Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2008
Graag informeer ik u mede namens de minister-president over het bezoek dat hij van 23 tot 29 oktober 2008 aan China heeft gebracht. De minister-president werd bij onderdelen van het bezoek begeleid door minister Verburg, staatssecretaris Heemskerk en mijzelf. Doelstelling van het bezoek was een verdere impuls te geven aan de bilaterale betrekkingen op politiek, economisch en maatschappelijk gebied. Met het bezoek is het bilaterale partnerschap, dat voor Nederland en China van strategisch belang is, bestendigd.
De minister-president sprak met de Chinese premier Wen Jiabao over de bilaterale betrekkingen op diverse terreinen. Zij constateerden dat de bilaterale betrekkingen uitstekend waren. Er is een basis van wederzijds vertrouwen en wederzijds respect, hoewel Nederland en China op sommige onderwerpen van mening verschillen. Ondanks verschillende achtergronden was er een goede basis voor nauwere samenwerking, aldus Wen. Volgens Wen was de relatie met Nederland van strategisch, langetermijn belang. Beiden onderstreepten het belang van gelijkheid, vertrouwen en wederzijds respect.
Er vond een intensieve gedachtenwisseling over de mensenrechten plaats. De minister-president benadrukte het belang van vrijheid van meningsuiting. Hij vroeg aandacht voor de positie van mensenrechtenverdedigers en gaf aan dat grotere transparantie van groot belang was. Daarom zouden burgers ook misstanden moeten kunnen signaleren op terreinen als milieu en HIV-aids. Wen wees erop dat China naast economische ook politieke hervormingen doorvoerde om groei, sociale gelijkheid en rechtvaardigheid te bereiken. De minister-president zei tevreden te zijn over de programma’s met China inzake juridische samenwerking. Wen zag de toekenning van rechtsmacht aan het Hooggerechtshof bij de doodstraf als onderdeel van de juridische hervormingen. China was nu zorgvuldiger bij de toepassing van de doodstraf. Ook vroeg de minister-president om aandacht voor de positie van minderheden. Wat betreft Tibet sprak hij, met verwijzing naar het gesprek bij de Olympische Spelen, de hoop uit dat op korte termijn nieuwe contacten zouden plaatsvinden met de gezanten van de Dalai Lama. Wen benadrukte dat China respect had voor de Tibetaanse cultuur.
Wen zei dat China net als Nederland hecht aan de mensenrechten. China was bereid de intensivering van de dialoog en samenwerking met Nederland op mensenrechtengebied voort te zetten. Daarbij ging het er in zijn ogen om het wederzijds begrip te bevorderen. Zowel Wen als de minister-president wezen op de dialoog tussen beider mensenrechtenambassadeurs, die binnenkort weer zal plaatsvinden. De minister-president benadrukte dat Nederland constructief, kritisch en betrokken is ten aanzien van de mensenrechtensituatie in China. Hij wees op het belang van vrijheid van religie. Bezoeken zoals dat van de State Administration for Religious Affairs waren van belang om de dialoog met elkaar over vrijheid van religie te voeren. Daarnaast zei hij dat ratificatie van het BuPo-verdrag belangrijk was. Het bezoek van de delegatie van het Nationaal Volkscongres aan Nederland was hiervoor nuttig. Wen stelde dat de Chinese autoriteiten hard werkten om de verschillen tussen de nationale wetgeving en het BuPo-verdrag te verkleinen. Daarmee zal het ratificatieproces worden versneld. Op het gebied van persvrijheid was de behandeling van buitenlandse journalisten volgens Wen een voorbeeld van het beleid van «opening up». De minister-president pleitte ervoor deze verruiming ook toe te passen op de situatie voor Chinese journalisten.
Op economisch gebied spraken de minister-president en premier Wen hun tevredenheid uit over de goede samenwerking op landbouwgebied en de ondertekening van het varkensprotocol, dat later die dag door minister Verburg en haar Chinese collega plaatsvond. Zij spraken de hoop uit dat op basis daarvan de bilaterale handel in varkensvlees spoedig tot stand zal komen. De minister-president wees ook op het belang van een intensievere samenwerking op het gebied van zaadveredeling, sierteelt en biotechnologie. Daarbij was bescherming van kwekersrecht een belangrijk aspect. Voorts moedigde hij Chinese investeringen in Nederland aan.
De minister-president en premier Wen spraken ook over de financiële crisis. De minister-president riep op tot meer samenwerking op het gebied van toezicht, risicomanagement, informatie-uitwisseling en beleidsafstemming, ook in multilateraal verband. Volgens premier Wen moest de internationale gemeenschap meer maatregelen nemen om het macro-economisch beleid te versterken.
In hun gesprek tijdens een courtesy call op 23 oktober benadrukten de minister-president en president Hu de goede betrekkingen tussen Nederland en China. President Hu waardeerde de samenwerking op maatschappelijk en juridisch gebied, die heeft bijgedragen aan juridische hervormingen in China. De minister-president verwees naar de resultaten van het gesprek met premier Wen inzake mensenrechten. Ook gaf hij aan dat China een belangrijke rol kon spelen bij het bevorderen van de stabiliteit op financiële markten. President Hu bevestigde dat China met de internationale gemeenschap zal blijven samenwerken om dit te bevorderen. Hij pleitte voor nauwere samenwerking tussen de EU en China op dit punt. Ook spraken de minister-president en president Hu over de goede samenwerking op landbouwgebied.
Met vice-president Xi Jinping sprak de minister-president over de bilaterale relaties en de toekomstige ontwikkeling van China. Volgens beiden moesten de banden op economisch en politiek gebied verder aangehaald worden. De minister-president signaleerde de goede samenwerking op onder andere het gebied van juridische samenwerkingsprojecten. Vice-president Xi stelde dat China vast zal houden aan het hervormings- en opendeurbeleid en zich blijft committeren aan het pad van vreedzame ontwikkeling. De organisatie van de Olympische Spelen had het Chinese zelfvertrouwen veel goed gedaan. Volgens hem was China een verantwoordelijke speler op het internationale toneel.
De minister-president en ik hebben een gesprek gevoerd met mensenrechtenexperts op het gebied van vrijheid van religie, vrijheid van meningsuiting en arbeidsrecht. Zij gaven aan dat op het gebied van individuele godsdienstbeleving de afgelopen 30 jaar grote vooruitgang was geboekt. Wat betreft de positie van de huiskerken, die zich onttrekken aan registratie, proefden zij enige beweging in het beleid van de Chinese autoriteiten. De aandacht van de internationale gemeenschap voor dit thema droeg daaraan bij. Op het gebied van vrijheid van meningsuiting zagen zij over het algemeen een verbetering voor de media en vrije nieuwsgaring. Geleidelijk lijken de Chinese autoriteiten zich bewust te raken dat een ongefilterde weergave van het nieuws een positieve bijdrage kan leveren aan de beeldvorming over China. De Olympische Spelen hadden vooral positieve gevolgen gehad voor de buitenlandse media. De experts gaven alle aan dat het belangrijk was vooral de dialoog met de Chinese autoriteiten te zoeken en niet het instrument van sancties te gebruiken. Daarbij moest de juiste toon worden getroffen.
Ik heb zelf vertrouwelijke gesprekken gevoerd met drie mensenrechtenverdedigers: de advocaat Teng Biao, de huiskerkactivist Fan Yanfeng en de anti-aidsactivist Wan Yanhai. Ik heb hierin mijn respect uitgesproken voor hun moed en vastberadenheid. Zij gaven aan dat de mensenrechtensituatie de afgelopen 20 jaar vooruit is gegaan, al blijven aanzienlijke verbeteringen nodig. Zij benadrukten dat het belangrijk was dat de internationale gemeenschap op een constructieve wijze het belang van verbetering van de mensenrechtensituatie bij de Chinese autoriteiten aan de orde moesten stellen. Daarbij ging het om mensenrechten, ratificatie van internationale verdragen en versterking van de rechtsstaat. Daarnaast gaven zij aan dat verandering van de situatie in China vooral van binnenuit moest komen. Vanzelfsprekend hebben wij ook van gedachten gewisseld over hun persoonlijke situatie. Op basis hiervan kom ik tot de conclusie dat deze sinds de Olympische Spelen iets is verbeterd.
Ik heb ook met een ngo-vertegenwoordiger gesproken over de situatie in Tibet. Sinds het einde van de onlusten eerder dit jaar hing er een gespannen sfeer en was het moeilijk voor ngo’s om hun werkzaamheden voort te zetten. De controle door politie en het leger was sinds de Olympische Spelen nauwelijks verminderd. Zorgvuldige en begripvolle druk van de internationale gemeenschap zou een bijdrage kunnen leveren aan verbetering van de situatie. De ngo-vertegenwoordiger gaf aan dat aandacht voor het behoud van de cultuur en het milieu in Tibet van essentieel belang was.
De minister-president besteedde voorts aandacht aan de praktische invulling van de samenwerking tussen Nederland en China op het gebied van versterking van de rechtsstaat door een bezoek te brengen aan het «Labour Law Service Centre» in Shanghai en dit formeel te openen. Dit centrum wordt door Nederland gesteund en biedt gratis juridische bijstand aan (migranten)arbeiders. In een toespraak op Peking University koppelde de minister-president de Nederlandse visie op de ontwikkeling van de democratische rechtstaat aan het streven van de Chinese regering naar een harmonieuze samenleving. Hij ging daarbij in op drie elementen die daarbij van belang zijn, namelijk een levendig maatschappelijk middenveld, rule of law en bescherming van de mensenrechten.
De minister-president sprak tijdens zijn bezoek samen met staatssecretaris Heemskerk een groot aantal Nederlandse en Chinese ondernemers. Zowel in Peking als in Shanghai vonden in kleine en grotere kring bijeenkomsten plaats waarbij de minister-president zich liet informeren over het huidige zakenklimaat. Tegelijkertijd ondersteunde hij door zijn aanwezigheid en belangstelling de relaties tussen Nederlandse en Chinese bedrijven. Bijzondere aandacht was er voor landbouw (een seminar over groene genetica), duurzame energie (een seminar georganiseerd door Tsinghua universiteit en TU Delft). Nederland is met een goed bezochte bijeenkomst over investeren in ons land bij belangrijke besluitvormers duidelijk op de kaart gezet. Daarnaast ondertekende minister Verburg een varkensprotocol, waarmee de export van agrarische producten naar China een impuls krijgt.
Ook heeft de minister-president uitgebreid aandacht besteed aan de financiële crisis. Naast de genoemde officiële gesprekken sprak hij onder andere met belangrijke Chinese bankiers en vertegenwoordigers van Nederlandse financiële instellingen in Shanghai. Gesprekspartners voorzagen grote gevolgen van de financiële crisis voor de reële economie. Hoewel het effect ook in China voelbaar zou zijn, verwachtte men dat de terugvallende export in China voor een goed deel zou kunnen worden opgevangen door het stimuleren door de overheid van de binnenlandse vraag. Daarnaast hadden de toezichthouders hun toezicht op Chinese vestigingen van buitenlandse banken en verzekeraars verscherpt.
In Peking bracht de minister-president een bezoek aan een fysiotherapiecentrum dat door Nederland wordt ondersteund via de Aziëfaciliteit voor China. Tijdens dit bezoek besteedde hij ook aandacht aan de slachtoffers van de aardbeving in Sichuan. De op te leiden fysiotherapeuten zullen onder andere in het aardbevingsgebied worden ingezet voor de nazorg van de vele gewonden. De minister-president onthulde voorts samen met staatssecretaris Heemskerk officieel het ontwerp van het Nederlandse paviljoen voor de wereldtentoonstelling 2010 in Shanghai, die in het teken van duurzaamheid en waterbeheer staat. Tot slot hield staatssecretaris Heemskerk bij de China Europe International Business School een lezing over maatschappelijk verantwoord ondernemen.