Ontvangen ter Griffie op 10 oktober 2012.
De voordracht voor de vast te stellen
algemene maatregel van bestuur
kan niet eerder worden gedaan dan
op 7 november 2012.
De algemene maatregel van bestuur
is aan de Tweede Kamer overgelegd
tot en met 6 november 2012.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2012
In de nota naar aanleiding van het verslag aan de Tweede Kamer1 en de memorie van toelichting aan de Eerste Kamer2 inzake het wetsvoorstel wijziging van de Wet rechtspositie rechtelijke ambtenaren in verband met enkele aanvullingen op de regeling inzake de nevenbetrekkingen van rechterlijke ambtenaren en rechtelijke ambtenaren in opleiding gedurende de binnenstage heb ik u toegezegd de eerste keer dat een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de nieuwe artikelen 44 en 44a van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt voorgedragen, deze vier weken van tevoren aan beide Kamers der Staten-Generaal te overleggen.
Bijgaand treft u aan dit ontwerp, het ontwerp Besluit houdende de wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met enkele aanvullingen op de regeling inzake de nevenbetrekkingen van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding gedurende de binnenstage *).
Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van de Wet van 21 mei 2012 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met enkele aanvullingen op de regeling inzake de nevenbetrekkingen van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding gedurende de binnenstage (Stb. 220) en het ontwerpbesluit met ingang van 1 januari 2013.
De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten
*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer