Voorgesteld 11 december 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat kennis van de mensen- en kinderrechten van fundamenteel belang is voor de verwezenlijking ervan, en dat Nederland op dit gebied verplichtingen heeft zoals vastgelegd in het Kinderrechtenverdrag en uitgewerkt in het VN-Actieplan;
van mening, dat iedereen in Nederland bekend dient te zijn met de mensenrechten;
overwegende, dat recent onderzoek laat zien dat in diverse vakken aandacht kan worden besteed aan democratie, burgerschap en aanverwante zaken, maar dat mensen- en kinderrechten in de praktijk onvoldoende structurele en expliciete aandacht krijgen in de lesmethodes in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs;
verzoekt het kabinet met respect voor de onderwijsvrijheid en de bevindingen van de commissie Onderwijsvernieuwing te bekijken hoe mensenen kinderrechten wel de noodzakelijke aandacht binnen het onderwijscurriculum kunnen krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Pechtold