Ontvangen 14 oktober 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel D, komt in artikel 16, eerste lid, onderdeel j als volgt te luiden:
j. de vreemdeling langer dan een jaar in Nederland verblijf heeft gehouden anders dan op grond van artikel 8.
Dit amendement beoogt het tegenwerpen van eerder niet rechtmatig verblijf bij de beoordeling van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier, te beperken tot «echte illegalen». Het wetsvoorstel koppelt de mogelijke tegenwerping ongeclausuleerd aan ander verblijf dan het rechtmatig verblijf van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000. Het risico daarvan is dat «legitieme» perioden van niet rechtmatig verblijf, zoals bepaalde fasen in een toelatingsprocedure (waarin rechtmatig verblijf ontbreekt) of een korte periode tussen twee toelatingsaanvragen, door de IND kunnen worden aangegrepen om illegaliteit tegen te werpen en een aanvraag om een verblijfsvergunning regulier af te wijzen. Die tegenwerping moet zich enkel richten op daadwerkelijke illegalen, of op vreemdelingen die, na eerder Nederland te zijn uitgezet, proberen Nederland opnieuw binnen te komen. Dit amendement regelt daartoe dat niet rechtmatig verblijf slechts kan worden tegengeworpen indien de betreffende vreemdeling langer dan een jaar geen rechtmatig verblijf heeft gehouden als bedoeld in artikel 8 van de Vreemdelingenwet. Hier is bijvoorbeeld sprake van indien de betreffende vreemdeling een jaar geen toelatingsprocedure meer voerde en zich niet in de caseload van de DT&V bevond, met het oog op het voorbereiden van terugkeer naar het land van herkomst. Daarmee heeft die vreemdeling feitelijk in de illegaliteit verbleven, zonder dat er nog voldoende concreet uitzicht bestond op legalisering van het verblijf.
Spekman