Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2009
Hierbij bieden wij u een overzicht aan van de bezoeken die wij het afgelopen half jaar aan het buitenland (1 januari–30 juni 2009) hebben gebracht. Tevens geven wij u inzicht in aanleiding, opzet en resultaten van deze bezoeken.
Deze brief gaat niet in op de reguliere EU-raden van ministers. Wij informeren de Tweede Kamer hier op reguliere basis separaat over. En marge van deze Europese Raden bestaat informeel contact met collega-bewindspersonen van andere lidstaten.
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven
De staatssecretaris van Economische Zaken
F. Heemskerk
OVERZICHT REIZEN BEWINDSPERSONEN MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Nederland is voor zijn welvaart meer dan de meeste Europese landen afhankelijk van goede economische relaties met het buitenland. De in- en uitvoer van goederen en diensten, investeringen in het buitenland en buitenlandse investeringen in Nederland, en een uitstekende dienstverlening die Nederland tot het distributiecentrum van Noordwest Europa maakt, staan daarin centraal. Zo was Nederland in 2007 wereldwijd de 6e exporteur van goederen en de 11e van diensten. Daartegenover nam het een 8e plaats in als importeur van goederen en een 10e van diensten. Naar uitgaande investeringen gekeken neemt Nederland de 6e plaats in de wereld in. Wat inkomende investeringen betreft bezet het een 5e plaats1.
Uiteraard is internationaal ondernemen primair een verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf, maar actieve ondersteuning door de overheid vergroot kansen en mogelijkheden. Haar rol is hier steeds meer van betekenis. In opkomende markten spelen overheden een belangrijke rol. De Nederlandse overheid moet daar aanhaken bij sectoren waar de overheid een cruciale partner is zoals bij infrastructuur, water en de zekerheidsstelling van de energievoorziening. Voor energie waarvan de urgentie steeds toe neemt is een speciale plaats ingeruimd. Voor het bedrijfsleven is daarbij vooral de inzet van het Ministerie van Economische Zaken van doorslaggevend belang. Onze buitenlandse bezoeken spelen daar een sleutelrol bij. Zij betekenen een vorm van economische diplomatie die in toekomst ongetwijfeld steeds belangrijker zal worden.
Vaak lopen bedrijven in het buitenland tegen knelpunten op zoals ondoorzichtige wet- en regelgeving, een ongelijk speelveld, gebrekkige toegang tot bepaalde bedrijven of andere verhoudingen tussen private en publieke sector. Het bedrijfsleven vraagt op deze gebieden een (pro-)actieve ondersteuning van de overheid op zowel ontwikkelde als opkomende markten. Via onze bezoeken leggen wij contacten, bouwen netwerken en persoonlijke relaties op en verruimen ons invloedsbereik bij betrokken overheden en andere belangrijke spelers in het buitenland zoals bedrijven en ondernemersorganisaties en bedrijven. Ons optreden als bewindslieden schept daarbij mogelijkheden die de positie van het Nederlandse bedrijfsleven belangrijk versterkt. Uiteraard speelt het postennet hier ook een belangrijke rol bij. Deze contacten kunnen niet louter incidenteel zijn maar behoeven onderhoud en voortdurende aandacht. Dit geldt vooral voor die landen waar sprake is van een sterke overheidsinmenging in de economie.
Hieronder volgt een toelichting op de belangrijkste thema’s die tijdens onze bezoeken een rol spelen, te weten internationaal ondernemen, energie, innovatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Het thema internationaal ondernemen is één van de belangrijke doelstellingen van onze bezoeken. De meeste economische missies worden in het kader van de strategische reisagenda uitgevoerd, die op verzoek van de Dutch Trade Board is samengesteld in samenwerking met economische gerelateerde departementen en decentrale overheden. Bij de meeste van deze bezoeken wordt de bewindspersoon vergezeld van een bedrijvendelegatie. Terwijl wij een officieel programma volgen wordt voor de bedrijvendelegatie gewoonlijk een individueel matchmakingprogramma georganiseerd. Op gezette momenten haakt de bedrijvendelegatie weer aan bij onze officiële activiteiten. Voor het bedrijfsleven ligt tijdens de missies de nadruk vooral op marktverkenning en het leggen en/of onderhouden van contacten. Uit evaluaties van voorgaande economische missies blijkt dat dit in belangrijke mate op de langere termijn vruchten afwerpt zoals in de vorm van contracten.
Internationaal ondernemen speelt zich af in een steeds meer globaliserende wereld. Het Nederlandse bedrijfsleven zou meer moeten profiteren van de mogelijkheden die de oplevende wereldcultuur en wereldhandel bieden. Een belemmering hierbij vormen de sterk gestegen kosten in Nederland, als ook een achterblijvende innovatiekracht. Juist in de huidige financiële en economische crisis is het van belang onnodige achterstand te voorkomen. Toch is ook nu de inzet om de positie van Nederland in de top in de wereldhandel te behouden, waarbij uiteraard geldt dat Nederland concurrerend moet blijven ten opzichte van andere ontwikkelde landen.
Extra inzet leveren we op die gebieden waar het Nederlandse bedrijfsleven zich onderscheidt en die internationaal als onze sterktes worden gezien zoals onze sleutelgebieden1. Verder kan worden gedacht aan infrastructuur, transport en logistiek, milieu en energie (dit onderwerp komt hierna separaat aan de orde). Ons internationaal ondernemen is breed qua sectoren, maar gericht op een beperkt aantal landen waar we menen werkelijk het verschil te kunnen en willen maken. In alfabetische volgorde zijn dit: Brazilië, China, Duitsland, Frankrijk, de Golfstaten, India, Japan, Oekraïne, Polen, Roemenië, Rusland, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten/Canada en Vietnam (zie verder Kamerbrief Internationaal Ondernemen).
In de het huidige tijdperk is het belang van zekerstelling van de energievoorzieing en de vergroting van de mogelijkheden van het Nederlands bedrijfsleven om hierbij een rol te spelen steeds actueler geworden. De overheid speelt in de energiesector, zeker in olie- en gasproducerende landen, een allesbepalende rol. Dat betekent dat contacten tussen bewindslieden en overheden essentieel zijn om kansen te scheppen voor het Nederlandse bedrijfsleven.
De voor energie prioritaire landen zijn de volgende olie- en gasproducerende staten: Algerije, Kazachstan, Rusland en Saoedi-Arabië (zie Energierapport 2008). Daarnaast verdienen nieuw opkomende gaslanden onze aandacht. Om die reden is er een bezoek afgelegd aan Angola en zijn er contacten met Egypte. Daarnaast krijgen ook doorvoerlanden als Oekraïne en Turkije aandacht.
Omdat Nederland over niet al te lange termijn een netto-importeur van gas wordt, willen we onze huidige sterke positie op het gebied van aardgas benutten om de Gasrotonde van Noordwest-Europa te worden. Dit versterkt de economische en handelsfunctie van Nederland als energieland. Overigens zal de Gasrotonde ook een bijdrage leveren aan onze voorzieningszekerheid, omdat we zo de infrastructuur hebben om gas uit vele delen van de wereld te betrekken.
Daarom heeft de minister de eerste helft van 2009 bezoeken gebracht aan gasproducerende landen als Algerije, Rusland, Angola en Noorwegen, aangezien deze op termijn belangrijke leveranciers voor de Gasrotonde kunnen zijn. De komende twee jaar zal de minister deze lijn voortzetten en haar internationaal beleid nog meer richten op gasdiplomatie en diversificatie van gasleveranciers. Doelen daarbij zijn:
– presentatie van Nederland als het logistiek en distributiecentrum in Noord West-Europa;
– verkenning van mogelijkheden voor de Nederlandse energie respectievelijk gassector (vertegenwoordigers van relevante bedrijven gaan vaak mee);
– opening van deuren voor Nederlandse bedrijven om op termijn gascontracten te sluiten, te participeren in Liquefied Natural Gas (LNG)-projecten en het stimuleren van investeringen in de energie-infrastructuur van Nederland (gedacht kan worden aan bijvoorbeeld gasopslag).
Het gaat bij de bezoeken niet alleen over gas of fossiele brandstoffen. Steeds vaker staan energie-efficiency en duurzame energie op de agenda, waarbij landen belangstelling hebben voor Nederlandse technologie. Dat gebeurt zelfs bij belangrijke olie- en gasproducenten als Algerije, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, landen die duurzame energie aan het ontdekken zijn en er soms al fors in investeren.
Doel bij onze bezoeken is aanreiking en uitwisseling van «best practices» van innovatiebeleid en stimulering van de internationale samenwerking op een aantal technologiegebieden. Hierbij ligt de focus vooral op de sleutelgebieden waar Nederland voorop loopt en in samenwerking met andere landen de positie nog verder denkt te kunnen versterken: nano-elektronica, voedsel, life sciences en gezondheid, watertechnologie en maritieme activiteiten, automotive systemen, nieuwe materialen en creatieve industrie. Prioriteitslanden zijn onder meer China, India, Japan en de Verenigde Staten, maar ook België, Duitsland en Frankrijk.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
MVO vormt een integraal onderdeel van economische missies. Het doel is om bedrijven instrumenten te bieden om rekening te houden met de maatschappelijke effecten van hun ondernemen. Daarnaast bieden de missies een uitstekende gelegenheid om MVO thema’s aan te kaarten richting buitenlandse overheid, bedrijfsleven en NGO’s. Uitgangspunt hierbij is dat MVO voor alle partijen van belang is en een win-win situatie oplevert. Bovendien biedt MVO het bedrijfsleven een kans om ons op internationale markten te onderscheiden. Nederland loopt hierin zelfs voorop. Concreet betekent dit dat MVO waar mogelijk onderdeel is van het programma, onder andere in gesprekken met bewindspersonen en NGO’s, informatieverstrekking aan de missiedeelnemers, discussies met het lokale en Nederlandse bedrijfsleven en bij bedrijfsbezoeken. Met de landen Turkije, Rusland, India, China, Golfstaten werken wij aan het opzetten van een bredere agenda van samenwerking, kennisuitwisseling en dialoog over MVO, waarbij missies uitstekende contactmomenten zijn.
Onderstaand treft u een gedetailleerd overzicht van onze bezoeken over de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2009 die wij hebben gemaakt.
Bezoeken minister van Economische Zaken:
Bilateraal bezoek Algerije (10–11 januari 2009)
De minister heeft 10–11 januari jl. Algerije bezocht. Hierbij werd zij vergezeld door een aantal CEO’s van Nederlandse energiebedrijven. Doel van het bezoek was het tot stand brengen van samenwerking op het terrein van energie in het kader van de energievoorzieningszekerheid en het verbreden van de economische betrekkingen met Nederland. De minister heeft gesprekken gevoerd met de minister van Energie Khelil, de minister van Handel en Investeringsbevordering Temmar en de minister van Landbouw Benaissa. Ook is gesproken met een Algerijnse ondernemersorganisatie en met voedselimporteurs, waarbij met name de handelsbelemmeringen die ondernemers aan beide zijden ondervinden zijn belicht. De meereizende Nederlandse CEO’s hebben gesproken met de staatsonderneming Sonatrach over eventuele LNG-leveranties en hebben verschillende voorstellen voorgelegd om de nagestreefde samenwerking op het terrein van energie vorm te kunnen geven.
Dit bezoek kan als een belangrijke stap worden beschouwd voor de intensivering van de economische betrekkingen met Algerije. Het land zal op termijn één van de belangrijkste gasleveranciers van Europa worden. Het samen optrekken van de Nederlandse overheid en bedrijven was een goede formule om Nederland als Gasrotonde te presenteren en de mogelijkheden te vergroten om op termijn Algerijns LNG in ons land te introduceren en de samenwerking op economisch gebied te intensiveren.
Bezoek start Sachalin 2 (17–19 februari 2009)
De minister bracht van 17–19 februari jl. een bezoek aan Sachalin. Zij woonde de plechtige ingebruikstelling van de LNG-installatie (liquefaction) bij als onderdeel van het Sachalin II project van Gazprom, Shell, Mitsui en Mitsubishi. De minister verving hierbij minister-president Balkenende, die hiervoor door President Medvedev was uitgenodigd maar verhinderd was. Nederland heeft zich ten tijde van het geschil tussen Shell en de Russische overheid over de kosten zeer ingespannen om tot een goede oplossing te komen. De laatste jaren zijn de verhoudingen tussen alle partijen flink verbeterd. Het lag daarmee voor de hand dat Nederland gevolg zou geven aan de uitnodiging.
Belangrijkste activiteiten betroffen, naast het bijwonen van het officiële programma (met onder meer President Medvedev en de voorzitters van Shell en Gazprom), gesprekken met de Russische President, de minister voor Energie Shmatko en Gazprom-CEO Miller. Met haar aanwezigheid in Sachalin heeft de minister betrokkenheid bij dit project getoond en zijn ook de bilaterale relaties met Rusland verstevigd.
Deelname Conferentie «Seeking a Common Resolution for Energy Security» en bilaterale gesprekken in Istanbul (28 april 2009)
De minister is op uitnodiging van voormalig Turkse minister voor Energie Güler op 28 april jl. als «key note spreker» opgetreden bij de Conferentie «Seeking a Common Resolution for Energy Security» in Istanbul. Voornaamste reden om deel te nemen was om de goede bilaterale relatie met Turkije, met name op het terrein van energie te onderstrepen. Turkije is een belangrijk (potentieel) doorvoerland. Het is onder andere relevant vanwege de voorgenomen bouw van de Nabucco-gaspijpleiding.
En marge van de conferentie heeft de minister ook gesprekken gevoerd met toen nog Turkse minister voor Energie Güler, EU Commissaris Piebalgs en de Kazachse minister voor Energie Mynbayev. Helaas waren de Russische minister voor Energie Shmatko en de Azeri minister voor Energie Aliyev op het laatste moment verhinderd om te komen waardoor de geplande bilaterale gesprekken niet doorgingen. Voorts heeft de minister gesprekken gevoerd met een aantal vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven ter plaatse en de board van Turkse werkgeversorganisatie Tüsiad over de brede buitenlandse economische betrekkingen.
Bilateraal bezoek Angola met een parallelle bedrijvenmissie (29 maart–1 april 2009)
De minister heeft van 29 maart–1 april jl. met een parallelle bedrijvenmissie bestaande uit 36 bedrijven Angola bezocht. Doel van de missie was intensivering van de samenwerking op het gebied van gas en olie, infrastructuur, transport en havenontwikkeling. Angola is een van de belangrijkste energielanden van Afrika aan het worden en is bezig met het opzetten van een gasindustrie. Het heeft vooral veel te bieden op het gebied van LNG.
Er zijn gesprekken gevoerd met de Angolese premier Kassoma, minister van Economie Nunes Júnior, minister van Transport da Silva Tomás, minister van Petroleum Botelho de Vasconcelos en drie viceministers van Energie Borges, Onderwijs do Nascimento en Buitenlandse Zaken Gambôa. Verdere onderdelen van het programma betroffen de opening van een bedrijvenseminar, deelname aan een ronde tafel discussie met vertegenwoordigers van de Angolese overheid en wetenschappelijke wereld, en gesprekken met cruciale partners op het terrein van energie, zoals de CEO van staatsbedrijf Sonangol/Sonangas.
Zowel voor de bedrijven als voor de overheid geldt dat de relaties met Angola zijn geïntensiveerd. Een brede en sterke basis is gelegd om de economische betrekkingen met Angola verder uit te bouwen. Zo hebben de in LNG- en LNG-sector geïnteresseerde Nederlandse bedrijven dankzij de samenwerking met de Nederlandse overheid toegang tot cruciale spelers in Angola gekregen om verdere gesprekken te voeren over eventuele samenwerking op het terrein van LNG. Tenslotte is een intentieverklaring voor een investeringsbeschermingsovereenkomst getekend.
Bilateraal bezoek Noorwegen (27 mei 2009)
De minister bracht op 17 mei jl. een bezoek aan Noorwegen. Directe aanleiding was de uitnodiging van Premier Stoltenberg voor deelname aan een CCS-conferentie in Bergen. Een goede relatie met Noorwegen is van belang aangezien het in de toekomst een belangrijke rol zal spelen als energieleverancier.
Tijdens de CCS conferentie vervulde de minister een actieve rol in het ministeriële panel, waarbij zij toelichting gaf op lopende demonstratieprojecten in Nederland en de noodzaak onderstreepte van een goede dialoog met het bredere publiek om het draagvlak voor CCS-projecten te vergroten. Daarnaast heeft de minister een gesprek gevoerd met de Noorse minister van Petroleum en Energie Riis-Johansen en bracht zij een werkbezoek aan de CCS-faciliteit op Sleipner. Tijdens het bilaterale gesprek met Riis-Johansen werd over verschillende energie onderwerpen gesproken, waaronder de positieve ervaringen met de elektriciteitskabel Norned die sinds medio 2008 Nederland en Noorwegen verbindt. Het bezoek heeft bijgedragen aan versteviging van de bilaterale relaties.
Deelname/spreker Economisch Forum in Sint Petersburg (4–6 juni 2009)
De minister bezocht van 4–6 juni jl. het «International Economic Forum» in Sint Petersburg. Doel van het bezoek was discussie met buitenlandse collega’s en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven over de energievoorziening en oplossingen voor de economische en financiële crisis en het belang van een robuust innovatiebeleid daarbij. Verder hield de minister een toespraak over het stimuleren van energie-efficiëntie en ging zij in op de concrete stappen die de Nederlandse overheid heeft genomen om een grotere energie-efficiëntie te bewerkstelligen.
Tijdens het Forum voerde de minister gesprekken met een aantal collega ministers: de Russische ministers Shmatko van Energie en Nabiullina van Economische Ontwikkeling. Er werd gesproken over de actuele ontwikkelingen rond de energievoorziening en de brede bilaterale economische betrekkingen tussen Nederland en Rusland. Tevens voerde zij een gesprek met de directeur van het Internationaal Energie Agentschap Tanaka over de ministeriële IEA-vergadering van 2009 in Parijs, en besprak zij met de heer Medvedev, plaatsvervangend directeur van Gazprom, de voortgang in enkele gezamenlijke projecten, zoals o.a. «Nordstream».
Het bezoek aan het Sint-Petersburg heeft geleid tot een verdieping van de bilaterale relaties met Rusland en was bovendien nuttig voor het bespreken van de voortgang van een groot aantal samenwerkingsprojecten.
Bezoeken staatssecretaris van Economische Zaken
Economische missie samen met het Kroonprinselijk paar aan Oman en de Verenigde Arabische Emiraten en bezoek «World Future Energy Summit» (15–20 januari 2009)
De staatssecretaris bezocht met een economische missie Oman en de Verenigde Arabische Emiraten. Tegelijkertijd brachten ZKH de Prins van Oranje en HKH Prinses Máxima een officieel bezoek aan deze landen. Doel van deze missie was de versteviging van de bilaterale betrekkingen, met een nadruk op de economische betrekkingen, het onderhouden van goede contacten op het hoogste niveau en het benadrukken van expertise van Nederland in twee kansrijke sectoren: duurzame energie en watertechnologie.
Het programma bestond voornamelijk uit ontmoetingen met hoogwaardigheidsbekleders, rondetafelbijeenkomsten op CEO niveau, ontvangsten Nederlandse Gemeenschap (zowel in Muscat als in Dubai), evenementen met het lokaal actieve Nederlands bedrijfsleven en een bedrijvenbeurs bezoeken. Zowel in Muscat als in Abu Dhabi werd in samenwerking met het NWP een waterseminar georganiseerd. Tevens werd met het VNO-NCW een CEO ronde tafel gehouden. Ook stond in Abu Dhabi in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken een «Holland Paviljoen» op het driedaagse World Future Energy Summit (WFES) met ongeveer 30 deelnemende bedrijven. In Dubai werd samen met het Havenbedrijf Rotterdam (HBR) een ronde tafel georganiseerd en werd een «Financiële Lunch» gehouden met aanwezigheid van sleutelfiguren uit de Emirati financiële wereld.
Dankzij de zeer gewaardeerde aanwezigheid van het koninklijk paar konden op het hoogste niveau de banden worden aangehaald. Tevens had hun aanwezigheid een grote uitstraling op het Nederlandse bedrijfsleven (zowel het meereizende als het lokaal actieve).
Economische missie India (8–12 februari 2009)
De staatssecretaris leidde van 8–13 februari jl. een economische missie naar India. Hij werd vergezeld door ruim veertig bedrijven en onderwijsinstellingen. De missie richtte zich primair op het versterken en uitbouwen van de economische betrekkingen, met als belangrijkste prioriteiten de bevordering van de samenwerking tussen het Indiase en Nederlandse bedrijfsleven in de sectoren ICT, biotechnologie, design, scheepsbouw en luchtvaart, verdieping van de samenwerking op het terrein van wetenschap en technologie en de promotie van Nederland als vestigingsland met een goed ondernemersklimaat en als «Gateway to Europe».
De staatssecretaris bezocht in India drie steden: Delhi, Pune en Mumbai. Een deel van de delegatie heeft de steden Bhavnagar, Surat en Bangalore aangedaan. Tijdens het bezoek vonden gesprekken plaats met onder meer de minister van Handel en Industrie Nath, minister voor Wetenschap en Technologie Sibal en minister voor «Corporate Affairs» Gupta en werden verschillende bedrijfsbezoeken afgelegd. Ook vond een drietal seminars plaats, respectievelijk op het terrein van toerisme, scheepsbouw en investeringsacquisitie. Er werd een tiental samenwerkingsverbanden en contracten getekend. De matchmaking heeft geleid tot nuttige contacten voor het bedrijfsleven en tot serieuze opties voor contracten.
Bilateraal bezoek Verenigd Koninkrijk (19 februari 2009)
Op 19 februari jl. bracht de staatssecretaris een bezoek aan Londen. Verenigd Koninkrijk is een belangrijke gesprekspartner van Nederland (binnen onder meer de EU en WTO) en een belangrijke handels- en investeringspartner (grote belangen Nederlandse bedrijfsleven, volop kansen Nederlandse MKB). Gesproken werd met «Business Secretary» Mandelson, Plaatsvervangend Directeur-generaal van de «Confederation of British Industries» Cridland en tijdens de lunch met een gezelschap vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven. Belangrijkste onderwerpen van gesprek waren: economische diplomatie (aankaarten van Nederlandse bedrijfsbelangen op politiek niveau), economische recessie en gevolgen voor Brits en Nederlands bedrijfsleven, belang van tegengaan van protectionistische tendensen binnen de EU, deelname van Nederland aan de G20 top in Londen 2 april jl. en voortgang Doha ronde.
Bilateraal bezoek Verenigde Staten (22–26 maart 2009)
De staatssecretaris heeft in de Verenigde Staten de plaatsen New Orleans en Washington bezocht. De reis was een vervolg op de reis van het bezoek van zijn voorganger staatssecretaris Van Gennip. Tijdens het bezoek aan New Orleans is uitgebreid gesproken met zowel de Nederlandse watersector als de lokale en regionale overheid. Onderwerpen van gesprek waren de activiteiten van het Nederlandse bedrijfsleven na de orkaan Katrina en de kansen voor dit bedrijfsleven nu er federaal geld beschikbaar komt met de stimuleringsmaatregelen van President Obama. In Washington heeft de staatssecretaris een kennismakingsgesprek gehad met de «United States Trade Representative» (USTR) Kirk. Naast dit gesprek is er o.a. gesproken met vertegenwoordigers en medewerkers van de Senaat en wetenschappers over de kans op slagen van de Doha ronde en Kopenhagen. Op de laatste dag stond een toespraak op de conferentie «The Next Frontier: Rethinking the Global Trade System» op het programma. Hier vonden tevens bilaterale gesprekken plaats met o.a. Nobel prijs winnaar Krugman, Zweedse minister voor Buitenlandse Handel Björling en voormalig «EU Trade Representative» Schwab. Naast promotie en ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven betekende de reis de eerste ontmoeting met de nieuwe administratie in de Verenigde Staten en de belangrijkste spelers betreffende bilaterale en multilaterale verdragen.
Bilateraal bezoek België (9 april 2009)
De staatssecretaris heeft op 9 april jl. een bezoek gebracht aan België. Doel van het bezoek was het versterken van de bilaterale economische betrekkingen, met name op het gebied van internationaal ondernemen en ICT. Het bezoek bestond uit gesprekken met de federale minister voor Ondernemen en Vereenvoudingen (in portefeuille ook telecom) Van Quickenborne en de Vlaamse en Waalse ministers van Economische Zaken, Ceysens en Marcourt. Daarnaast had de staatssecretaris een lunch met het Nederlandse bedrijfsleven en waren er werkbezoeken aan TNT Expresse Eurohub Airport Logistics beide in Luik. Belangrijkste uitkomsten zijn: de afsluiting van een Memorandum of Understanding met minister Van Quickenborne om op het terrein van ICT en telecombeleid op een viertal onderwerpen meer samen te werken (het verspreiden van de expertise in het omgaan met computers en digitale diensten, gebruik Nederlandse DQ test in België, bevorderen open standaarden, aanpakken oneerlijke handelspraktijken en overschrijdende acquisitiefraude) en de afspraak om meer samen te werken op het gebied van internationaal ondernemen.
Economische missie Zuid-Afrika en Mozambique (10–17 mei 2009)
Minister van Ontwikkelingssamenwerking Koenders en de staatssecretaris hebben van 10–17 mei jl. een bezoek gebracht aan Zuid-Afrika en Mozambique met een brede delegatie van 44 bedrijven en kennisinstellingen. De focus lag bij de economische missie op twee sectoren waarin Nederland excelleert en die Zuid-Afrika en Mozambique verbinden: corridorontwikkeling in Zuidelijk Afrika en de watersector. Er zijn in Zuid-Afrika gesprekken gevoerd met de nieuwe minister van Industrie en Handel Davies en de minister van Onderwijs Nzimande. In Mozambique is onder meer gesproken met Premier Diogo, minister van Buitenlandse Zaken Baloi, minister van Financiën Chang, minister van Industrie en Handel Fernando en minister van Transport Zucula. Uit de gesprekken kwam duidelijk naar voren dat de uitdagingen waarvoor beide landen zich gesteld zien, zoals armoedebestrijding en het bereiken van de milleniumontwikkelingsdoelstellingen, niet uitsluitend door het publieke domein benaderd kunnen worden: de private sector speelt hierbij een onmisbare rol. Er werd ingezet op nieuwe samenwerkingsverbanden met private en publieke partijen die onze toekomstige relatie vorm geven, met spin-off voor zowel Nederland als Zuid-Afrika en Mozambique. De matchmaking heeft geleid tot nuttige contacten voor het bedrijfsleven en tot serieuze opties voor contracten. Daarnaast is een aantal samenwerkingsovereenkomsten getekend op het terrein van onderwijs, water en economische samenwerking met de gemeente Saldana in Zuid-Afrika.