Ontvangen 25 januari 2007
Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt.
Artikel I wordt gewijzigd als volgt:
1. In onderdeel B, onder 2, wordt «artikel 14, artikel 22, onderscheidenlijk artikel 25» vervangen door: artikel 22, onderscheidenlijk artikel 25.
2. In onderdeel T wordt artikel 37 gewijzigd als volgt:
a. in het vierde lid wordt «besluitonherroepelijk» vervangen door: besluit onherroepelijk;
b. in het vijfde lid wordt «de in het derde lid bedoelde inschrijving» vervangen door: de in het vierde lid bedoelde inschrijving.
Onder vernummering van artikel II tot artikel III wordt na artikel I een artikel ingevoegd, luidende:
In artikel 80 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt na «het instellen van het toltarief» ingevoegd: en het versnellingstarief.
Onderdeel A, onder 1, corrigeert de voorgestelde wijziging van artikel 3, tweede lid, van de Wet bereikbaarheid en mobiliteit (Wbm). Net als in de huidige tekst van artikel 3, tweede lid, wordt in de voorgestelde wijziging ten onrechte verwezen naar artikel 14 Wbm. Dat tweede lid heeft betrekking op heffing van mobiliteitstarieven op wegen in beheer bij decentrale overheden. Het in artikel 14 bedoelde expresbaantarief mag echter (volgens zowel de huidige als de voorgestelde Wbm) alleen worden geheven op rijkswegen.
Onderdeel A, onder 2, corrigeert twee verschrijvingen in de voorgestelde tekst van artikel 37 Wbm.
Onderdeel B voegt aan het wetsvoorstel een wijziging toe van artikel 80 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994. Dat artikel staat alleen voor de in het artikel opgesomde heffingen en belastingen toe dat ter zake van het gebruik van de weg met motorrijtuigen belasting wordt geheven door andere publiekrechtelijke lichamen dan het Rijk. Het artikel noemt al het toltarief, dat krachtens de huidige Wbm al kan worden geheven. Onderdeel B van deze nota van wijziging voegt daar het versnellingstarief aan toe.