Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen inzake de totstandkomingsprocedures voor algemene maatregelen van bestuur in diverse wetten te vereenvoudigen en te harmoniseren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In artikel 1:8, tweede lid, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht vervalt «artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer of».
Artikel 81 van de Huisvestingswet vervalt.
Artikel 6 van de Invoeringswet Wet stedelijke vernieuwing vervalt.
Artikel 76, eerste en tweede lid, van de Kernenergiewet komt te luiden:
1. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 21, 29, 32 of 34 wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp van de maatregel in de Staatscourant en langs elektronische weg is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen ten minste vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, opmerkingen ten aanzien van het ontwerp ter kennis van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.
2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
De artikelen 46 en 53d van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte vervallen.
De Waterleidingwet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4a komt te luiden:
1. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 4 wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp van de maatregel in de Staatscourant en langs elektronische weg is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen ten minste vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, opmerkingen ten aanzien van het ontwerp ter kennis van Onze Minister te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.
2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
Artikel 14a, vierde lid, vervalt.
Artikel 62 van de Wet bevordering eigenwoningbezit komt te luiden:
1. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 16, eerste lid, 22, vierde lid, 56 of 61 wordt niet eerder gedaan dan ten minste vier weken na de dag waarop het ontwerp van de maatregel aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
Artikel 92 van de Wet bodembescherming komt te luiden:
1. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 6 tot en met 12, 36 of 38, tweede lid, wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp van de maatregel in de Staatscourant en langs elektronische weg is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen ten minste vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, opmerkingen ten aanzien van het ontwerp ter kennis van Onze Minister te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.
2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
Artikel 88 van de Wet inzake de luchtverontreiniging komt te luiden:
1. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 13 wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp van de maatregel in de Staatscourant en langs elektronische weg is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen ten minste vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, opmerkingen ten aanzien van het ontwerp ter kennis van Onze Minister te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.
2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 5.4 wordt «artikel 21.6, zesde lid» vervangen door: artikel 21.6, vijfde lid.
In artikel 5.5, tweede lid, wordt «artikel 21.6, zesde lid» vervangen door: artikel 21.6, vijfde lid.
Artikel 21.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid komt te luiden:
4. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 1.1, derde lid, 5.1, eerste lid, 5.3, eerste lid, 7.2, eerste lid, 7.7, 8.2, 8.15, 8.17, tweede lid, 8.35, 8.40, 8.44, 8.45, 10.2, tweede lid, 10.15, eerste lid, 10.16, eerste lid, 10.17, eerste lid, 10.18, 10.19, eerste lid, 10.29, eerste lid, 10.32, 10.46, eerste lid, 10.48, eerste lid, 10.51, eerste lid, 10.52, eerste lid, 10.54, derde lid, 10.61, eerste lid, 12.1, tweede lid, 15.13, eerste lid, 15.32, eerste of tweede lid, 16.1, derde lid, 16.12, derde lid, 16.49, tweede lid, 16.50, 16.53, tweede lid, of 18.3, eerste lid, wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp van de maatregel in de Staatscourant en langs elektronische weg is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen ten minste vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, opmerkingen ten aanzien van het ontwerp ter kennis van Onze Minister te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.
2. Het vijfde lid vervalt.
3. Het zesde en zevende lid worden vernummerd tot vijfde en zesde lid.
4. De tweede en derde volzin van het vijfde lid (nieuw) vervallen.
5. In het zesde lid (nieuw) wordt «Het tweede tot en met vijfde lid en het zesde lid, tweede, derde en vierde volzin» vervangen door «Het tweede tot en met vierde lid en het vijfde lid, tweede volzin» en wordt «het zesde lid, eerste volzin» vervangen door: het vijfde lid, eerste volzin.
6. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Het vierde lid is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
Artikel 61 van de Wet milieugevaarlijke stoffen komt te luiden:
1. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 1, derde lid, of 24 wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp van de maatregel in de Staatscourant en langs elektronische weg is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen ten minste vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, opmerkingen ten aanzien van het ontwerp ter kennis van Onze Minister te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.
2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
Artikel 50 van de Wet op de huurtoeslag komt te luiden:
1. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 27, eerste lid, onder a, tweede lid, eerste volzin of negende lid, wordt niet eerder gedaan dan ten minste vier weken na de dag waarop het ontwerp van de maatregel aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
De Wet ruimtelijke ordening wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde lid komt te luiden:
5. De voordracht voor een krachtens dit artikel vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp van de maatregel in de Staatscourant en langs elektronische weg is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen ten minste vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, opmerkingen ten aanzien van het ontwerp ter kennis van Onze Minister te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamer der Staten-Generaal overgelegd.
2. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Het vijfde lid is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
Artikel 10.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. De voordracht voor een krachtens dit artikel vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp van de maatregel in de Staatscourant en langs elektronische weg is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen ten minste vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, opmerkingen ten aanzien van het ontwerp ter kennis van Onze Minister te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamer der Staten-Generaal overgelegd.
2. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Het tweede lid is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
Artikel 10.9 vervalt.
Artikel 26 van de Wet stedelijke vernieuwing komt te luiden:
1. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens deze wet wordt niet eerder gedaan dan ten minste vier weken na de dag waarop het ontwerp van de maatregel aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
De artikelen 2, achtste lid, 12a, vijfde lid, 69, 70k, 73 en 83 vervallen.
Artikel 43, derde lid, komt te luiden:
3. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens het eerste lid, onderdeel c, wordt niet eerder gedaan dan ten minste vier weken na de dag waarop het ontwerp van de maatregel aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. De eerste volzin is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
Artikel 44, tweede lid, tweede volzin, wordt vervangen door: De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens de eerste volzin wordt niet eerder gedaan dan ten minste vier weken na de dag waarop het ontwerp van de maatregel aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. De tweede volzin is uitsluitend van toepassing op het voor de eerste maal vaststellen van de in dat lid bedoelde algemene maatregelen van bestuur.
Ten aanzien van ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur die zijn bekendgemaakt of aan beide kamers der Staten-Generaal zijn overge-legd voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,