Voorgesteld 27 mei 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat het parkeerbeleid voor houders van de Europese gehandicaptenparkeerkaart eenduidig wordt;
overwegende, dat de in dit wetsvoorstel gekozen oplossing nu de meest praktische is, waarbij nieuwe ontwikkelingen verandering van inzicht kunnen brengen;
daarbij overwegend, dat steeds meer vormen van betalen mogelijk zijn en daarmee de toegankelijkheid van parkeerfaciliteiten voor gehandicapten toeneemt;
overwegend, dat in een aantal gemeenten de Europese gehandicaptenparkeerkaart gevoelig is gebleken voor diefstal en misbruik, wat gevolgen kan hebben voor de handhaving;
overwegend, dat het uiteindelijke doel van dit wetsvoorstel de bevordering van de mobiliteit van gehandicapten is;
verzoekt de regering om drie jaar na invoering van dit wetsvoorstel een evaluatie te houden en op dat moment bovendien te beoordelen of er nieuwe ontwikkelingen zijn die de problematiek van het gehandicaptenparkeerbeleid op een betere manier oplossen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Anker
Heijnen