaar van elke cyclus wordt besteed aan een ’Review’, het tweede jaar aan de formulering van beleidsaanbevelingen. In 2009 werden beleidsaanbevelingen opgesteld voor de clusters landbouw, land, plattelandsontwikkeling, verwoestijning, droogte, Afrika en de iedere cyclus terugkerende «cross cutting issues and means of implementation». De onderhandelingen hierover werden gevoerd op basis van de in februari tijdens de Intergovernmental Preparatory Meeting (IPM) gepresenteerde voorzitterstekst.
Tijdens de vorig jaar gehouden zestiende zitting van de CSD ben ik gekozen tot voorzitter van CSD17. Ik heb me voorgenomen de CSD tot meer actie te bewegen, onder meer door tastbare beleidsaanbevelingen en inhoudelijke, interactieve politieke discussies tijdens het High Level Segment van CSD17. In de aanloop naar de zitting van CSD ben ik actief betrokken geweest bij de voorbereiding, door onder andere deel te nemen aan regionale CSD-bijeenkomsten in Bangkok (Capacity Development Workshop, Thailand, 28–30 februari 2009) en Windhoek (High Level Meeting: African Agriculture in the 21st Century, Namibië, 9–10 februari 2009), alsmede aan de Governing Council van United Nations Environmental Programme (UNEP).
Onder mijn leiding zijn in het proces vernieuwingen doorgevoerd om het functioneren van de CSD te verbeteren en een grotere betrokkenheid van ministers te realiseren. Zo is voor het eerst gekozen voor een benadering van interactieve ronde tafeldiscussies tijdens het High Level Segment. De thema’s van de rondetafels waren:
(1) Responding to food crisis through sustainable development;
(2) Realizing a Sustainable Green Revolution in Africa;
(3) Integrated Management of land and Water Resources for Sustainable Agriculture and Rural Development.
Na de opening zijn drie dagdelen gevuld met interactieve discussies tussen ministers, andere delegatieleiders en het maatschappelijke middenveld. Daarbij is verzocht geen op papier voorbereide verklaringen voor te lezen. Deze opzet is geslaagd. Door de focus op rondetafels tijdens het High Level Segment is een goed begin gemaakt met een meer interactieve discussie tussen ministers en ook het maatschappelijk middenveld. Dit tot tevredenheid van velen. Nieuw onderdeel voor de CSD is het tot stand brengen van een gemeenschappelijke visie op basis van de discussies tijdens de ronde tafel bijeenkomst. Ook dit is goed ontvangen.
Een derde nieuw element is de keuze voor een interactieve dialoog met het maatschappelijke middenveld en met de wetenschapsgemeenschap. De aanwezigheid van vertegenwoordigers uit de wetenschapppelijke wereld was een novum. Beide dialogen gaven de maatschappelijke en wetenschappelijke organisaties de mogelijkheid om drie uur lang open te discussiëren met ministers. De maatschappelijke organisaties (Major Groups) waren zeer tevreden over het verloop, de openheid en de interactie van deze dialogen.
Tenslotte is het tripartite overleg tussen ministers, hoofden van VN-organisaties en voorzitters van uitvoerende raden en bestuursraden van VN-organisaties voortgezet.
Met de succesvolle uitkomst van CSD17 heeft de VN een duidelijk signaal gegeven over het belang van de landbouw als onderdeel van de oplossing voor de meervoudige crises, de noodzaak van verdere intensiveringen in de landbouw en een duurzame groene revolutie in Afrika.
De belangrijkste uitkomsten zijn van CSD17 zijn:
Landbouw staat centraal in de aanpak voor duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding. Tijdens CSD17 schaarden 180 landen zich achter de roep om een duurzame groene revolutie, waarbij ingezet zal worden op verhoging van de landbouwproductie, productiviteit en duurzaamheid door onder andere het gebruik van innovaties, lokale inheemse kennis, nieuwe technologie in landbouw en efficiënte verspreiding ervan, handelsbeleid en verbetering van markttoegang, langs de vijf sporen van de beleidsnota «Landbouw, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid».
Voor Afrika werd een groene revolutie, om landbouwproductiviteit, voedselproductie en voedselzekerheid te verhogen, specifiek onderstreept. Daarnaast werd opgeroepen tot de verbetering van land governance, duurzaam gebruik van gedeelde waterbronnen en de integratie van adaptatie aan klimaatverandering en verlaging van het risico van rampen.
Duurzame landbouw kan bijdragen aan de mitigatie van klimaatverandering. Anderzijds zal klimaatverandering, als er geen aandacht aan wordt besteed, invloed hebben op landbouwproductie, droogte en verwoestijning met grote consequenties voor arme bevolkingsgroepen.
VN Secretaris Generaal Ban Ki-moon sprak de hoop uit dat de uitkomsten van CSD17 zullen bijdragen aan de klimaatdiscussies in het kader van COP15 in Kopenhagen. Ten aanzien van Afrika werden de mogelijke effecten van klimaatverandering nog extra benadrukt. Beide documenten benadrukken het belang van de landbouw voor klimaat, met name waar het gaat om mitigerende maatregelen en adaptatie. Duidelijk is de oproep om landbouw een plaats te geven in de komende onderhandelingen in het kader van het Klimaatverdrag in Kopenhagen later dit jaar.
Extra investeringen in de landbouw
De noodzaak tot extra investeringen voor duurzame landbouw en rurale ontwikkeling werd erkend door CSD 17. Het slotdocument bevat een oproep om nieuwe en extra middelen beschikbaar te stellen, vooral voor ontwikkelingslanden, voor de verbetering en verduurzaming van de landbouw.
Ten aanzien van biobrandstoffen worden in de tekst de uitdagingen en mogelijkheden van biobrandstoffen benadrukt. Uit de discussie is duidelijk geworden dat steeds meer de noodzaak wordt gezien van duurzaamheidscriteria voor de productie van biobrandstoffen. De rondetafels voor duurzame productie van soja en palmolie en het werk van het G8 Global Bioenergy Partnership kunnen daarvoor een goed voorbeeld zijn.
Voor het eerst is in het kader van de multifunctionele rol van de landbouw een verwijzing opgenomen naar ecosysteem-diensten. Jarenlang hebben met name Latijns-amerikaanse landen zich verzet tegen een dergelijke verwijzing. Het thans opnemen hiervan onderstreept de maatschappelijke waarde van de landbouw die breder is dan de voedselproductie alleen.
In de tekst is speciale aandacht gegeven aan de noodzaak van nieuwe technologieën, zoals bijvoorbeeld biotechnologie, voor het realiseren van voedselzekerheid in de toekomst. Er zijn veel goede en effectieve innovaties en technologieën voor de landbouw aanwezig, maar er is door lidstaten afgesproken om meer in te zetten op het beschikbaar stellen van technologieën, vooral voor kleinere landbouwbedrijven («smallholders») en toegepast op lokale omstandigheden.
Plattelandsontwikkeling en landgebruik
In het kader van plattelandsontwikkeling zijn vooral afspraken gemaakt om het beleid te verduurzamen door versterking van de positie van vrouwen, kleine boeren en inheemse volkeren, en door verbetering van gelijke toegang voor kwetsbare groepen tot land, water, financiële middelen en technologieën.
Naast verbetering van de toegang tot land is eveneens afgesproken om te bevorderen dat land duurzaam en geïntegreerd wordt gebruikt en beheerd, onder andere door het incorporeren van duurzaamheidprincipes in de planning van landgebruik, door behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit en door inventarisatie, toezicht- en controlesystemen voor de ondersteuning van ecosysteemfuncties in het kader van landgebruik.
Ten aanzien van droogte en verwoestijning is onder andere afgesproken financiering te mobiliseren en te verhogen voor onderzoek en ontwikkeling ten aanzien van de onderliggende effecten van droogte, duurzaam landgebruik te versterken en de implementatie van de UN Convention on Combating Desertification (UNCCD) te ondersteunen.
Water in relatie tot landbouw was een van de doorsnijdende thema’s van CSD17 en kreeg dan ook speciale aandacht. Bij alle thema’s van deze CSD-cyclus (landbouw, land, rurale ontwikkeling, droogte, verwoestijning en Afrika) kwam het thema water terug als key-element. Tijdens de openingssessie van het High Level Segment van CSD17 stond de aandacht voor water vooral in het teken van de klimaatproblematiek (droogte, overstromingen). Besproken werden met name de gevolgen van klimaatverandering voor water als één van de natuurlijke hulpbronnen. In de tweede rondetafel Responding to the food crisis through sustainable development op 14 mei stond water centraal in de presentatie van Assistent Director General Alexander Müller van de Food and Agriculture Organisation (FAO). Verschillende delegaties wezen op het belang van de vergroting van doelmatig watergebruik in de landbouwproductie.
De voorzitter van UNSGAB, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem-Alexander, ging in zijn presentaties op donderdag en vrijdag in op de rol van water voor landbouw en ecosystemen. Hij beschreef hoe sterk water, landbouw, rurale ontwikkeling en armoedebestrijding met elkaar verbonden zijn en op welke prioriteiten een wateraanpak gericht zou moeten zijn. Die prioriteiten schetste hij langs de drie «I’s»: Integrated Water Resource Management (IWRM), Innovatie en Implementatie. Er is vooruitgang geboekt op het gebied van IWRM sinds CSD-13, en een belangrijke volgende stap is om nu in te zetten op capaciteitsopbouw voor IWRM, specifiek op lokaal niveau. Om innovatie te stimuleren, moet volgens de voorzitter van UNSGAB meer worden geïnvesteerd in water, volksgezondheid en landbouw. Daarnaast moet ook ingezet worden op innovatie in enerzijds financieringsvormen, zoals creatieve manieren om irrigatiesystemen te financieren, maar ook het verbeteren van toegang tot lokale kapitaalmarkten, microkrediet en microverzekeringen en anderzijds het verspreiden en beschikbaar stellen van technologieën aan kleine boeren. Tot slot noemde hij concrete manieren van implementatie, zoals goed functionerende instituties, investeringen in rurale infrastructuur en verbetering van markttoegang. De voorzitter van UNGSAB vroeg specifiek aandacht voor het gebruik van water in de landbouw. Hij wees daarbij op de veranderende consumptie- en dieetpatronen. Daarbij gaf hij aan: «Let me remind you to one last global trend-our changing consumption patterns and diets. Growing one kilogram of wheat requires about 1,000 liters of water; producing one kilogram of beef demands 16 times that much water. The diets of North Americans and Europeans use about 5,000 liters of water per person per day. Compare that to the vegetarian diets of Africa and Asia, which require on average 2,000 liters. As people climb out of poverty, and change their diets, the demand for water to produce food increases. We cannot expect mankind to change its eating habits overnight, so it is evident that the agriculture and water sector have to join forces and drastically reduce by at least 50% the use of water to produce our future food requirements« (de toespraak is bijgevoegd).
Zijn oproep voor het ineenslaan van de handen van de landbouw en watersector om het gebruik van water drastisch te verlagen voor de voedselproductie in de toekomst, werd door velen onderschreven.
Vooruitgang ten opzichte van CSD8
Tijdens CSD17 stonden de thema’s landbouw, rurale ontwikkeling, land, droogte, verwoestijning en Afrika centraal. De laatste keer dat landbouw en rurale ontwikkeling op de CSD-agenda stonden, was tijdens CSD8 in 2000. Er is een aantal nieuwe onderwerpen naar voren gekomen tijdens CSD17, ten opzichte van CSD8. De belangrijkste zijn:
• Centrale rol van de landbouw voor meervoudige crises en de noodzaak dit hoog op de internationale agenda te houden;
• Klimaatverandering: dit nieuwe thema en met name de rol van landbouw ten aanzien van klimaat werd veelvuldig benadrukt tijdens de vergadering;
• Biobrandstoffen: de erkenning van de zorg die bestaat ten aanzien van competing claims voor voedsel, biodiversiteit en brandstof;
• Noodzaak van grotere investering in de landbouw met name ontwikkelingslanden;
• Technologie en innovatie: hoewel technologische ontwikkeling tijdens CSD8 benoemd werd, is tijdens CSD17 vooral benadrukt dat het gaat om het gebruik en de verspreiding van kennis en technologie en het ondersteunen van duurzame innovaties voor de landbouw;
• Ecosysteem-diensten (ecosystem services): dit thema wordt door een aantal landen, zoals door Argentinië en Australië, benoemd als een marktverstorend instrument. Thans is dit als een van de functies van landbouw wereldwijd erkend.
De gemeenschappelijke visie die ik als voorzitter presenteerde, ging in op de uitdagingen waarvoor landbouw en rurale ontwikkeling staan. Er wordt in principe genoeg voedsel geproduceerd, maar tegelijkertijd leven bijna één miljard mensen van minder dan één dollar per dag. De uitdaging is hoe in 2050 de dan verwachte negen miljard mensen gevoed kunnen worden. Landbouw speelt hier een cruciale rol. Landbouw kan niet langer gezien worden als deel van het probleem, maar moet gezien worden als onderdeel van de oplossing.
Landbouw ligt in het hart van armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en de agenda van klimaatverandering. De landbouw-productiviteit moet verbeteren, vooral in Afrika, maar tegelijkertijd moet het land gekoesterd worden, de grond vruchtbaar gehouden worden en de schaarse waterbronnen behouden blijven. Om een groene revolutie te realiseren, zullen traditionele en inheemse kennis gecombineerd moeten worden met moderne technologieën en recente wetenschappelijke kennis van landbouw en duurzaamheid. Het is cruciaal dat landen ervaringen en innovatieve technologieën delen. Technologie en kennis zijn aanwezig, maar brede verspreiding en beschikbaar maken aan boeren is nog één van de uitdagingen die aangepakt moet worden.
Om dit te realiseren, is politieke wil nodig en steun van de internationale gemeenschap door middel van extra investeringen, zowel publiek als privaat. Investeringen in de landbouw werken alleen als er ondersteunende randvoorwaarden zijn. Publiek-private partnerschappen kunnen daar een rol in spelen.
Maar ook overheidsbeleid en sterke instituties zijn van belang voor een florerende landbouwsector. Goede informatie aan boeren over weer, markten, prijzen, nieuwe marktmogelijkheden en nieuwe methoden zijn essentieel. Dat vereist een versterking van de traditionele informatievoorziening, zoals voorlichting en nieuwe informatie-technologieën.
In de visie wordt eveneens opgeroepen tot internationale duurzaamheidcriteria voor bio-energie met een verwijzing naar het werk van het Global Bio-Energy Partnership (GBEP) en de Round Table on Responsible Soy.
Landbouw en water worden in de visie genoemd als belangrijke thema’s voor verdere landbouwontwikkeling. De landbouwsector is een grootverbruiker van water. Het nog onverkende potentieel van adequaat en efficiënt watermanagement moet aangeboord worden door verandering in beleid en productietechnieken.
Een groene revolutie in de landbouw is de kern van de groene economie. Duurzame landbouw en veehouderij-praktijken en duurzame biobrandstofproductie spelen een belangrijke rol in de klimaataanpak. Landbouw en plattelandsherstel staan aan de basis van de bio-based economieën van de toekomst.
De achtiende CSD sessie zal plaatsvinden van 3–14 mei 2010 en zal worden voorgezeten door de heer Luis Alberto Ferraté, minister van Milieu en Natuurlijke Hulpbronnen van Guatemala. De thema’s van deze sessie zullen zijn:
• Transport: de energieconsumptie en de verslaving aan fossiele brandstoffen;
• Chemicaliën: gevolgen voor gezondheid en milieu;
• Afval: afvalverwerking en -benutting;
• Mijnbouw: onverantwoordelijke mijnbouw en vervuiling;
• Duurzame consumptie en productie: tienjarenprogramma Marrakech Proces.