Kamerstuk 25422-215

Verslag van een algemeen overleg

Opwerking van radioactief materiaal

Gepubliceerd: 19 januari 2018
Indiener(s): Agnes Mulder (CDA)
Onderwerpen: natuur en milieu stoffen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25422-215.html
ID: 25422-215

Nr. 215 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 19 januari 2018

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft op 20 december 2017 overleg gevoerd met mevrouw Van Veldhoven, Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, over:

  • de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 29 juni 2017 met antwoorden op vragen van de Europese Commissie over het nationale programma voor het beheer van radioactief afval (Kamerstuk 25 422, nr. 204);

  • de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 10 juli 2017 met reactie Minister Jambon op verzoek Tweede Kamer over de Belgische kerncentrales (Kamerstuk 32 645, nr. 86);

  • de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 7 september 2017 over rapport Inspectie Veiligheid en Justitie inzake externe beveiliging nucleaire inrichtingen (Kamerstuk 25 422, nr. 205);

  • de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 14 september 2017 over stand van zaken verschillende zaken met betrekking tot nucleaire veiligheid en stralingsbescherming (Kamerstukken 25 422 en 32645, nr. 206);

  • de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 12 oktober 2017 over rapportage voor de zesde conferentie van het Gezamenlijk Verdrag inzake Bestraalde Splijtstof en radioactief Afval (Joint Convention) (Kamerstuk 25 422, nr. 207);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 17 november 2017 over besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Kamerstuk 25 422, nr. 208);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 12 december 2017 inzake feitenrelaas met betrekking tot de waterstofvlokken in de reactorvaten van de Belgische kernreactoren Doel 3 en Tihange 2 en andere informatie over nucleaire veiligheid (Kamerstuk 25 422, nr. 209).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De griffier van de commissie, Tijdink

Voorzitter: Agnes Mulder

Griffier: Jansma

Aanwezig zijn negen leden der Kamer, te weten: Van Aalst, Beckerman, Dik-Faber, Van Eijs, Von Martels, Agnes Mulder, Van Tongeren, Wassenberg en Ziengs,

en mevrouw Van Veldhoven, Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

Aanvang 14.00 uur.

De voorzitter:

Goedemiddag. Ik open de vergadering van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat. Een hartelijk welkom aan onze Staatssecretaris, aan haar mensen en natuurlijk ook aan de Kamerleden. Dat zijn vandaag de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren, mevrouw Van Tongeren van GroenLinks, mevrouw Van Eijs van D66, de heer Ziengs van de VVD, de heer Von Martels van het CDA en mevrouw Beckerman van de SP-fractie. Allen van harte welkom.

U heeft elk vier minuten voor uw inbreng in eerste termijn. Ik ga in principe uit van twee interrupties in tweeën. Wij hebben twee uur de tijd voor dit debat. Wij hebben best een heel aantal woordvoerders, maar het gaat ongetwijfeld lukken.

Ik geef de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren graag het woord.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel voorzitter. Gisteren las ik de opening van de Volkskrant. Tegen alle afspraken in zal de belastingbetaler opdraaien voor de sloop van de voormalige kernenergiecentrale van Dodewaard en de aandeelhouders Vattenfall, Engie, Uniper en EPZ doen dat kennelijk niet. Ook voor de nieuwe kernreactor in Petten draait de belastingbetaler op, net als voor het verwerken van het radioactieve afval van die kernreactor. In totaal gaat het om 400 miljoen euro, bovenop de tientallen miljoenen die Rijk en provincie al eerder hadden betaald. Het businessmodel van de gemiddelde kerncentrale is daarmee duidelijk. Voor de bouw en het afbreken van de kerncentrale draait de belastingbetaler op, en voor het verwerken van het radioactieve afval ook. De aandeelhouder komt pas in beeld bij het cashen, want bij de kerncentrale van Dodewaard was wel geld om 850 miljoen aan dividend uit te keren.

Voorzitter. Ik wil van de Staatssecretaris weten hoe het mogelijk is dat de belastingbetaler opnieuw mag opdraaien voor de kosten van zowel de bouw als de exploitatie en de afbraak van de centrales en wat zij van dit businessmodel vindt. Hier moet de onderste steen boven komen. Kan de Staatssecretaris voorkomen dat de rekening van 400 miljoen door de belastingbetaler wordt betaald? Ik wil ook weten waarom we de informatie uit de krant hebben moeten lezen. Waarom stond het niet in de brief die wij op 3 juli ontvangen van de toenmalige Ministers van EZ, Financiën, I en M en VWS? Ik weet dat de Staatssecretaris toen nog geen Staatssecretaris was maar Kamerlid, maar ik hoop toch dat ze antwoord kan geven op die vraag. Waarom is die informatie achtergehouden? En waarom is bijvoorbeeld achtergehouden dat opnieuw niet de vervuiler betaalt, maar de belastingbetaler? Deelt de Staatssecretaris de mening dat het achterhouden van informatie over de kosten toch het vertrouwen in de overheid schaadt? Is zij bereid om Dodewaard te onderzoeken en om op te helderen hoe en wanneer er dividend is uitgekeerd, waardoor er een tekort is ontstaan om de kerncentrale af te breken? Dat zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren door een forensisch accountant.

Dan over Tihange. Op 7 september van dit jaar was er een bijeenkomst over Tihange van de veiligheidsregio in Maastricht. Ik ben er naartoe gegaan. Er waren algemene verhalen over kernenergie, over de wijze waarop straling werd gemeten, over de verschillende soorten straling. Het leek een beetje op een aflevering van Schooltv. Over Tihange zelf ging het niet. Het ging niet over de scheurtjes in het reactorvat, het ging niet over het negeren van de veiligheidsmaatregelen, niet over de risico's van een ongeluk van deze specifieke verouderde centrale. Het ging over kernenergie in het algemeen. Maar de Limburgers maken zich geen zorgen over kernenergie in het algemeen. Ze maken zich zorgen over deze afgeschreven kerncentrale die met touw en ijzerdraad bij elkaar wordt gehouden. Dat bleek vijf dagen na die bijeenkomst, op 12 september, opnieuw. Toen werd Tihange 1 opnieuw voor maanden stilgelegd. Dit keer vanwege een storing aan een pomp in het nucleaire gedeelte van de reactor. Het is het zoveelste gebrek in een lange, lange lijst. Incidenten zijn het allang niet meer. De problemen zijn structureel.

Voorzitter. Bij mij thuis in Limburg zijn inmiddels jodiumtabletten bezorgd. Maar ik wil geen jodiumtabletten voor mijn kinderen. Ik wil een regering die alles op alles zet om die tikkende tijdbom in Tihange te ontmantelen. Als ik weet dat er bij de buren een bom in huis ligt, dan zal ik er alles aan doen om die bom te ontmantelen. Ook als de buren dat zelf niet willen. Maar in België gebeurt het omgekeerde. Daar gaan zelfs stemmen op om die kerncentrales langer in dienst te laten zijn, langer open te houden. Is de Staatssecretaris bereid om kenbaar te maken aan de Belgische regering dat dit volstrekt onwenselijk en onacceptabel is? Hoe kan Nederland intensiever optrekken met Duitsland en Luxemburg voor een zo groot mogelijke druk op België om Tihange zo snel mogelijk te sluiten? Is de Staatssecretaris bereid om zelf initiatief te ontplooien om met de buurlanden bestuurlijk contact te intensiveren om zo meer druk op België te zetten?

Afsluitend, voorzitter. Het ABP belegt in de exploitant van de kerncentrale in Tihange. Bij de begroting van EZK zei de Minister dat banken en pensioenfondsen creatieve vormen van financiering moeten ontwikkelen om op duurzaamheid te sturen. Welke rol ziet de Staatssecretaris hier voor zich als het gaat om het pensioenfonds? Welke mogelijkheden ziet zij voor de regering om aan te sturen op die duurzaamheid?

De voorzitter:

Dank, mijnheer Wassenberg. Er zijn inmiddels nog twee leden bijgekomen. Dat zijn de leden Van Aalst van de PVV-fractie en mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie-fractie. We hebben elk vier minuten spreektijd en twee interrupties. Ik zal daar streng op moeten toezien, want we zijn met heel veel Kamerleden. Dit is het algemeen overleg over de veiligheid. Alles wat de investering in en financiering van nucleaire energie aangaat, hoort in principe natuurlijk thuis bij de commissie Economische Zaken en Klimaat, dus het kan zijn dat u daar misschien niet alle antwoorden op krijgt. Het is natuurlijk ook aan de Staatssecretaris hoe ze daarmee omgaat, maar ik wil het wel even gezegd hebben.

Ik geef graag het woord aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik ben al een tijdje bezig om te kijken of wij als vaste Kamercommissie contact kunnen krijgen met het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). We hebben geprobeerd het FANC naar Nederland te krijgen. We hebben gekeken of we dat met het Benelux-parlement kunnen. Ziet de Staatssecretaris daar mogelijkheden voor, zodat wij hen rechtstreeks zouden kunnen bevragen? Dat sluit aan bij de zorgen van mijn buurman over Tihange. Hoe zit het nu met de veiligheidsregio in Limburg? Is die voldoende gerustgesteld? Denken ze een mogelijk ramp aan te kunnen of hebben ze daar meer ondersteuning voor nodig? Onze scenario's zijn berekend op een kernsmelt van eens in de tien miljoen jaar, en we hebben er al vier gehad. Dus het scenario waar wij mee rekenen, is volgens GroenLinks toch niet meer helemaal accuraat. Dat is de eerste vraag.

De tweede sluit aan bij die van mijn buurman. Wij hebben eigenlijk drie documenten: de brief van de Minister, het dossier van Schippers en het rapport van de hoogambtelijke werkgroep nucleair landschap. Zou de Staatssecretaris bereid zijn om van die drie documenten ons op enig moment een update geven? Dan zal haar insteek natuurlijk vooral de veiligheid zijn. Maar aan de andere kant, want het is een hoogambtelijke werkgroep van meerdere departementen: wie gaat dat betalen en hoe krijgen we dat voor elkaar?

Dan vragen over PALLAS, wat betreft het historisch afval. Op welke termijn is dat weg? Is de financiering rond? Hoe denkt de Staatssecretaris dat te gaan doen? Is er in Nederland goed gekeken naar een alternatief voor PALLAS in Europees verband? We hebben niet voor niets Euratom. Zowel aan de onderzoekskant als aan de veiligheidskant wordt veel Europees samen gedaan. Wij hoorden op werkbezoek bij PALLAS dat in Frankrijk wordt gekeken naar een alternatief. Moeten wij dat nou echt in Nederland doen? En wat die andere vragen betreft, klopt het wat de voorzitter zegt, dat die niet bij de Staatssecretaris horen...

De voorzitter:

Ik dacht: u rondt uw zin misschien af en dan geef ik mevrouw Van Eijs van D66 het woord, maar...

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

...ik stopte mijn zin.

Mevrouw Van Eijs (D66):

U gaf aan te vragen om een alternatief voor PALLAS en dat we bij het werkbezoek hebben gehoord dat Frankrijk daarmee bezig is. Als ik het mij goed herinner, werd bij het werkbezoek inderdaad gesproken over een ontwikkeling in Frankrijk, maar men gaf toen aan minder ver te zijn met de ontwikkeling daarvan. Hoe heeft u dat gewogen in uw vraagstelling?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik vind dat een heel goede vraag, maar in het eindrapport van de hoogambtelijke werkgroep wordt gesteld dat de businesscase niet te bouwen is op medische isotopen alleen, dat de ontwikkelingen toen, in 2015, met de Lighthouse-techniek nog niet ver genoeg waren om daar een inschatting van te maken, en dat men nog niet goed genoeg kon schatten wat je overhoudt en niet overhoudt met de cyclotrons in de ziekenhuizen. Wat wij ook in Petten gehoord hebben, is dat het eigenlijk een soort marktordeningsvraagstuk is tussen de farmaceuten. In hoeverre gaan wij kanker behandelen met op maat gemaakte vaccins en met chemo? En in hoeverre moet je dat doen door bestraling en door welke vorm van bestraling dan? Dus doorgaan met de hoeveelheid patiënten die bestraald werden in 2015 en dat lineair extrapoleren, klopt sowieso niet. Dat hoorden wij in Petten al. Ik zou dus heel graag een update willen van het rapport van die hoogambtelijke werkgroep en kijken of zij al verder zijn met die marktverkenning. Hoe ver zijn die ontwikkelingen bij Lighthouse? Hoe ver zitten ze daar vanaf? En wat gebeurt er in Frankrijk? Dat wil ik weten voordat wij in Nederland eenzijdig besluiten, eigenlijk op staatskosten, want in dit rapport staat dat er op onderzoek geen businesscase te maken is voor PALLAS. Er wordt nu ook gezegd dat we op de medische kant ook geen businesscase krijgen. Er zijn geen investeerders te vinden. Moeten wij dat dan als Nederland alleen doen? Of moeten wij dan toch kijken, als wij onze kennis en mogelijkheden aanbieden in Euratom-verband, of we dat als Europese landen samen doen? Dat is wat ik daar in Petten opgestoken heb, en van het lezen van de documenten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Eijs. Ik wil iedereen vragen om misschien iets bondiger te antwoorden. Dank u wel.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Ik zal proberen het bondig te vragen. Ik denk dat het heel goed is om in Europees verband te kijken en het te hebben over de businesscase. Die vraag heb ik zelf ook. Ik zal die dadelijk stellen. Wat we eerder ook hebben gehoord, is dat er nu een heel hoge vraag is naar medische isotopen voor behandeling en voor diagnose, en dat we nu al merken dat we een probleem hebben als een van de reactoren ergens ter wereld uitvalt. We willen natuurlijk niet dat mensen niet behandeld kunnen worden omdat we de isotopen niet meer hebben. Dus bent u het met me eens dat we toch ook wel een soort leveringszekerheid moeten hebben om in ieder geval, als er vraag is naar die behandelmethode, die te kunnen toepassen?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik vind dat wij dat in alle gevallen moeten hebben. Maar zelfs met PALLAS, staat in het eindrapport van de hoge ambtelijke werkgroep, hebben wij die leveringszekerheid niet. Wij moeten dan apart contractueel vastleggen dat Nederlandse patiënten te allen tijde levering en een voorkeurspositie krijgen. Dus zelfs als PALLAS wordt gerealiseerd met private investeerders, dan nog moeten we nog een slag maken om die leveringszekerheid voor Nederlandse patiënten rond te krijgen. Mij lijkt dus dat je die dingen gewoon weer moet gaan afwegen op de nieuwe informatie. Die hebben wij niet. Mijn vraag aan de staatsecretaris is daarom of zij dat, desnoods met de andere relevante bewindspersonen, in kaart kan brengen voordat we honderden miljoenen in zo'n investering gooien.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren vervolgt haar betoog.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja, waar was mevrouw Van Tongeren? Die was bij Dodewaard aangekomen. Ik sluit mij aan bij de dividendvragen van mijn buurman. Wanneer gaan we dat doen, hoe zit de financiering in elkaar en kunnen wij de oude eigenaars nog zo ver krijgen dat die hun deel bijbetalen?

Ik ga snel door naar Borssele. Hoe is de stemming daar op de werkvloer? We hebben rapporten gehad van de inspectie dat de arbeidsmoraal wat de veiligheid betreft niet op orde was. Borssele is nog steeds niet Fukushimaproof, daar moet nog in geïnvesteerd worden. Waar komt dat geld vandaan? Wanneer is Borssele niet op papier, maar in werkelijkheid Fukushimaproof? Er staat het een en ander over Borssele in dit stuk. Dan wordt ervan uitgegaan dat op termijn de stroomprijs in Europa enorm omhoog gaat. Daar komt dan het geld uit, dat onder andere moet worden geïnvesteerd in veiligheid. Maar die stroomprijs in Europees verband is helemaal niet aan het stijgen. Er is ook echt geen zicht op een hogere stroomprijs, eerder dezelfde of een lagere. Is de Staatssecretaris dat met mij eens? Over URENCO: wij hebben van mensen bij URENCO zelf gehoord dat hun installatie super aardbevingsgevoelig is. Nou staat URENCO in Overijssel. Daar hebben we ongelooflijk veel gedonder met 150 zoutkoepels van AkzoNobel. We hebben daar een leeg gasveld, waar afvalwaterinjecties plaatsvinden die in Nederland al eerder aardbevingen gegeven hebben.

Dan de eindberging van nucleair afval in Nederland. Daar is een klankbordgroep voor. Hoe staat het daarmee? Bestaat die nog? Gaat die een keer rapporteren? Wanneer horen wij daar wat van? Mijn allerlaatste vraag gaat over de ruimtelijke reserveringen voor nieuwe kerncentrales en de eindberging. Zitten die nou in de Structuurvisie Ondergrond? Komen zij daarin? Het lijkt erop dat dat misschien ook in de richting van de provincie Groningen komt. Is het wel veilig om dat daar mogelijk te plannen? Wat zijn de plannen van de Staatssecretaris voor de eindberging van nucleair afval? Ik zie aan de voorzitter dat ik waarschijnlijk ruim door de tijd heen ben. Dank u wel.

De voorzitter:

Ja dat klopt. Ik geef graag het woord aan mevrouw Van Eijs van D66.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Dank u wel, voorzitter. In mei spraken wij nog over dit onderwerp, maar toen nog met een andere Minister uit een vorig kabinet. Nu hebben we een bekend gezicht als Staatssecretaris. Ik zal ervan uitgaan dat ze geen al te lange inleiding nodig heeft.

Als eerste wil ik het hebben over de Belgische kerncentrales. Zoals we hebben kunnen lezen, hebben we eigenlijk geen echt juridische gronden om stappen te nemen. Daarom is het heel goed dat samen wordt gewerkt met België, Luxemburg en Duitsland. Wat is de stand van zaken van de samenwerkingsovereenkomst tussen de ANVS en het FANC, waarover wordt gerept in de brief van 14 september. Is er inmiddels contact geweest met de Belgische regering over de Belgische kerncentrales? Verwacht u dat dit een doorlopend verhaal zal blijven? We zijn benieuwd of die contacten goed zijn.

Dan over Dodewaard. Naast Belgische centrales zijn de kosten voor de verschillende nucleaire installaties in Nederland zelf altijd een belangrijk aandachtspunt in dit AO. Ik weet: we gaan het daar niet helemaal over hebben, maar elke keer, toevallig vlak voor zo'n AO, komen er cijfers over de kosten naar boven. Vooral de cijfers over Dodewaard zijn natuurlijk geen groot nieuws, maar we lezen dat we wel tot 200 miljoen euro risico lopen. D66 begrijpt dat er op dit moment nog een rechtszaak of een procedure loopt over de goedkeuring van de financiële zekerheid van GKN. We snappen dat het wellicht te gevoelig is om die informatie direct openbaar te maken. Maar de formatiestukken zijn gepubliceerd en het Laka is oplettend geweest. Hoe zit het met de informatievoorziening naar de Kamer toe? Was het al eerder mogelijk geweest om deze bedragen te melden aan de Kamer? Misschien kan de Staatssecretaris iets toelichten over de huidige stand van zaken rondom Dodewaard.

Ook het historisch afval in Petten, waar medische isotopen worden geproduceerd, blijft een zorgenkind. De inschatting van de kosten is al meerdere keren naar boven bijgesteld. De hoge ambtelijke nucleaire werkgroep schrijft dat de afvoer van historisch afval en de ontmanteling tot financiële risico's voor de overheid leiden. Op basis van actuele informatie verwachten we dat de situatie niet zal verbeteren. Kan de Staatssecretaris misschien reflecteren op deze bevinding?

Ook blijkt het Rijk waarschijnlijk toch te moeten meebetalen aan het PALLAS-project in Petten. 100 miljoen euro wordt genoemd. Betekent dit dat een enkel private financiering niet reëel meer is? Is het dan geen idee om opnieuw te kijken naar de business case van PALLAS en ook eens naar andere modellen, bijvoorbeeld in Europees verband? Daarnaast vragen we ons af, wie dan de verantwoordelijkheid gaat dragen voor deze hogere kosten. Het is van groot belang dat we ervoor zorgen dat medische isotopen beschikbaar zijn en blijven voor de wetenschap en voor patiënten. Maar daarom moeten we goed kijken naar de manier waarop we dat organiseren.

In het verleden heeft D66 al vaker opgeroepen tot een degelijke structurele financiële oplossing voor alle kosten en ook voor het functioneren dan wel het ontmantelen van de nucleaire reactoren en het afvoeren van radioactief afval. Nu blijken er onverwachte kosten. Dat is natuurlijk vervelend, maar de veiligheid is daarmee misschien wel in het geding. Hoe zorgen we er nou voor dat we een structurele financiële oplossing vinden, zodat mensen kunnen rekenen op medische isotopen als ze dat nodig hebben voor diagnose of behandeling van een ziekte en we zeker weten dat we de voormalige reactoren en het nucleaire afval zo netjes mogelijk achterlaten voor de volgende generatie?

De voorzitter:

Dat was mooi ruim binnen de tijd. Dank daarvoor. Ik geef graag het woord aan de heer Ziengs van de VVD-fractie.

De heer Ziengs (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Vandaag spreken wij over nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Ik begin mijn verhaal altijd met: besluiten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst. Want in de zoektocht naar oplossingen voor de berging van nucleair afval met de wetenschap dat kerncentrales schone energie produceren en dat Petten hoog op de agenda van de medische wetenschap staat, zien we in de historische verslagen dat er veel besluiten zijn genomen met de kennis die op dat moment bekend was, wat er vaak toe heeft geleid dat er veel onduidelijkheid is ontstaan bij de NRG en daarbij ook veel kosten. Collega's Dijkstra, Van Eijs en Agnes Mulder hebben op 16 mei 2017 een motie ingediend die ertoe moest leiden dat er een duurzame oplossing komt voor het afval dat nu voor rekening van de NRG moet worden afgevoerd. Dit opdat de leveringszekerheid van medisch isotopen en de nucleaire veiligheid gewaarborgd blijven.

Voorzitter. Ik ben een aantal maanden geleden als plaatsvervangend voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken op bezoek geweest in Petten. We mogen trots zijn op dit bedrijf dat door de levering van medische isotopen bijdraagt aan het welzijn van mensen die zonder deze isotopen ten dode zouden zijn opgeschreven. Dan het project PALLAS, een mooie kroon op het werk aldaar. In 2025 hoopt men PALLAS te kunnen laten functioneren. Dat is een goed streven dat de steun verdient van onze fractie. Deze kroon moet niet ten val komen door ellende uit het verleden, ellende die veroorzaakt is in een tijd dat er andere inzichten waren en er zelfs later nadere voorwaarden werden toegevoegd. Kan de Staatssecretaris duidelijk maken of er duidelijker acceptatiecriteria door de COVRA in kaart kunnen worden gebracht? Nu lijkt Petten problemen te krijgen met de afvoer van opgeslagen afval, omdat hier de duidelijkheid ontbreekt. De NRG moet de rekening betalen vanuit het verleden. De productie, maar ook de innovatie van isotopen staat daar constant onder druk. Hoe denkt de Staatssecretaris deze druk weg te nemen?

De voorzitter:

Voordat u dan doorgaat naar de volgende vraag is er een vraag van mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Wij waren samen op werkbezoek bij de NRG in Petten. Ik vraag me af hoe de heer Ziengs namens de VVD-fractie aankijkt tegen het pleidooi dat we daar gehoord hebben, namelijk dat de private investeerders heel wel zijn te vinden, mits de overheid maar even wil betalen voor het opruimen van historisch afval. Want dat was toch wel de boodschap die we daar meekregen.

De heer Ziengs (VVD):

Volgens mij hebben wij dezelfde boodschap meegekregen. Volgens mij hebben we ook dezelfde constatering kunnen maken, dat het nucleaire afval dat daar opgeslagen is in een tijd is opgeslagen dat men dacht dat dat definitief was. Verder wist men vaak niet om wat voor afval het ging. Ten derde wist men niet in welk productieproces uiteindelijk de vaten die in die periode zijn ontstaan, zijn samengesteld. Daar ligt het probleem op dit moment. Er is zo veel onzekerheid. Volgens mij is dan helder en duidelijk dat private investeerders op dat moment zich nog een keer goed achter de oren krabben en denken: wat voor ellende halen we in huis.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De heer Ziengs merkt terecht op dat het afval niet deugdelijk is verpakt en dat het een complexe zaak is. Ik denk dat we het daar wel over eens zijn. Maar het punt dat werd gemaakt, is dat de overheid moet opdraaien voor het opruimen van het afval. Zolang over de financiering door de overheid geen duidelijkheid is, dus zolang de overheid een taak van de NRG niet overneemt, zullen private financierders niet over de brug komen. Dat vind ik een soort koppelverkoop, en best lastig. Hoe kijkt de VVD-fractie daarnaar?

De heer Ziengs (VVD):

Volgens mij heb ik dat al aangegeven. Ik vind het niet zo lastig. Als je investeert in een project waarvan je denkt dat het de gezondheid van mensen ten goede komt en je wordt vervolgens geconfronteerd met mogelijke ellende uit het verleden, dan lijkt het mij vrij logisch dat je als private investeerder zegt: ik laat die beker aan me voorbijgaan en ik ga investeren in iets anders. Volgens mij is dat een heel normaal gebeuren in het economisch bestel. Wat de VVD betreft, kunnen we daar geen misverstand over hebben.

De voorzitter:

Daar heeft ook mevrouw Van Tongeren van GroenLinks een vraag over aan de heer Ziengs.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Wij zijn natuurlijk allemaal naar dat boeiende werkbezoek geweest, maar de heer Ziengs heeft waarschijnlijk net als ik het eindrapport van de hoogambtelijke werkgroep gelezen. In dat rapport staat: «Private financiering voor de realisatie van de energieonderzoeksfunctie in PALLAS is niet aannemelijk door het ontbreken van aantrekkelijke marktomstandigheden voor dit type onderzoek.» Het businessplan draait om dat onderzoek. De ambtenaren concluderen nu al, voordat we grootschalig gaan investeren, dat daar ook geen private financiering voor is. Private financiering is niet aantrekkelijk vanwege de afvallast, maar ook omdat er geen markt voor is. Hoe kijkt de VVD daartegen aan? Moet een privaat bedrijf uiteindelijk niet de eigen broek ophouden?

De heer Ziengs (VVD):

Ik ben het er volstrekt mee eens dat een privaat bedrijf zijn eigen broek moet ophouden. We zien ook dat ze bij NRG aangeven dat ze daadwerkelijk in staat zijn om die broek op te houden, mits ze verlost zijn van die molensteen uit het verleden. Volgens mij was dat ook de boodschap die we daar meekregen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Zou de heer Ziengs dan iets van onderliggende stukken kunnen delen waaruit blijkt dat als het afvalprobleem opgelost is, de private investeerders dan in de rij staan? De ambtenaren concluderen in hun stuk echt iets anders.

De heer Ziengs (VVD):

Kijk, om mij nu te gaan vragen om stukken die ik kan overleggen, of het een businesscase is... We kunnen dat allemaal hier wel proberen te onderbouwen, maar we hebben nu te maken met een rapport van hoge ambtenaren. Ik heb zelden ambtenaren ontmoet die echt goed in staat waren om in een glazen bol te kijken. Het is allemaal doorspekt met veronderstellingen. Het lijkt mij dat als NRG aangeeft dat ze in staat zijn om een businessmodel te ontwikkelen waarbij ook rekening wordt gehouden met reserveringen voor de toekomst voor de opslag van mogelijk afval dat op dat moment wordt geproduceerd, dan denk ik dat er bij hen ook een schone taak ligt om dat in de discussie in te brengen. Ik hoef dat soort dingen niet op voorhand aan te geven. Zij hebben aangegeven dat ze dat kunnen doen.

De voorzitter:

De heer Ziengs vervolgt zijn betoog.

De heer Ziengs (VVD):

Dank u wel. Ik begon over de druk bij NRG. Ik vraag aan de Staatssecretaris of daar een loskoppeling te verwachten is van het genoemde vraagstuk en de activiteiten op het gebied van de medische isotopen.

Dan de Belgische kerncentrales. Inwoners van Nederland maken zich zorgen over de veiligheid van kerncentrales in ons buurland. Het is toch eigenlijk van de gekke dat een directe uitnodiging tot samenwerking is gestrand op het beroep op soevereiniteit. Nu moeten we het hebben van uitgebreide gedachtewisselingen binnen het Benelux-parlement tussen het FANC en de ANVS. Kan de Staatssecretaris iets nader ingaan op deze gedachtewisseling en aangeven of hier ook daadwerkelijk iets uit kan komen? Het lijkt mij dat de Staatssecretaris druk moet blijven houden op de agenda in dezen. Ik hoor graag of de Staatssecretaris dit deelt.

Tot slot de kwestie Dodewaard. De geschatte kosten van 180 miljoen die in de brief van 14 september zijn genoemd, zijn eerder afgewezen. Op 29 september 2016 is er een nieuwe aanvraag gedaan. Ook hier zal een afwijzing op volgen waardoor de hele procedure nu stilligt, zo stelt de brief van 14 september jongstleden. Kan de Staatssecretaris ons daarover meer informatie verstrekken en wellicht aangeven wanneer dit proces op gang zal zijn gebracht?

Tot slot. Voor de VVD staat veiligheid voorop als het gaat om kerncentrales: veiligheid qua beveiliging, cyber, maar ook qua opslag en afvoer van materialen. Naar aanleiding van een motie van collega Remco Dijkstra is er een plan van aanpak opgesteld waarbij zal worden ingezet op het verbeteren van de communicatie over nucleaire veiligheid. Daar zijn nu stappen in gezet. Ik spreek de wens uit dat deze Staatssecretaris deze lijn zal blijven volgen. Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Von Martels van de CDA-fractie.

De heer Von Martels (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Als ik de inbreng van mijn collega's hoor, betreur ik het steeds meer dat ik niet heb kunnen deelnemen aan de werkbezoeken die al zijn afgelegd. Ik heb een aantal vragen en zal een beroep doen op de Staatssecretaris om die vragen te beantwoorden.

Nucleaire technologie heeft vele toepassingen, onder andere voor het opwekken van energie en voor de humane geneeskunde. Daarvoor zijn er strikte veiligheidsregels, waarop toezicht wordt gehouden door de ANVS. Daarnaast doet ook de IAEA inspecties bij nucleaire inrichtingen. Zo heeft het Internationaal Atoomenergieagentschap een inspectie uitgevoerd bij Borssele en NRG Petten. Uit dat rapport blijkt dat de elektriciteitsproductiemaatschappij in Borssele goed aan de slag is gegaan met de aanbevelingen van het Atoomenergieagentschap. Het lijkt erop dat die missie op een aantal punten dezelfde aanbevelingen doet voor het verbeteren van de veiligheidscultuur in Petten. Kan NRG leren van de aanpak in Borssele?

Over de financiële zekerheidsstelling van de nucleaire installaties en het ervoor zorgen dat nucleair afval voor de lange termijn veilig wordt bewaard, is veel te doen. Natuurlijk moeten de exploitanten van een nucleaire installatie de kosten dragen. We zien dat dit in het verleden niet allemaal even goed is afgesproken. Zo vraag ik mij bij de financiële zekerheidsstelling en het uitstel van de ontmanteling voor 40 jaar bij Dodewaard af of dit wel een goed besluit is geweest. De toenmalige Ministers van VROM en Economische Zaken namen die beslissing, maar in hoeverre was het toen nodig om de ontmanteling voor 40 jaar uit te stellen? En in hoeverre zijn er toen voldoende financiën apart gezet? Kan de Staatssecretaris daarop reflecteren? Wat zijn haar verwachtingen bij de huidige procedure en de gesprekken die lopen tussen GKN, NEa, de elektriciteitsproductiebedrijven en de Staat? Wat is de planning en wat zijn de verwachtingen bij deze gesprekken?

Bij het opruimen van het historisch afval in Petten speelt ook dat de Nederlandse overheid zelf was betrokken bij sommige onderzoeksprojecten waaruit dit afval is voortgekomen. Daarom is er een medeverantwoordelijkheid voor de overheid om het historisch afval te sorteren en te vervoeren naar de COVRA. Ten aanzien hiervan wil ik de Staatssecretaris vragen naar het tijdspad waarin het opruimen van het historisch afval wordt geoptimaliseerd door NRG in samenwerking met de COVRA. Wanneer worden de resultaten van deze verbeteringsslag verwacht? Daarnaast vraag ik de Staatssecretaris of zij betrokken is bij het in kaart brengen van de kosten. Heeft zij al contact met de Minister van LNV over deze kosten?

Dan over de nucleaire veiligheid over de grens. In de laatste brief over de nucleaire veiligheid in België lees ik dat er een samenwerkingsovereenkomst zal worden gesloten tussen de ANVS en het FANC. Is deze al afgesloten en zo ja, kan deze naar de Kamer gestuurd worden? Van over de zuidgrens hoorde ik verschillende geluiden over het uitfaseren van kernenergie. Hoe zit het nu precies? Gaan de Belgen in 2025 aan de slag met de ontmanteling van de reactoren in Doel en Tihange? Ik vrees dat er niet duidelijk gekozen wordt, waardoor er geen voorbereidingen worden getroffen voor het uitfaseren van kernenergie, noch voor het langer openhouden. Een denkbaar ongewenst gevolg kan zijn dat daarop niet voorbereide centrales worden opengehouden. Dit is natuurlijk de verantwoordelijkheid van de Belgische autoriteiten. Toch zou Nederland wel kunnen aandringen op adequaat beleid richting 2025. Hoe kijkt de Staatssecretaris hiertegen aan? Wanneer kan de Nederlandse overheid reageren op het integrale nationale energie- en klimaatplan van België?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Keurig binnen de tijd! Ik ga naar mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. De afgelopen maanden waren er weer meerdere incidenten bij verschillende kernreactoren. De heer Wassenberg noemde al het incident bij Tihange, maar ook bij de kernreactor bij Doel werden problemen met het beton ontdekt. En bij mijn eigen Groningen over de grens in de kerncentrale Emsland was een lekkage. We hebben allemaal, mits je binnen die zone woont, voor onze kinderen of voor zwangere vrouwen jodiumpillen gekregen, maar de informatie die je kunt vinden over die incidenten is zeer summier. Zo zocht ik bijvoorbeeld naar informatie over de Emsland-centrale. Ik woon in die 100 kilometerzone. Wat schetste mijn verbazing? Als ik op de website van de ANVS kom, dan wordt er verwezen naar de veiligheidsregio. Als ik bij de veiligheidsregio voor Groningen kijk, dan staat er: we zijn een plan aan het maken. Als je bijvoorbeeld naar Limburg kijkt, de regio van Tihange, dan hebben ze wel heel netjes informatie over de incidenten, maar ook daar geen veiligheidsplan. Er zijn echt heel grote verschillen tussen de verschillende veiligheidsregio's. Ik wilde...

De voorzitter:

Maakt u uw zin af en dan komt er een interruptie van mevrouw Van Tongeren.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ja, leuk. Het viel mij op dat je, zeker bij de Duitse centrale, geen Nederlandstalige informatie over de incidenten kunt vinden en dat er dus heel grote verschillen zitten tussen de veiligheidsregio's. Ik vond een heel mooie motie van ene mevrouw Van Veldhoven die met algemene stemmen is aangenomen en waarin de regering wordt verzocht om – ik lees het netjes voor, want ik wil haar geen verkeerde woorden in de mond leggen – de rol van de veiligheidsregio en de onafhankelijke informatievoorziening omtrent een incident of stillegging van een nabijgelegen kerncentrale te versterken en zo nodig daarin samen te werken met de ANVS. Dat laatste kortte ik even af voor de snelheid. Ik vraag me af of het mogelijk is om over die incidenten bij buitenlandse kerncentrales goed en in de Nederlandse taal te communiceren en om ervoor te zorgen dat de verschillende veiligheidsplannen op orde zijn.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks voor een interruptie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik vind dit heel terechte vragen van mijn collega van de SP. Wat die veiligheidsplannen betreft, ben ik benieuwd of mijn collega de plannen die er nu staan, weleens gelezen heeft. Ik heb een aantal daarvan wel gelezen. Hoe schat de SP in dat bijvoorbeeld de evacuatie per trein uit Zeeland gaat geschieden? In hoeverre denkt zij dat de kazernes waar dan naartoe geëvacueerd moet worden, in staat zullen zijn om honderden potentiële slachtoffer op te vangen?

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat is precies wat... Het viel mij op dat je de incidenten al niet kunt vinden. Voor heel veel regio's zijn er geen veiligheidsplannen. Voor sommige regio's zijn de veiligheidsplannen heel duidelijk en heel erg gedetailleerd. Zo las ik bijvoorbeeld dat van Drenthe, Twente en IJsselland gezamenlijk. Dat is een heel duidelijk plan, dat ook goed te vinden is. Bij Groningen staat er echter «we zijn ermee bezig». Ik ben natuurlijk geen expert, maar bij veel plannen vraag ik me af: is dit nu echt alles wat we hebben? We verstrekken iedereen jodium. Dat maakt mensen ook ongerust en onzeker. We horen veel over incidenten, maar kunnen vervolgens niks in onze eigen taal of niks van onze eigen overheid vinden. Volgens mij moet dat echt beter. Ik verzoek de Staatssecretaris om niet alleen te zorgen voor duidelijke informatie over incidenten, maar ook voor echt goede en duidelijke veiligheidsplannen, die goed te vinden zijn voor iedereen. Want ik ben het eens met mevrouw Van Tongeren dat dat echt te wensen overlaat. Is dat een antwoord op uw vraag?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja, dat is een goede beantwoording van die vraag. Ik denk dat wij misschien wel van mening verschillen over die jodiumpillen, want ik ben een van die mensen die al sinds Verhagen daarom zeurt. Als we kerncentrales niet sluiten – sluiting zou de favoriete optie zijn van GroenLinks – zou je in elk geval moeten zorgen dat die jodiumprofylaxe er is. Deelt de SP dat standpunt of zegt de SP: we willen zo erg die kerncentrales niet dat we eigenlijk ook niet het traject van de jodiumpillen in willen?

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat vind ik best een goede vraag. Een van mijn beste vriendinnen is recent moeder geworden. Ze kreeg een plat pakje per post en dacht: oh, iemand heeft sokjes opgestuurd, leuk! Ze draait het pakje om ziet «jodiumpillen» staan. Ze gaat vervolgens zoeken, komt natuurlijk uit bij die veiligheidsregio en tja, daar staat helemaal niks. Er staat wel waarom je jodium krijgt, maar vervolgens weet je niks over die incidenten, maar je leest wel in de krant dat er een lekkage was bij de kerncentrale Emsland. Daar staat echter niks over of het erg gevaarlijk is en wat je moet doen. We horen dat veel mensen zich echt wel zorgen maken over die jodiumpillen, mensen die hun verloskundige of hun arts contacteren. Er is veel onduidelijkheid over en er is gewoon heel weinig bekend over wat nu eigenlijk het probleem is en hoe men de incidenten moet inschatten.

Ik vind het punt van de jodiumpillen lastig. Er wordt vaak op gewezen dat het schijnveiligheid is, omdat ze maar zekerheid bieden tegen één van de stralingsstoffen en niet tegen heel veel andere. Moet je het dan niet doen? Dat vind ik een lastige vraag, want het kan mensen wel daadwerkelijk helpen, hoewel we ook weten dat bijvoorbeeld bij rampen mensen soms denken: ik ben veilig want ik neem die pil en dan blijf ik waar ik ben. Er zitten dus heel veel kanten aan. Maar waar ik ieder geval toe oproep, is om ervoor te zorgen dat mensen over de juiste informatie beschikken. We willen geen paniek, maar we willen ook geen onnodige rust als dat niet gewenst is omdat er wél iets is. Ik hoop dat dit afdoende antwoord is.

De voorzitter:

En u vervolgt uw betoog.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ja. Dank u wel, voorzitter. Ik blijf nog even bij Doel en Tihange en de Emslandcentrale. Ik heb de Staatssecretaris verzocht om veel betere informatie. We hebben een motie aangenomen in de Kamer waarin we ons uitspreken voor sluiting van Doel en Tihange. Er is al even op gewezen dat België erover nadenkt om die «kernuitstap», zoals ze dat noemen, voor zich uit te schuiven. Ik ben heel benieuwd wat de Staatssecretaris gaat doen. De nieuwe Minister-President van Noordrijn-Westfalen heeft zich al in zeer duidelijke bewoordingen uitgelaten. Ik ben heel benieuwd wat daar verder gebeurt.

Ook sluit ik mij aan bij de vragen van de heer Wassenberg over het ABP. Aanstaande zaterdag organiseer ik mede, samen met andere partijen, een demonstratie bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Zij beleggen in die centrale. We hebben natuurlijk heel weinig of geen zeggenschap over een andere soevereine staat. Maar nu financieren wij met ons eigen geld mede die rommelreactoren. Ik zou heel graag de reactie van de Staatssecretaris daarop horen. Onze juffen en meesters, onze agenten, ons universitair personeel, maar ook onze ambtenaren betalen eigenlijk indirect mee aan het openhouden van die centrales. Ik vind dat vreemd, juist omdat de Tweede Kamer heeft gezegd dat die centrales dicht moeten. Ik kan dat niet goed rijmen. We zijn voor sluiting, maar we betalen wel mee aan het openhouden. Ik zou ook daar dus graag een antwoord willen.

Mevrouw Mulder kijkt me aan alsof ik moet afronden, en ik ben natuurlijk heel trouw. Volgens mij zijn alle vragen over de kosten van andere reactoren al heel duidelijk gesteld; het is fijn om aan het einde van het rondje te zitten. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Natuurlijk. U zit nog net binnen de tijd, maar ik gaf alvast een hint dat het zo langzamerhand wel tijd werd om af te ronden. We gaan nu naar de heer Van Aalst van de PVV-fractie.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel voorzitter. Voorzitter. Een paar maanden geleden schrokken 1,2 miljoen Nederlanders zich een hoedje toen ze de jodiumpillen op de mat kregen. Gaan we binnenkort allemaal dood? Heeft Noord-Korea ons aangevallen? Of is het een vooropgezet plan van de illuminati? Zo maar een greep uit de reacties van mensen op het ontvangen van de pillen. Begrijpelijk, want deze bangmaakcampagne van de VVD-minister Schulz slaat natuurlijk helemaal nergens op, zoals ik ook in het vorige AO al heb aangegeven. De pillen werken pas twaalf uur na inname en bovendien komen er bij een kernramp andere gevaarlijke stoffen vrij, waar deze pillen niets aan doen. Er wordt een soort schijnveiligheid gecreëerd.

Maar goed, inmiddels hebben we een nieuw kabinet, met een nieuw bewindspersoon van D66 en een van de prioriteiten van die partij en van vicepremier Ollongren is het aanpakken van nepnieuws. Dat is mooi, want als het over nucleaire veiligheid gaat, kunnen onze media wel wat hulp gebruiken. Bijvoorbeeld als het gaat om die Belgische kerncentrales Doel en Tihange. Inmiddels is er door de media een beeld gecreëerd alsof deze centrales met wat plakband aan elkaar hangen en ieder moment uit elkaar kunnen ploffen. Echter, volgens de toezichthouder zijn de reactorvaten gewoon veilig te gebruiken en is er niets aan de hand. Wat is het nu, vraag ik de Staatssecretaris. Voldoen de Belgische kerncentrales nu aan de veiligheidsnormen of niet? En zo ja, welke maatregelen gaat u dan treffen met uw collega Ollongren tegen de media die met hun valse berichtgeving ten onrechte voor angst onder onze bevolking hebben gezorgd?

De voorzitter:

En daarover is een vraag van de heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dat de kerncentrale in Tihange van plakband en ijzerdraad aan elkaar hangt, is natuurlijk beeldspraak. Het is niet letterlijk het geval, hoewel er volgens mij weleens een stukje ducttape wordt gebruikt. Maar mijn vraag is wat de heer Van Aalst nepnieuws vindt. Op 12 september is de kerncentrale van Tihange 1 weer voor maanden stilgelegd omdat er een lekkend vat was. Dit is de oudste centrale, gebouwd in 1973. Deze centrale had moeten functioneren tot 2003, dus is nu eigenlijk al veertien jaar over tijd. In diezelfde kerncentrale Tihange zijn verschillende incidenten geweest waarbij de veiligheid in het geding was, waarbij de brandvoorschriften niet werden opgevolgd, waarbij lekkende reactorvaten waren, waarbij lasnaden lekten. Noemt de heer Van Aalst dat allemaal nepnieuws? Wat is zijn definitie van «nepnieuws»?

De heer Van Aalst (PVV):

Ik kan een mooi voorbeeld geven van nepnieuws, want ik had wel verwacht dat u daarmee zou komen. Bijvoorbeeld op de agenda voor vandaag staat het feitenrelaas over de watervlokken. Daarin staat letterlijk: «Zo ontstond in juni 2017 onrust na mediaberichten dat uit onderzoek van het FANC zou blijken dat de hoeveelheid waterstofvlokken zou groeien. Dit bleek niet juist.» Dit is een mooi voorbeeld waarin het verkeerd gaat: allemaal punten die we geconstateerd hebben en die toezichthouders, die gewoon keurig netjes toezicht houden, ons verzekeren. Vandaar ook onze vraag aan de Staatssecretaris: hoe zit het; zijn wij nu in gevaar of zijn we niet in gevaar? Op het moment dat we niet in gevaar zijn, hebben wij er heel veel moeite mee dat dat beeld wel gecreëerd wordt.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dat was niet helemaal mijn vraag, voorzitter; ik ben zo vrij om zonder uw toestemming het woord te nemen. Ik zei zojuist dat op 12 september die kernreactor weer voor maanden stil is gelegd. Dat was niet vanwege nepnieuws. Dat was gewoon omdat er weer een veiligheidsmaatregel genomen moest worden, want het deugde allemaal niet meer met die centrale. Die centrale loopt op zijn laatste benen en doet met horten en stoten zijn werk nog. Dat is geen nepnieuws. Het zal ongetwijfeld een keer voorkomen dat een bericht misschien wat genuanceerd kan worden, maar echt enkele keren per jaar worden onderdelen van die kerncentrale stilgelegd. Noemt u dat nepnieuws, dat stilleggen van die centrales en de berichtgeving daarover in de krant?

De heer Van Aalst (PVV):

Ik gaf u een voorbeeld van nepnieuws. Ik zeg niet dat alle berichtgeving nepnieuws is, maar er is een beeld ontstaan dat Doel en Tihange uit elkaar ploffen. Verder is de PVV natuurlijk ook tegen onveilige kerncentrales. Wanneer het nodig is, moeten we ze zeker stilleggen. Maar wanneer het niet nodig is, moeten we ook niet onnodig onrust creëren onder de bevolking. Dat is het punt dat we willen maken en daar is nepnieuws onderdeel van.

Voorzitter. Ik ga hier nog even op door. Wat gaat de Staatssecretaris met haar collega doen aan die valse berichtgeving? Of treedt de D66-nepnieuwsbestrijding alleen op tegen berichten die niet binnen de D66-bubel passen? Een ander bericht waar ik graag de D66-nepnieuwspolitie op zou willen loslaten, is de NRC-berichtgeving van deze week dat de Kamer niet ingelicht zou zijn over extra kosten van kernenergie. Volgens de NRC zou de kernenergiesector de komende jaren zo'n 400 miljoen aan extra investeringen van de overheid nodig hebben. 400 miljoen extra. Dan gaat het om nieuwe, nog niet voorziene uitgaven. Wat is hiervan waar?

De meest opmerkelijke bevinding uit het rapport is dat er 60 tot 100 miljoen overheidsgeld nodig lijkt voor een nieuwe reactor voor medische isotopen in Petten. Tja, voorzitter, dat vind ik toch wel vreemd, aangezien Petten samen met nog twee reactoren de hele wereld voorziet van medische isotopen die nodig zijn om kanker te bestrijden. Hoe is het dan mogelijk dat je vanuit zo'n bijna monopolistische positie er niet in slaagt om voldoende winst te maken om de nieuwe PALLAS-reactor te bouwen? Wij vragen ze natuurlijk niet als sommige farmaceuten om woekerprijzen te vragen voor hun medicijnen, maar een sluitende businesscase lijkt ons toch wel logisch. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe dit zit? Zouden wij bijvoorbeeld in plaats van die 60 miljoen of 100 miljoen subsidie niet alsnog iets kunnen doen met de prijzen van die medische isotopen om zo voldoende geld binnen te halen voor de nieuwe reactor?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dat was keurig binnen de tijd. Dan geef ik het woord aan mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie, als laatste in de eerste termijn.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ook ik wil beginnen met het nieuws in de media. 400 miljoen: het ministerie heeft de cijfers «indicatief» genoemd. Ik denk dat het goed is als de Kamer een overzicht krijgt van de te verwachten kosten. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is of zij de Kamer daarover zou willen informeren.

Ik heb gezien dat het in Dodewaard mogelijk gaat oplopen tot 200 miljoen euro, maar er loopt nog een rechtszaak met GKN. Die ligt stil vanwege vertrouwelijke gesprekken over een minnelijke regeling. Kan de Staatssecretaris daar al meer over melden? Als niet vandaag, wanneer dan wel?

De commissie is op werkbezoek geweest bij de kernreactor in Petten. Eerder dit jaar werd al bekend dat het opruimen van het kernafval in Petten langer gaat duren en ook duurder uitvalt. 80 miljoen euro is minimaal nodig om het historisch afval op te ruimen, maar dat kan ook nog 35 miljoen meer worden. Bij het werkbezoek is ons verteld dat er een koppeling wordt gemaakt tussen het opruimen van het historisch afval en het vinden van financiering voor de PALLAS-reactor. Mijn fractie vindt dat dit de discussie erg complex maakt, nodeloos complex maakt, en dat de overheid hiermee voor het blok wordt gezet. Ik ben benieuwd wat de Staatssecretaris daarvan vindt.

Voor de ChristenUnie staat voorop dat onderzoek en behandeling van kanker op geen enkel manier worden geblokkeerd. Tegelijkertijd vraag ik me af of het bouwen van de nieuwe PALLAS-reactor de enige weg is. Ik wijs nogmaals op de ontwikkelingen bij ASML. Ik heb laatst ook gesproken met medewerkers van ASML. Ze werken met de deeltjesversneller en hebben daar ook een apart bedrijf voor opgericht. Het mooie is dat NRG daarmee samenwerkt. NRG werkt dus samen aan nieuwe ontwikkelingen. Moeten we dan met elkaar achter PALLAS aan blijven lopen? Laten wij in ieder geval de ogen niet sluiten voor andere ontwikkelingen die er zijn.

Eind 2017 wordt een ontmantelingsplan voor de Hoge Flex Reactor verwacht. Dit moet bekostigd worden door de Europese Commissie. Is hier al meer duidelijkheid over?

Voorzitter. Anderen hebben de jodiumpillen al genoemd. Dat heeft ons weer met de neus op de feiten gedrukt. Als het misgaat met een kerncentrale, zijn de gevolgen immens. Vanuit België kwam het positieve bericht dat uiterlijk 2025 de kerncentrales moeten sluiten. Maar dat betekent ook dat kerncentrales die eigenlijk vanwege de veiligheid al dicht hadden moeten gaan, nog zeven jaar in bedrijf zijn. Graag een reactie. De Onderzoeksraad voor Veiligheid doet momenteel onderzoek naar grensoverschrijdende incidenten met kerncentrales. Het onderzoek is nu in een fase van inzage. Wanneer worden de uitkomsten naar de Kamer gestuurd?

Mijn laatste punt is de eindberging. Ik heb de brief van de Staatssecretaris gelezen. Daarin staat dat er geen onomkeerbare beslissingen worden genomen, want dat geeft volgende generaties de gelegenheid om met de inzichten van dat moment beslissingen te nemen over de uitvoering van de eindberging. Natuurlijk moeten wij openstaan voor innovaties, maar bij dit soort zinnen krijgt mijn fractie ook wel het gevoel dat we het probleem doorschuiven naar volgende generaties, in de wetenschap dat de nucleaire afvalberg de komende decennia gaat groeien. Moeten we hier niet meer voortvarendheid betrachten?

Dank u wel.

De voorzitter:

U krijgt een interruptie van de heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Een vraag aan mevrouw Dik in de stiekeme hoop dat de Staatssecretaris meeluistert. Weet mevrouw Dik-Faber dat de kerncentrales in België inderdaad in 2025 zullen gaan sluiten? Want een van de grootste partijen in België, de NVA, trekt dat al in twijfel en heeft openlijk gezegd: misschien moeten we die kerncentrales wel wat langer laten draaien.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik heb niet alle discussies in België kunnen volgen. Laten we deze vraag naar de Staatssecretaris doorgeleiden. Ik hoop natuurlijk dat er een goede oplossing komt in België. Hoe eerder ze dicht zijn, hoe liever het me is. Wij gaan er niet over, maar ik ben benieuwd hoe de discussie daar loopt. Ik vind bovenal de veiligheid van groot belang.

De voorzitter:

We gaan even kort schorsen, tot vijf voor. Dan gaan we verder.

De vergadering wordt van 14.47 uur tot 14.56 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering van de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat. We hebben het vandaag over nucleair toezicht en afval. Ik geef graag het woord aan de Staatssecretaris. We hebben nog ongeveer een uur, tot 16.00 uur, dus dat is best wel een uitdaging. Ik zou erop willen koersen rond 15.30 uur het woord weer terug te geven aan de Kamerleden voor hun tweede termijn. Waarschijnlijk heeft de Staatssecretaris dan al heel veel antwoorden kunnen geven in haar eerste termijn beantwoording. Ze zal dat doen in blokjes. Ik zou de leden willen vragen om de interrupties zo veel mogelijk aan het eind van ieder blokje te laten plaatsvinden, want er zijn natuurlijk heel veel dezelfde onderwerpen behandeld en dan kan zij ze zo goed mogelijk nalopen. Ik geef graag het woord aan onze Staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan de leden voor hun vragen. Ik proef bij heel veel leden dezelfde zorgen en ik ken ook veel dezelfde zorgen en aandachtspunten. Dat bewijst dus maar weer eens hoe belangrijk het is dat we hier met elkaar over van gedachten wisselen, want ik heb natuurlijk ook niet stilgezeten de afgelopen twee maanden. Ik hoop ook dat ik u ten aanzien van een aantal punten en zorgen wat gerust kan stellen. Het is misschien goed om even aan te geven wat de blokjes zijn, want dan weet u wanneer u kunt beoordelen of ik alle vragen beantwoord heb. Na een algemeen stukje wilde ik beginnen met de relatie met België. Er zijn natuurlijk heel veel vragen gesteld die daarop betrekking hebben. Dan komt een heel blokje over financiële problematiek, algemeen maar ook specifiek; dan kom ik terug op Dodewaard, Petten en NRG. Ik heb een apart blokje heel specifiek over de financiële problematiek bij het afval bij NRG en ook over de financiële problematiek bij Borssele. Tot slot heb ik nog een blokje «overig».

Voorzitter. Misschien om echt even bij de essentie te beginnen: nucleaire veiligheid en beveiliging staan voorop, voor het kabinet maar ook voor mij. Ook in dit AO komen veel verschillende aspecten van het nucleaire dossier aan de orde. Ik ben niet overal verantwoordelijk voor. Omdat veel van de zaken natuurlijk met elkaar te maken hebben, is het aantrekkelijk om ze ook allemaal in samenhang hier ter tafel te brengen. Ik ga proberen, voor zover als ik dat kan, die vragen ook te beantwoorden, maar daar waar het niet kan, zal ik zorgen dat mijn collega's de resterende vragen schriftelijk beantwoorden. Dan zorgen we namelijk dat het de zorgvuldigheid heeft die dit soort vragen ook vereist.

Voorzitter. Mijn verantwoordelijkheid is de veiligheid van de Nederlandse nucleaire installaties en ook de veiligheid van andere toepassingen, dus radioactieve stoffen bij ziekenhuisbedrijven. Daar kunt u mij op aanspreken. De veiligheid van kerncentrales in het buitenland – dat werd door een aantal van u ook heel duidelijk gezegd – is een nationale verantwoordelijkheid, en dat geldt dus ook voor onze buurlanden. Dat is hun verantwoordelijkheid, maar tegelijkertijd realiseren we ons ook allemaal dat er natuurlijk mensen zijn die net zo dicht bij zo'n kerncentrale wonen, alleen net over de grens van een ander land. Dan is de vraag: hoe ga je daarmee om? Dan kun je dus twee lijnen volgen.

De ene is de juridische lijn. Om dan meteen op een aantal van de vragen terug te komen: is er nou echt onveiligheid, is het nou houtje-touwtje, ducttapeproof of is het op orde? Als er echt sprake zou zijn van een houtje-touwtjesituatie, dan had je een juridische weg om te bewandelen. De Duitsers hebben dat ook geprobeerd. Daaruit is gebleken, en dat komt ook overeen met onze analyse, dat wij geen aanleiding hebben om te zeggen dat er ruimte is voor een juridische procedure. Maar er zijn wel zorgen, want het zijn oude centrales. We moeten er dus goed met elkaar op letten wat daarmee gebeurt. Op mijn eerste werkbezoek ging ik naar Bergen op Zoom, omdat ik daar van de bewoners in de grensregio wilde horen hoe het staat met de zorgen die zij hebben. Ik heb daar toen ook met de burgemeester gesproken.

Ondanks het afgelasten van de Milieuraad ben ik gisteren naar Brussel gegaan en heb daar gesproken met mijn Belgische counterpart, Minister Jambon, die over nucleaire veiligheid gaat. Want als we niet het juridische spoor kunnen bewandelen, dan moeten we wel zorgen dat we in samenwerking zo veel mogelijk kunnen doen om te zorgen dat ook wij aan deze kant van de grens goed meegenomen worden over dezelfde centrales. Want dan komt het dus aan op samenwerking. Ik was heel erg blij met de heel duidelijke boodschap die hij gaf. Hij zei namelijk letterlijk: wij spelen niet met nucleaire veiligheid. Dat lijkt me ook heel logisch, want er wonen natuurlijk net zo goed Belgen in de buurt van die nucleaire centrales als dat er Nederlanders wonen in de buurt van die nucleaire centrales. Noch hij noch ik wil natuurlijk op ons geweten hebben dat we qua nucleaire veiligheid iets laten lopen wat we niet hadden moeten laten lopen. Dat betekent dus samenwerking tussen onze beide diensten van experts, die dat ook echt kunnen beoordelen en dan dus een interpretatie van de feiten geven. Daar kan altijd verschil over zijn. Meneer Van Aalst begon daarover: is dat nou nepnieuws of is dat interpretatie van de feiten? Ik heb de media in dit land gelukkig niet aan een touwtje, want dan hadden we geen democratie. De media maken hun eigen interpretatie van de feiten, ik maak mijn interpretatie van de feiten, u doet dat en wij hebben hier met elkaar daar de discussie over. Zo doen we dat in een democratie.

Maar het is dus wel heel erg belangrijk dat we zorgen dat al die lijnen open zijn op het punt van de communicatie naar de mensen in die regio's toe en op het punt van de afstemming tussen de verschillende nationale overheden en de verschillende experts, het FANC aan Belgische kant en de ANVS aan onze kant. Ik zet mij daar vol voor in. Dat is eigenlijk wat ik er in algemene zin over zou willen zeggen. Op de informatievoorziening en de veiligheidsplannen kom ik straks nog meer in detail terug.

De voorzitter:

Er is een vraag van de heer Wassenberg op dit punt.

De heer Wassenberg (PvdD):

Misschien komt de Staatssecretaris erop terug, maar ik wil het toch hier al even aangeven. Zij zegt: die kerncentrales hangen niet met touwtjes en ijzerdraad aan elkaar. Dat is natuurlijk een beeldspraak. Aan de andere kant zie je wel dat met name Tihange van calamiteit naar calamiteit hobbelt. Elke keer wordt die kerncentrale weer stilgelegd en elke keer moet hij met kunst- en vliegwerk weer op orde worden gebracht. Ik woon al lang in die regio. U weet dat ik uit Maastricht kom; ik ben daar geboren en getogen. Ik heb het nieuws rond Tihange al sinds de jaren tachtig gevolgd, maar toen was er veel en veel minder sprake van al die incidenten, omdat die kerncentrale gebouwd is voor 30 jaar. Je ziet dus echt dat de calamiteiten te maken hebben met de hele lange levensduur van die kerncentrale en dat het dus echt een structureel probleem is. In hoeverre kun je dan toch zeggen dat de centrales misschien niet slecht gebouwd zijn, maar wel slecht geworden zijn door het hele lange gebruik? En in hoeverre zou je dan toch het juridische pad kunnen gaan bewandelen?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Om met het einde te beginnen: dat juridische pad is bewandeld door onze Duitse collega's. Nederland heeft toen ook gekeken of wij ons daarbij konden aansluiten. Want als er echt een onveilige situatie is, dan moeten we er natuurlijk voor zorgen dat alle maatregelen genomen worden om daar een einde aan te maken. Als die situatie zich zou voordoen, als er echt sprake zou zijn van een juridisch pad dat wij kunnen bewandelen omdat het om veiligheidsredenen geadviseerd wordt, bijvoorbeeld door de ANVS, dan zal ik daar niet over twijfelen. Wij hebben op dit moment geen aanwijzingen dat dat nodig is.

Het is wel heel belangrijk om onderscheid te maken tussen incidenten die gemeld worden en calamiteiten, want niet elk incident is een calamiteit. Er is bij het rapporteren over gebeurtenissen bij zo'n centrale niet voor niks een schaal waarop bijvoorbeeld wordt aangegeven of het een incident is dat dicht bij het nucleaire proces zit – dan heb je al snel code 5 – of dat eigenlijk niks met het primaire proces te maken heeft maar wel een incident is en dus gemeld wordt. Die nucleaire centrales liggen terecht, om alle goede redenen, onder een vergrootglas. Maar als je door een vergrootglas ergens naar kijkt, dan zie je ook meer. Dan is het dus ook belangrijk dat we in de informatievoorziening naar mensen heel duidelijk zijn over wat ze dan zien, want anders ontstaan er ook zorgen. Het allerbelangrijkste vind ik dat mensen weten: ik woon daar veilig, er wordt goed op toegezien en zelfs bij dingen die niet meteen het kritisch proces raken, wordt er toch telkens op gelet dat het allemaal wordt opgelost. Maar niet elk incident is een calamiteit. Dat onderscheid moeten we ook in onze eigen woordkeuze goed maken, omdat we anders daarmee ook onrust creëren, onbedoeld.

De voorzitter:

Een vervolgvraag voor de heer Wassenberg. Interrupties gaan in tweeën en twee per fractie in deze eerste termijn van de Staatssecretaris.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik heb voor het woord «calamiteit» gekozen omdat ik vind dat «incident» geen recht doet aan de situatie, want een incident staat in principe op zich. Je kunt bijna wachten op het volgende «incident», omdat die allemaal te maken hebben met de verouderde kerncentrale. Als je weet dat er weer een «incident» is geweest en het wachten is op het volgende, kan de Staatssecretaris zich voorstellen dat Limburgers zich heel erg veel zorgen maken, omdat ze weten dat het wachten is op het volgende «incident» en dat daar op een gegeven moment ook weleens misschien niet goed op gereageerd kan worden? De FANC heeft bijvoorbeeld laten weten dat er op een gegeven moment verkeerde oefeningen zijn gedaan, dat brandoefeningen er niet waren of verkeerd werden uitgevoerd. Er was dus toch heel wat aan te merken op de reactie van Tihange op incidenten/calamiteiten.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dat er zorgen zijn in de regio, snap ik heel goed. Dat snap ik echt heel goed. Dat de centrales verouderen is natuurlijk gewoon een wezenlijk feit. Dat betekent alleen maar dat we er heel scherp op moeten blijven letten dat de veiligheid gewaarborgd blijft. Dat is wat we kunnen doen. Dat is ook waarop ik in mijn contacten met Minister Jambon de nadruk heb gelegd en waarom de samenwerking tussen de ANVS en het FANC zo belangrijk is om dit heel scherp in de gaten te houden. Dat zullen we ook doen. Dat kan ik absoluut tegen de heer Wassenberg zeggen. Ik zit daarbovenop.

Ik ga meteen door naar de vraag van...

De voorzitter:

Er was nog een vraag. Of slaat u die over, mevrouw Beckerman van de SP?

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat ligt eraan. Zitten we nu aan het einde van het blokje «België»?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Nee, «algemeen».

Mevrouw Beckerman (SP):

Oké, dan kom ik liever terug bij het einde van het blokje «België».

De voorzitter:

Prima, dan doen we dat. Dan gaat de Staatssecretaris door met de beantwoording.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Zoals ik al zei: ik was gisteren bij mijn collega meneer Jambon. Ik vond daar echt de bereidheid om zich ook in te leven in de zorgen aan Nederlandse kant en om gezamenlijk op te trekken om de informatievoorziening te verbeteren. Dat was een terecht aandachtspunt van mevrouw Beckerman. Ik vind ook dat de informatie begrijpelijk en helder moet zijn en niet alleen in het Duits kan zijn. Ik zal even kijken wat daar in de beantwoording over staat, maar zelfs als we daar nu nog niet een antwoord op zouden hebben, neem ik dit graag mee als aandachtspunt, want als mensen hier vragen over hebben, moeten we die informatie helder kunnen geven. Nogmaals, ik vond in meneer Jambon echt een partner voor het wegnemen van de zorgen.

Ik weet dat er al lange tijd is gekeken of er voor u als Kamer een mogelijkheid zou zijn om een keer direct met de FANC te spreken; mevrouw Van Tongeren heeft daar inderdaad meermaals naar gevraagd. Om allerlei redenen van meer formele aard is het niet gelukt om het FANC hier in Nederland te krijgen, maar ik heb met Minister Jambon kunnen afspreken dat u van harte welkom bent om in Brussel een gesprek te voeren met het FANC, omdat u dan zelf, uit eigen hand, vragen aan het FANC kunt stellen en daarop antwoorden kunt krijgen die u hopelijk ook weer helpen in het vertrouwen in de processen en de afspraken die er zijn en in de samenwerking die er is. U heeft dus die gelegenheid. Dat is misschien een kerstcadeautje aan mevrouw Van Tongeren. Ik geef deze bereidheid graag door. Het is natuurlijk aan u om dat te organiseren, maar ik was in ieder geval heel erg blij met de bereidheid die er wat dat betreft meteen getoond werd aan Belgische zijde. Ik ben blij dat ik dat heb kunnen afspreken.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dat is een kerstcadeautje voor ons allemaal!

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Natuurlijk is dat een kerstcadeautje voor u allemaal. Jazeker, absoluut, maar ik noemde mevrouw Van Tongeren toch in het bijzonder, omdat ik weet dat zij altijd zeer hierop heeft aangedrongen, overigens inderdaad ook met anderen. Laat ik vooral zeggen dat ik blij ben dat ik dat heb kunnen afspreken.

Over de informatievoorziening heb ik al iets gezegd. Ik vind echt dat die heel belangrijk is. Er zijn eigenlijk drie punten waarop we scherp moeten zijn. Het eerste punt is de feitelijke veiligheid. Daarvoor hebben we dus aan beide kanten van de grens experts, die echt op die feitelijke veiligheid moeten toezien: de ANVS bij ons en het FANC in België. U bent, zoals gezegd, in de gelegenheid om dit ook met het FANC door te spreken. Het tweede punt is het punt van de informatie. De informatie moet helder zijn, moet tijdig zijn en moet overal beschikbaar zijn, in het Nederlands. Als je nog een vraag hebt, moet je ook weten waar je terechtkunt: een helder loket. Daarnaast is er het punt van de voorbereiding.

Dat brengt mij op het punt van de jodiumpillen. Ik kreeg ze ook in de bus, zelfs op twee plekken: hier in de Kamer en ook bij mij thuis. Toen ik met de mensen in Bergen op Zoom sprak, hoorde ik ook daar gemixte reacties. Een mevrouw zei: «Ik kreeg jodiumpillen; dan zal er wel iets aan de hand zijn.» Een meneer zei: «Ik kreeg jodiumpillen en ik dacht dus: dat is mooi; de overheid zit hierbovenop en zelfs als er iets gebeurt, is er aan mij gedacht.» Hoe zoiets uitpakt, verschilt dus ook van persoon tot persoon, maar ik denk dat het in ieder geval goed is dat die jodiumpillen nu zijn uitgedeeld en dat er geen verschil is met bijvoorbeeld de situatie in België.

Een van de punten waarop ik naar aanleiding van het gesprek van gisteren met Minister Jambon nog even de nadruk wil leggen – dat heeft ook te maken met de discussie over België – is dat er ook bereidheid is om de informatievoorziening aan de mensen in de grensstreek goed te houden, ook als er aan de Belgische zijde ontwikkelingen zouden zijn. Op dit moment is in het tijdpad in België sluiting voorzien in 2025. Daar kan natuurlijk opnieuw een discussie over ontstaan; in de krant stonden daar berichten over. Nogmaals, nu staat in de wet sluiting in 2025, maar ik heb met Minister Jambon afgesproken dat ik, mocht daar een discussie ontstaan over een verlenging, graag met hem bekijk op welke wijze ook de mensen aan de Nederlandse kant van de grens hun zorgen daarover kenbaar kunnen maken en goed kunnen worden meegenomen in de informatievoorziening.

De heer Wassenberg vroeg of ik duidelijk kan maken dat Tihange dicht moet. Volgens mij heb ik daar al het nodige over gezegd. Als er echt concrete aanleiding is – bijvoorbeeld een advies van de ANVS – om het juridische pad te bewandelen, zullen we dat doen, maar we hebben die aanleiding niet. Wel hebben de drie premiers – dus alle drie – op de Benelux-top van 8 november afgesproken om de afspraken op het gebied van de nucleaire veiligheid en de crisisbeheersing verder te willen uitvoeren. Dit dossier heeft dus echt ook op het hoogste niveau de aandacht van de premiers, waarbij samenwerking vooropstaat.

De samenwerkingsovereenkomst met het FANC is in het najaar afgesloten. Ik zal die naar u toezenden. Die staat overigens ook op de website van de ANVS, maar ik stuur die voor het gemak graag ook direct naar de Kamer.

Zijn de veiligheidsregio's klaar voor kernongevallen? Op 1 januari jongstleden is de nieuwe samenwerkingsstructuur in het kader van het beheer van het Nationaal Crisisplan Stralingsincidenten in werking getreden. Daarbinnen vallen ook de nationale crisisplannen voor nucleair en straling. Die plannen zijn bijgevoegd bij de brief van 18 april 2017. Inmiddels is ook het Crisiscommunicatieplan Stralingsincidenten beschikbaar. Het Rampbestrijdingsplan Nucleaire Installaties van de Veiligheidsregio Zeeland wordt hierop aangepast en geactualiseerd. Ook andere veiligheidsregio's zijn bezig met het hierop laten aansluiten van de eigen plannen.

De veiligheidsregio's publiceren via de website veiligheid.org en via de eigen website, maar op de website van de ANVS staan voor de belangrijkste nucleaire installaties ook links naar de rampenbestrijdingsplannen van de veiligheidsregio's. Op de site van de ANVS staat, naast animaties over stralingsincidenten, ook informatie over de jodiumpillen. Er is zelfs een website voor mensen die zich afvragen waarom ze die pillen krijgen: www.waaromkrijgikjodiumtabletten.nl. Er zijn immers ook weleens vragen bij mensen in de zin van: «Ik heb een bepaalde leeftijd; waarom krijg ik ze niet meer? Tel ik niet meer mee?» Nee, er zijn allerlei redenen. Die worden keurig uitgelegd op de website www.waaromkrijgikjodiumtabletten.nl.

Voorzitter, dat was mijn blokje over België.

De voorzitter:

Dan is er ten eerste een vraag voor u van mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik wil eigenlijk inhaken op wat Frank Wassenberg eerder vroeg. U heeft duidelijk aangegeven dat u op dit moment geen mogelijkheden ziet voor juridische stappen, maar dat er wel wordt overlegd. Ik vind dat wel erg mager, als ik eerlijk ben. Ik zie de heer Wassenberg knikken. Zijn motie, die door de Kamer is aangenomen, stelt dat wij ons moeten aansluiten bij het protest vanuit Duitsland en Luxemburg. Dat gaat niet om overleggen over de veiligheid, maar om het dringend verzoeken van de regering van België om de kerncentrale in Tihange te sluiten. Ik kan me voorstellen dat die juridische stappen nu niet werken, maar ik vind het erg mager om het hierbij te laten en alleen maar te praten. Wat zijn de mogelijkheden om bijvoorbeeld samen met Luxemburg en Duitsland – ik zag vandaag in de krant dat bijvoorbeeld ook Oostenrijkse politici zich nu al heel kritisch uitlaten – die druk op te voeren, en dan echt met als doel sluiting? Ziet de Staatssecretaris daar nog meer mogelijkheden?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Wij moeten wel onderscheid maken tussen mogelijkheid en aanleiding. Ik kijk ook even naar rechts, maar volgens mij is naar aanleiding van de motie ook daarnaar gekeken en hebben de Duitsers inmiddels zelf ook ingezien dat die juridische stappen niet mogelijk zijn. Ik kijk even of dat inderdaad zo is. Ja, er wordt geknikt. Ik gaf dat antwoord een beetje op basis van mijn herinnering, maar dat klopt dus. Dan is er dus niks meer om je bij aan te sluiten, zeg ik dan ook maar even heel simpel. Als die aanleiding er wel is, gaan we hier opnieuw serieus naar kijken. Laat dat helder zijn, want de veiligheid staat voor mij voorop.

De voorzitter:

Is er een vervolgvraag?

Mevrouw Beckerman (SP):

Ja. Ik vind dat nog steeds erg mager. Ik zei al dat ik snap dat die juridische weg nu niet kan, maar Duitsland heeft zich niet bij die uitspraak neergelegd. Vorige week heeft de Minister-President van de deelregio dit nog tot speerpunt gemaakt van zijn campagne. Er zijn ook andere mogelijkheden om diplomatieke druk op te voeren, maar ik wil eigenlijk nog een tweede vraag stellen. Via het ambtenarenpensioenfonds wordt nu belegd in die kerncentrales. Juist door die medefinanciering kunnen ze ook blijven draaien. Zou de Minister daar een reactie op willen geven? Ik vind dit namelijk erg wrang. We zijn als Kamer tegen, maar we betalen er indirect wel aan mee.

De voorzitter:

Een charmante smokkelpoging van mevrouw Beckerman. Ik geef het woord aan de Staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Als de voorzitter mij een charmant antwoord toestaat, kom ik daar straks op terug want het zit in het mapje.

Op dat eerste punt: ik ben graag bereid te bekijken wat de stand van zaken is in Duitsland. België heeft een aantal brieven gestuurd aan Luxemburg en Duitsland. Die kunnen we delen, zodat mevrouw Beckerman kennis kan nemen van de reden waarom we nu die weg niet zien. Ik ben bereid om in alle transparantie op dat punt te voorzien.

Zal ik doorgaan met het volgende punt?

De voorzitter:

Nee, want mevrouw Van Tongeren en de heer Von Martels hebben nog vragen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Op ditzelfde punt over Tihange. De ANVS en de gemeente Maastricht zijn door belangenorganisaties gevraagd om in gesprek te gaan over een Oostenrijks rapport, waarin een hele serie dingen wordt geschetst, waaronder een bepaald risicoscenario. Het antwoord van Nederland daarop is, in mijn samenvatting: wij vinden dat risico niet reëel, dus we hoeven daar ook geen antwoord op te hebben. Het tweede argument om niet naar het scenario te kijken, is dat het Oostenrijkse rapport deel uitmaakt van een juridische procedure die 80 Duitse en Nederlandse gemeentes hebben lopen tegen de eigenaar van Tihange. Is dat nou niet een heel formalistische opstelling? Ik weet dat één Kamerlid in Japan, zeg maar de Japanse Liesbeth van Tongeren, zei dat er weleens een tsunami zou kunnen komen en dat dit gedonder zou kunnen geven met de kerncentrales. Zij werd hartelijk uitgelachen, zo van: dat is een heel overdreven scenario en daar heb je haar weer. Dit rapport zit misschien in diezelfde categorie. In mijn inbreng zei ik ook al dat onze scenario's uitgaan van een kernsmelting eens in de 10 miljoen jaar...

De voorzitter:

U hoeft uw inbreng niet te herhalen, want uw inbreng was best wel lang.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

... en we hebben in werkelijkheid al vier kernsmeltingen gehad sinds de start van kerncentrales.

De voorzitter:

Ik wil toch echt, ook gezien de tijd, de leden verzoeken om nog iets bondiger te zijn. Ik geef het woord aan de Staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Een kort antwoord. Ik ken dat rapport niet. Ik ben graag bereid er even naar te kijken en erop terug te komen bij de Kamer.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Von Martels van de CDA-fractie.

De heer Von Martels (CDA):

Ook ik heb getwijfeld over België, wat ik heb geprobeerd duidelijk te maken in mijn eerste inbreng. Fijn dat u in contact bent getreden met uw collega uit België en dat we binnenkort met het FANC kunnen spreken. Mijn vraag richtte zich met name op het integrale nationale energie- en klimaatplan van België. Wanneer kunnen wij daarop reageren? U zegt dat het een nationale verantwoordelijkheid is, maar ik denk dat het goed is als Nederland kan reageren op dat plan.

De voorzitter:

Zij is nog even aan het overleggen, maar het woord is zo aan de Staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik weet dat het energieplan in voorbereiding is. We zouden even kunnen nakijken wanneer dat gereed is. Die mogelijkheid zal er dan allicht zijn.

De voorzitter:

Meneer Von Martels, is dat voldoende voor u?

De heer Von Martels (CDA):

Ik wacht het antwoord graag af, maar het zou heel mooi zijn als er contact is in de voorbereidingsfase. U kunt er dan misschien nog een bijdrage aan leveren.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik heb met mijn collega sowieso afgesproken dat wij contact houden op dit dossier. De toekomst van de energievoorziening in België is een heel brede discussie, net zoals dat in Nederland een heel brede discussie is. Kernenergie is er een heel belangrijk element in, maar het is ook in België een bredere discussie. Ik weet zeker dat ook collega Wiebes contact zal hebben met collega's over de grens.

De voorzitter:

De Staatssecretaris gaat door met haar tweede blokje: financiën, Dodewaard, Petten en NRG.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ja, want in meerdere kranten zijn artikelen verschenen over financiële risico's voor de Staat in het nucleaire domein. Dit naar aanleiding van een bij de formatiestukken openbaargemaakt document. Ik kan in algemene zin ingaan op de vragen. Zoals ik al in de inleiding aangaf, is een aantal specifieke punten aan de Ministers van EZK en Financiën. Ik wil iets zeggen over Dodewaard, het historisch afval in Petten en de PALLAS-reactor.

Ik begin met kerncentrale Dodewaard. De Kamer is meerdere keren geïnformeerd over de stand van zaken van de financiële zekerheidsstelling, de laatste keer in een brief in september. Het is belangrijk om te weten dat er voor kerncentrale Dodewaard geen financiële zekerheidsstelling is, omdat dit in het verleden niet verplicht was. We zitten nu met een situatie die we misschien graag anders hadden gezien, maar dat is in het verleden zo toegestaan. De Staat is van mening dat ook de achterliggende aandeelhouders moeten meebetalen aan de kosten en is daarom een gerechtelijke procedure gestart. Na de start van die procedure is een proces op gang gekomen om te kijken of er toch in overleg tot een schikking gekomen zou kunnen worden. Toen is de procedure stilgelegd maar niet gestopt. De onderhandelingen lopen dus. In de brieven van 21 november en 7 juli 2016 hebben de Ministers van Financiën en van Infrastructuur u geïnformeerd over de procedure die wordt gevoerd. In het openbare rapport van de hoogambtelijke werkgroep staat dat de overheid maximale druk zet om zo min mogelijk bij de belastingbetaler terecht te laten komen. In verband met de onderhandelingspositie zijn toen geen financiële schattingen opgenomen over de risico's. Tijdens de formatiegesprekken is wel een indicatie gevraagd van wat die risico's ongeveer zouden kunnen zijn. Die zijn nu naar buiten gekomen. Dat zijn de risico's die de Staat eventueel loopt. Daarbij gaat het wel om een worstcasescenario. We proberen de belastingbetaler zo min mogelijk te laten betalen. Het kan dan ook goed zijn om niet alle mogelijke inschattingen die je maakt op straat te leggen. Hier zullen zo meteen misschien nog een paar vragen over komen, maar ik ga even door naar alle andere onderwerpen die ik in dit blokje zou behandelen.

Het historisch afval is ook een langlopend dossier waarover meerdere brieven aan de Kamer zijn gestuurd, inclusief over de financiële risico's. Omdat er allerlei soorten afval in die vaten zit, weten we dat het heel moeilijk is om te zeggen: met dit bedrag erbij zijn we er. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat, wanneer het gaat om het bergen van nucleair afval, veiligheid op één staat, en daarna natuurlijk zo min mogelijk kosten voor de belastingbetaler. Maar dat dit op een goede manier wordt opgelost, staat echt voorop. Die afvoeroperatie is complex. We hebben daar op allerlei manieren al eerder met elkaar over gesproken. Voor het bedrijf NRG drukt de last van de opruimoperatie zwaar op activiteiten die het daarnaast commercieel zou kunnen voeren. Als het failliet zou gaan, blijft de belastingbetaler ook met een heel grote kostenpost zitten, omdat de bijdrage voor een deel gefinancierd zou worden uit de opbrengst van de isotopen. Als je die opbrengst kwijt bent, loopt de rekening voor de belastingbetaler alleen maar op.

Dat is ook een risico voor de businesscase van PALLAS. De Minister van Economische Zaken heeft in juli van dit jaar de Kamer geïnformeerd over de risico's en de onzekerheden. Daar is ook eerder over geïnformeerd. Wij blijven natuurlijk steeds zoeken naar meer zekerheid. Er blijft steeds meer onderzoek gedaan worden om concreter te worden en betere inschattingen te kunnen maken. De hoogambtelijke werkgroep nucleair landschap doet ook hiernaar een vervolgonderzoek. De Kamer wordt daarover in het voorjaar van 2018 weer geïnformeerd. Voor PALLAS is het uitgangspunt dat het privaat gefinancierd moet worden. Het is niet uit te sluiten dat er toch een eenmalige publieke bijdrage voor de constructiefase nodig is, maar op dit moment is er geen sprake van een publieke bijdrage aan PALLAS. Het is in dit stadium nog veel te vroeg om concrete cijfers te kunnen noemen. Daarom is dat niet gedaan. Bovendien moet je ook hierbij de afweging maken of het bedrijfsvertrouwelijk is. Maar goed, zodra het om de besteding van belastinggeld gaat, komt er natuurlijk altijd een moment van verantwoording aan de Kamer. Ook hierover zal het kabinet de Kamer uiteraard informeren.

De voorzitter:

Daar is een vraag over van mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Wil ze dat aan het einde van het blokje doen? Ik heb nog een paar vragen over PALLAS.

De voorzitter:

Daar is zij toe bereid, zie ik.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ja? Heel goed!

Mevrouw Van Tongeren vroeg of er een alternatief is voor PALLAS. Er is een RIVM-rapport over verschenen op 3 juli. De conclusie van dat rapport is dat in de toekomst zowel reactoren als versnellers nodig zijn voor medische isotopen. De hoogambtelijke werkgroep doet vervolgonderzoek naar de samenloop tussen aan de ene kant PALLAS en aan de andere kant Lighthouse. De ogen worden dus niet gesloten voor andere ontwikkelingen. Er wordt onderzoek naar gedaan. In het tweede kwartaal van 2018 komt op dit punt een brief van de Minister van EZK naar de Kamer.

Voorzitter, dat waren de antwoorden op dit punt.

De voorzitter:

Dan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Aangezien er al behoorlijk is geïnvesteerd in PALLAS, is mijn vraag of er ook een scenario wordt gemaakt dat we stoppen. Worden er geen extra kosten gemaakt tot we in het tweede kwartaal het overzicht hebben of het met Ligthouse kan of dat het in Europees verband kan bij de Franse centrale? Wordt het scenario «stoppen met PALLAS» dus ook serieus genomen en is dat financieel überhaupt nog mogelijk, of krijgen we dan te horen: helaas, nu bent u te laat, mevrouw Van Tongeren?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Alle scenario's worden serieus onderzocht. We zitten nog in een prefase en daarin kan het antwoord altijd ja of nee zijn.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord graag aan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Misschien zou ik toch wat meer informatie kunnen krijgen over de rechtszaak en de onderhandelingen. Ik zou ook willen weten wat de eventuele kansen op succes zijn bij zo'n rechtszaak. De Staatssecretaris zegt dat de rechtszaak niet is stopgezet, maar stilgelegd. Zij zegt ook dat de cijfers die nu in de krant genoemd worden, een worstcasescenario zijn en dat het zo erg wel niet zal zijn. Maar ik zou het toch fijn vinden om daar nog wat verdieping in te krijgen, want bedrijven zeggen te gemakkelijk dat het allemaal bedrijfsgeheim is. Misschien kan de Staatssecretaris daarop ingaan, eventueel in een brief. Het stond nog niet op de agenda en ik ben heel coulant, dus het hoeft niet per se voor het kerstreces. Maar ik zou dat wel fijn vinden. Ook wil ik nog even weten hoe het kan dat in de krant stond dat de aandeelhouders geen geld hadden voor het afbreken en verwerken van de kerncentrale, maar dat zij wel geld hadden om tussen 2002 en 2009 850 miljoen uit te keren aan dividend. Daar zou ik graag een reactie op krijgen van de Staatssecretaris. Ook dat zou eventueel in een brief kunnen, na het kerstreces.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik maak graag gebruik van de coulance die de heer Wassenberg mij hier biedt. Ik vind dat we hier precies en zorgvuldig in moeten zijn. Wat ik nu wel al kan zeggen is dat die uitkering juist aanleiding is geweest voor de juridische procedure. Als je sneller tot een resultaat komt zonder juridische procedure, heeft dat misschien weer allerlei andere voordelen. Ik stel voor dat we ook mijn collega even vragen om in een brief aan de Kamer duidelijkheid te bieden of die minnelijke schikking wel of niet lukt.

De voorzitter:

Dan zag ik ook nog een interruptieverzoek van de heer Van Aalst van de PVV en daarna van mevrouw Van Eijs en mevrouw Dik-Faber. Eerst de heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Misschien ben ik wat te vroeg. In eerste instantie wil ik ermee beginnen dat de PVV de laatste is die zal tornen aan de persvrijheid, maar het was D66 die iets wilde doen met de nepnieuwspolitie. Halverwege de blokjes constateer ik dat het met plakband in stand houden van Tihange en Doel, de 400 miljoen belastinggeld die nodig zouden zijn en ook de watervlokken die letterlijk uit de brief van de Staatssecretaris komen, niet juist door de media gebracht zouden worden. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is wat zij de komende tijd in haar communicatie gaat doen om te voorkomen dat de mensen onnodig onrust wordt aangejaagd.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik ga zo helder mogelijk communiceren.

De voorzitter:

Vervolgvraag.

De heer Van Aalst (PVV):

Dat is een typisch geval dat mij niet geruststelt. Kan de Staatssecretaris ons als commissie meenemen in de communicatie? Wij hebben net Kamerbreed geconstateerd dat er een probleem zit in de informatievoorziening. Niet alles wat je wilt vinden, kun je ook vinden. Kan de Staatssecretaris ons meenemen in haar plan? We zien allemaal dat er verbeteringen moeten plaatsvinden in haar plan. Hoe gaat ze de informatievoorziening en de communicatie verbeteren?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Kijk, er zijn hier twee dingen. Het eerste is of wat wij zelf communiceren, helder genoeg is. Het gaat daarbij ook over Kamerbrieven. Als u iets niet helder gesteld vindt, mag u mij daar altijd vragen over stellen. Dan zullen we zeker ons best doen om daarin zo helder mogelijk te zijn. Daar hebben wij allemaal belang bij. Het tweede is de vraag hoe de interpretatie van wat ik u schrijf in de media is. Daar heb ik geen invloed op. Dat wilde ik tegen de heer Van Aalst zeggen. Ik ga natuurlijk mijn best doen om zo helder mogelijk te communiceren, maar ik heb geen invloed op hoe anderen dat verder interpreteren.

Mevrouw Beckerman vroeg aandacht voor het belang van een zorgvuldige informatievoorziening naar de bewoners in de gebieden toe. De Kamer vraagt daar terecht aandacht voor. Als er nog verbeteringen mogelijk zijn, vind ik dat we die moeten doorvoeren. Er worden al een aantal acties ondernomen. Er is een Nationaal Communicatieoverleg Nucleair en Straling opgericht door de ANVS. Dat gaat zorgen voor een eenduidige boodschap en afstemming. De leden zijn de ANVS, Justitie en Veiligheid, Infrastructuur en Waterstaat, het RIVM en de veiligheidsregio's. Dan is er daarnaast nog de werkgroep Internationale Communicatie, ook opgericht door de ANVS om afspraken te maken over grensoverschrijdende communicatie. Wat nou als er in België iets gebeurt? Hoe zorgen we er dan voor dat dat hier op een goede manier wordt weergegeven? Ook daar zijn de ANVS, IenW, JenV, onze veiligheidsregio's, maar ook de FANC en het crisiscentrum België bij betrokken. Er is een Communicatieplan Stralingsincidenten en daar wordt actief mee geoefend via table top-oefeningen. Op de ANVS-website zijn er verwijzingen naar ongewone gebeurtenissen in nucleaire installaties in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Er vindt publieksonderzoek plaats door de ANVS om te checken of alles helder is, wat voor soort vragen er leven en hoe we daar beter op kunnen inspelen. Er zijn afspraken tussen de ANVS en de FANC over het goed informeren van elkaar bij gebeurtenissen die onrust zouden kunnen veroorzaken, zodat we tijdig en goed kunnen informeren. Er is ook een toolkit risicocommunicatie kernongeval voor de veiligheidsregio's.

Een van de dingen die we proberen te versterken, is om een goede duiding te geven aan de ernst van de incidenten. Dat slaat eigenlijk een beetje terug op de gedachtewisseling die ik met de heer Wassenberg had over de vraag of iets nou een incident of een ernstig incident is. Mensen moeten kunnen plaatsen wat er gebeurt. Ik snap heel goed dat je, als er iets gebeurt, denkt: wat is dat en is dat ernstig?

De voorzitter:

De heer Van Aalst wil zijn tweede interruptie ook hiervoor gebruiken. Ik geef hem het woord.

De heer Van Aalst (PVV):

Ik wil hier nog even op terugkomen. De Staatssecretaris geeft aan dat ze geen invloed heeft op wat er in de media komt. Dat vinden wij een gezonde zaak. Daarom zijn wij ook voor persvrijheid. Maar een van de grootste prioriteiten van uw collega Ollongren van D66 is het aanpakken van nepnieuws. Is de Staatssecretaris bereid om met haar in gesprek te gaan om dit soort nepnieuws te voorkomen?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Als de heer Van Aalst een discussie wil voeren over een uitspraak van mijn collega, lijkt het mij efficiënter als hij dat rechtstreeks met haar doet. Volgens mij doet de PVV dat ook. Ik stel dus voor dat we die discussie op dat vlak voeren.

De voorzitter:

Dan gaan we door met een vervolgvraag van de heer Van Aalst, want hij heeft er nog eentje staan.

De heer Van Aalst (PVV):

Heel kort. Is de Staatssecretaris in ieder geval bereid om het nepnieuws over de watervlokken, dat ze ook in haar brief genoteerd heeft, in ieder geval bij haar collega Ollongren onder de aandacht te brengen in de vorm van nepnieuws?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Wij hadden het al over feiten en interpretaties. Ik constateer dat op dit punt de interpretatie van de heer Van Aalst toch een andere is dan de mijne.

De voorzitter:

Wij gaan door met mevrouw Van Eijs van de D66-fractie. Zij heeft ook een vraag.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Ik ga nog even terug naar PALLAS. De Staatssecretaris geeft aan dat het op dit moment nog te vroeg is om precieze bedragen of cijfers te noemen. De centrale is nu bijvoorbeeld in handen van de Europese Commissie. Ik was mede door het werkbezoek eigenlijk wel getriggerd. Wordt er gekeken naar modellen waarbij ook Europa een rol speelt? Kan de Staatssecretaris daar misschien op terugkomen, eventueel op een later moment?

De voorzitter:

Ik snap de vraag van mevrouw Van Eijs. Ik begrijp dat het op dit moment echt de bedoeling is dat het private investeerders zijn, maar ik snap de vraag vanuit de historie. Ik zal even kijken of ik hier in de tweede termijn nog iets nauwkeuriger antwoord op kan geven.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Er is vaak al gesproken over het historisch afval in Petten. Ik zie inderdaad dat het lastig is om de termijnen te halen. Ook zie ik dat de kosten oplopen. Voor de NRG is dit moeilijk op te brengen. De Staatssecretaris gaf net aan dat er voor het jaar 2018 meer informatie komt, maar ze zei ook in een zin: zo min mogelijk kosten voor de belastingbetaler. Als er niets gebeurt met het afval, drukt het op Petten en een faillissement betekent ook kosten voor de belastingbetaler. Als ik dit zo hoor, is mijn conclusie dat het linksom of rechtsom uiteindelijk bij de overheid terechtkomt. Is dat de brug die de Staatssecretaris al overgegaan is? Als dat zo is, hoor ik dat graag en ontvang ik daar ook graag nadere informatie over in de brief in 2018.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

De hoogambtelijke werkgroep heeft helaas moeten constateren dat het onvermijdelijk is dat er overheidsgeld nodig zal zijn om dit op te lossen. Daarom zei ik dat het volgens mij een belangrijke constatering is dat de veiligheid voor ons allemaal op één staat. Dit moet wel echt goed worden opgelost. De inzet daarbij is natuurlijk om zo min mogelijk belastinggeld daaraan te besteden. Maar het is ook gewoon eerlijk om ons te realiseren dat dit een probleem is. De hoogambtelijke werkgroep heeft geconstateerd dat het niet zal lukken zonder dat daar overheidsgeld bij komt. Dat bedrag proberen we door efficiënte methodes en onderhandelingen zo laag mogelijk te houden. Maar de veiligheid staat voorop. Daar moet de overheid ook voor staan.

De voorzitter:

Een vervolgvraag van mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dat was een helder antwoord van de Staatssecretaris. Mijn tweede vraag gaat over de investering voor PALLAS. Ook dat is gekoppeld aan het opruimen van het historisch afval, niet door mij, maar door de mogelijke investeerders. Zij willen een oplossing voor dat afval. Zij hebben een duidelijk kader op basis waarvan zij eventueel geld beschikbaar stellen. Het lijkt mij goed als de overheid daar ook een kader voor stelt, namelijk dat er inderdaad private investeerders zijn, dat we kijken wat in Europees verband gebeurt en dat we ook kijken wat er bij het bedrijf ASML aan ontwikkelingen is. Ik zou ook willen zeggen: gelijke monniken, gelijke kappen. Want ook dat bedrijf is op zoek naar private investeerders. Als de Staatssecretaris begin 2018 een brief naar de Kamer stuurt, heb ik er behoefte aan dat zij ook duidelijk maakt wat het speelveld is, het kader waarbinnen de overheid eventueel overgaat tot investeringen. Eventueel.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik kan me voorstellen dat wij dit heel begrijpelijke aandachtspunt van mevrouw Dik-Faber expliciet zullen meegeven aan de collega's van VWS en EZK die deze brief zullen sturen, omdat deze onderhandelingen vallen onder hen. Ik gaf al aan dat ik mijn best zal doen om zo veel mogelijk vragen te beantwoorden. Ik geef dit aandachtspunt van mevrouw Dik-Faber graag aan de collega's door.

Ik heb hier nog wat meer informatie over geld uit Europa op het punt van PALLAS. Dat was de vraag van mevrouw Van Eijs. Het Ministerie van EZ heeft in 2014 bij het Nederlands Investerings Agentschap gecheckt of PALLAS in aanmerking kwam voor financiering op de lijst van EIB. Dat bleek niet het geval te zijn, omdat het risicoproject nog te hoog was. Dat project is uiteindelijk niet door Nederland ingediend. Gezien het Europees belang van de betrouwbaarheid van de voorziening van medische isotopen, is het kabinet wel van plan om te bezien in hoeverre een bijdrage vanuit Europa aan de financiering van PALLAS mogelijk is. We blijven kijken naar die mogelijkheden. Dat is kortweg het antwoord.

De voorzitter:

Dan is er een vraag van mevrouw Beckerman van de SP-fractie.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik werd even getriggerd door de scherpe vraag van mevrouw Dik-Faber en uw antwoord daarop. Ze vroeg heel scherp of we de brug al over zijn dat we sowieso publieke kosten gaan maken. Toen zei u ja. Dat vind ik interessant, want we hadden het er eerst over dat een hoogambtelijke werkgroep die inschatting had gemaakt en dat dit, omdat het bedrijfsgevoelig was, niet aan de Kamer is gemeld. Maar blijkbaar bent u al zo ver dat u zegt: nee, we gaan die kosten sowieso maken. Dan wil ik wel dat de Kamer geïnformeerd wordt, zeker als u daarbij ook aangeeft dat de reden daarvoor de veiligheid is. Als u toch al het besluit heeft genomen dat we daar publiek voor moeten opdraaien, waarom heeft u ons dan niet daarover geïnformeerd?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

De Kamer is daarover geïnformeerd in de aanbiedingsbrief bij het rapport van de hoogambtelijke werkgroep. Daarin is deze conclusie getrokken.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat klopt, maar dat is zonder de conclusies die wij in de krant hebben moeten lezen over de orde van grootte van het bedrag waar het dan over gaat. Dat is niet met de Kamer gedeeld en daar zou ik heel graag meer over willen weten. Waarom is dat bij u bekend, maar niet naar de Kamer gestuurd als u er zeker van bent? Wanneer kunnen we verder geïnformeerd worden over de kosten en over het tijdpad?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Nu moeten wij even heel precies zijn. Ik heb net gezegd dat de hoogambtelijke werkgroep heeft geconstateerd dat er dus kosten gemaakt zullen worden. U heeft mij net niet horen zeggen hoe hoog dat die kosten volgens mij moeten zijn, maar ik vind wel dat we ons met z'n allen moeten realiseren dat er een publieke bijdrage zal moeten zijn. Over de hoogte wordt u geïnformeerd in de vervolgbrief die ik heb toegezegd, want daarover heb ik nu nog geen informatie. We doen dus volgens mij precies wat mevrouw Beckerman graag zou willen. De Kamer is erover geïnformeerd bij de aanbieding van het rapport. Daarbij zijn nog geen concrete bedragen genoemd. We moeten met elkaar bekijken of we de kosten voor de belastingbetaler kunnen beperken. Die informatie komt ook naar de Kamer toe. Uiteraard! Want uiteraard moet er over zo'n bijdrage een debat met de Kamer plaatsvinden. Dus die informatie komt.

De voorzitter:

De Staatssecretaris gaat verder met haar betoog. Ze is inmiddels bij het derde blok.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan ben ik nu bij de financiële problematiek van NRG en van Borssele. Volgens mij hebben wij een deel hiervan al behandeld. Met het oog op de tijd zal ik heel even bekijken wat ik daar nog meer over moet zeggen. Misschien iets over het transport naar de COVRA. Het bedrijf NRG in Petten voert de verwerking uit volgens een plan van aanpak. Dat wordt periodiek geactualiseerd. Op 1 juni 2017 is dit geactualiseerde plan van aanpak van de ANVS onder voorwaarden goedgekeurd tot 1 november 2019. De ontwerpvergunning op grond van de Kernenergiewet, waarin de verwerking volgens de plannen mogelijk wordt gemaakt, ligt ter inzage. Volgens dit plan wordt dit afval eind 2020 uit Petten afgevoerd naar Zeeland. Er is nu al rekening gehouden met een pessimistischer tijdlijn, omdat we al eerder gezien hebben dat het veel weerbarstiger was. Dus laten we onszelf niet rijk rekenen. Die tijdlijn loopt door tot 2027.

Vooralsnog verloopt het sorteren en herverpakken van het afval volgens het nieuwe plan. Ook de afvoer van vaten naar de COVRA is gestart. Dat loopt nog niet heel vlot, maar is wel gestart. Eerst was het echt heel moeilijk om dat geaccepteerd te krijgen, maar daar is gelukkig voortgang bereikt. De ANVS houdt hier voortdurend de vinger aan de pols. Op dit moment wordt ook verkend of een betere samenwerking tussen NRG en de COVRA op korte termijn kan leiden tot een verdere versnelling. Ketenoptimalisatie wordt dat dan heel mooi genoemd, maar uiteindelijk is dat een nog verdere versnelling. De Minister van EZK zal u hier hopelijk in het voorjaar van 2018 verder over informeren.

Dan de vraag van de heer Von Martels of NRG kan leren van het veiligheidscultuurtraject dat Borssele gedaan heeft. Dat vond ik een heel mooie vraag. Ik ben namelijk ook op werkbezoek geweest bij de kerncentrale in Borssele en heb daar uitgebreid met de directeur gesproken over hoe hij dat had aangepakt. Ik heb hem toen letterlijk dezelfde vraag gesteld, namelijk: kunnen andere installaties leren van de ervaringen die u hier heeft opgedaan. Want het is natuurlijk in heel belangrijke mate mensenwerk. Een goede alertheid en cultuur binnen je bedrijf is daarin cruciaal. Hij was graag bereid om zijn ervaringen te delen. De ANVS heeft daar bij de directie van NRG op aangedrongen. Er vinden ook gesprekken plaats tussen NRG en Borssele over dit onderwerp. Het is mooi dat ik het haakje kreeg om dat hier even toe te lichten.

Dan was er nog een vraag over het ontmantelingsplan HFR 2017. NRG heeft de ANVS toegezegd dat het plan dit jaar nog zal worden ingediend.

Dan Borssele. Hoe zit het met de veiligheidscultuur in Borssele? Ik heb daar zojuist al iets over gezegd. De IAEA heeft positief geoordeeld over de veiligheidscultuur, want daar is een speciaal onderzoek naar geweest. Dat was dus positief. Vandaar mijn vraag of zij hun best practices zouden kunnen delen.

Dan vroeg mevrouw Van Tongeren wie de kosten van veiligheidsverbeteringen bij Borssele betaalt. Dat is EPZ. De vergunninghouders van de kerncentrale Borssele betalen de kosten. Ook werd gevraagd of Borssele Fukushimaproof is. Dat is een heel duidelijke vraag. Borssele heeft nagenoeg alle maatregelen die waren geïdentificeerd in de stresstest al geïmplementeerd. De nu nog openstaande punten zijn het uitvoeren van een bevestigende test met een al beschikbare mobiele stroomaansluiting, de verdere verhoging van de robuustheid van de apparatuur die het waterniveau in het splijtstofopslagbassin meet, de verdere verhoging van de robuustheid tegen aardbevingen door naast reeds genomen maatregelen nog enkele aanvullende maatregelen te nemen en de afronding van aanvullende studies in verband met een vliegtuigongeval. In de loop van 2018–2019 zal alles klaar zijn. Dat is de informatie die ik nu heb.

Dan heb ik nog een paar overige vragen, voorzitter. Zal ik die maar meteen meenemen? Welke rol ziet de Staatssecretaris als het gaat om pensioenfondsen en beleggingen in kerncentrales. Dat was de vraag van mevrouw Beckerman. Ik kan mij haar vraag wel voorstellen. Want als we aan de ene kant het één zeggen en aan de andere kant het andere doen, voelt dat toch een beetje vreemd. Maar het ABP gaat over het eigen beleggingsbeleid en hanteert specifiek beleid inzake verantwoord beleggen. Het ABP belegt inderdaad in Engie, maar voert met Engie ook gesprekken over de veiligheidsgevolgen voor mens, milieu et cetera. Daar zijn al eerder Kamervragen over gesteld. Daar zou ik graag naar willen verwijzen.

Dan was er een vraag van mevrouw Van Tongeren over de klankbordgroep. Er is een goede start gemaakt met de voorbereiding van de inrichting van een klankbordgroep. Gezien de diversiteit van het takenpakket dat is toebedeeld, wordt verkend wat de beste opzet is. Hiervoor wordt een kwartiermaker aangesteld. Ik hoop in het voorjaar meer hierover te kunnen vertellen.

Dan werd er gevraag of de ondergrondse eindberging in het structuurschema zit. Nee, die is daar niet in opgenomen, omdat het structuurschema tot 2040 loopt en de eindberging in de tijd daarna valt. Dat hoeft blijkbaar pas in 2130. Ik zal eens even kijken wat we hier nog meer over kunnen zeggen. Hier staat: de eindberging ligt in de tijd daarna, 2130. Dat is zelfs voor mij nog een beetje cryptisch, dus laten we even kijken of ik in de tweede termijn misschien iets meer daarover kan zeggen.

Dan nog de vraag wat de OVV onderzoekt, wat de stand van zaken is en wanneer de Kamer geïnformeerd kan worden. De Onderzoeksraad voor Veiligheid onderzoekt op welke manier Nederland met de buren samenwerkt om incidenten bij kerncentrales met grensoverschrijdende gevolgen te voorkomen en te beheersen. Dat onderzoek is gestart in juni 2016. De OVV is nu bezig met een feitencheck en de verwachting is dat het eindrapport in januari zal worden gepubliceerd. Ik zal de Tweede Kamer zo snel mogelijk na de publicatie informeren, want uiteraard nemen wij zo'n rapport heel serieus.

Voorzitter. Ik denk dat ik daarmee de meeste vragen heb beantwoord. Ik wil nog wel eventjes in mijn eigen aantekeningen kijken. Als de Kamerleden dat ondertussen ook doen, zien we wat we nog gemist hebben.

De voorzitter:

We krijgen nog een tweede termijn van één minuut. Volgens mij zijn de vragen van GroenLinks over EURENCO en de investering in stroom nog niet beantwoord. De rest komt denk ik redelijk in de buurt.

De tweede termijn van één minuut per lid gaat nu in. We hebben ietsje uitloop, want we mogen wat langer in deze zaal zitten. Ik kijk even naar de leden of zij iets langer zouden kunnen blijven zitten. De Staatssecretaris wil ook proberen om de tweede termijn af te ronden. Als u geen inbreng in tweede termijn heeft, is dat natuurlijk helemaal niet erg; dan zijn uw vragen al goed beantwoord. Ik geef de heer Wassenberg het woord.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Als allereerste wil ik zeggen dat ik hier graag in een VAO op terugkom. Dat mag van mij in 2018 zijn. Dat vergeet ik soms, dus daar begin ik even mee.

Dank aan de Staatssecretaris. Een compliment ook. Met haar voorgangster hebben we ook vaak gesproken over bijvoorbeeld Tihange. Zij bracht het vaak terug tot: je bent voor- of tegenstander van kernenergie. Maar daar gaat het helemaal niet om. Mensen die voor kernenergie zijn, kunnen tegen verouderde kerncentrales zijn. De Staatssecretaris ziet het helder, dus daar ben ik heel blij mee. Dank daarvoor.

Mijn vragen zijn beantwoord. Op de vragen die nog niet zijn beantwoord, komt de Staatssecretaris nog terug in een brief. Dat vind ik ook prettig.

Ik heb nog één vraag over het ABP. De Minister van EZK heeft gezegd dat banken en pensioenfondsen kunnen en moeten sturen op meer duurzaamheid. Het ABP is het ambtenarenpensioenfonds. Ik vind het onverteerbaar dat het ABP, dat in Heerlen ligt, hemelsbreed 45 kilometer van Tihange, zelf nog investeert in Tihange. De Staatssecretaris heeft ongetwijfeld geen directe invloed op het ABP, maar misschien wel een indirecte. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat zij of een van haar collega's die indirecte invloed kan gebruiken om het ABP lost te koppelen van Tihange?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil ingaan op de antwoorden over het Fukushimaproof zijn van Borssele. Fukushima was in 2011, maar wij hebben in 2019 alle schrikreacties verwerkt. Zijn de financiën daarvoor op orde? Ik hoor verschillende bedragen rondgaan. Er wordt nu gezegd dat Borssele uiteindelijk weer winstgevend wordt omdat we ervan uitgaan dat de stroomprijzen omhooggaan. Dat is misschien iets om samen met Wiebes een keer te beantwoorden, maar de inschattingen die ik van iedereen hoor, is dat Borssele nooit winstgevend zal worden.

Ik kom op het onderwerp eindberging en reserveringen. Als je nu bepaalde dingen toestaat in de ondergrond, kun je daar later geen kernafval meer kwijt, want dan is daar al iets anders gebeurd. Het lijkt mij onlogisch om daar helemaal geen rekening mee te houden, omdat we geen gigantisch groot land hebben met eindeloos veel mogelijkheden om kernafval op te bergen.

Bedankt voor de drie toezeggingen, over het Oostenrijks rapport, het FANC-bezoek en over dat NRG Petten ook gestopt kan worden als de private financiers er niet zijn.

De voorzitter:

Ik wil u vragen om af te ronden.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

En dat we dan niet ongelofelijk financieel de bietenbrug opgaan als Nederland.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Eijs van de D66-fractie.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Voorzitter. Volgens mij zijn al mijn vragen beantwoord. Ik ben vooral heel blij met de antwoorden over samenwerking. Het is inderdaad heel goed dat de Staatssecretaris voor elkaar heeft gekregen dat we in gesprek mogen met de FANC. In België, maar als Beneluxparlementariër vind ik dat natuurlijk geen punt.

Ik kijk uit naar de informatie die nog naar ons toe gaat komen. Misschien dat de Staatssecretaris al iets kan vertellen over wanneer wij de antwoorden ongeveer kunnen verwachten, ook omdat die van haar collega's moeten komen.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ziengs van de VVD-fractie.

De heer Ziengs (VVD):

Ook dank aan de Staatssecretaris voor de uitgebreide beantwoording. Op twee vragen die ik gesteld had, kwam een redelijk uitgebreid antwoord, maar één vraag was gericht op het in kaart brengen van de acceptatiecriteria door COVRA. De Staatssecretaris gaf aan dat het steeds beter ging. Wellicht dat de Staatssecretaris daar nog iets aan kan toevoegen, of dat zij later nog een briefje stuurt aan de Kamer over hoe dat zich nu verbeterd heeft. Ligt daar werkelijk een probleem?

De tweede vraag die ik op dat punt heb gesteld, ging over de druk bij NRG omdat men met die kosten zit. In hoeverre kan zij de druk wegnemen voor het toekomstperspectief van NRG als het door wil gaan met de activiteiten op het gebied van medische isotopen in combinatie met de problematiek rondom de afvoer van het afval?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de heer Von Martels van de CDA-fractie.

De heer Von Martels (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil de Staatssecretaris ook hartelijk dankzeggen voor de beantwoording van de vragen. Die waren helder voor dit moment, maar er zijn ook heel veel vragen opgekomen. Dat betekent dat het voorjaar van 2018 uitermate belangrijk wordt om te zien wat de financiële gevolgen zijn voor de rijksoverheid van de verdere afwikkeling van de sanering van kernreactoren. Ik ben erg benieuwd naar de doelstellingen, dus ik zie uit naar het voorjaar van 2018, met name als het gaat om de beantwoording en het voortschrijdend inzicht.

De voorzitter:

Dank u wel; kort en bondig. Het woord is aan mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Laat ik met het negatieve deel beginnen. Ik vond de beantwoording over het ABP erg teleurstellend. Ik blijf het heel wrang vinden dat we aan de ene kant zeggen dat we er niet over gaan, terwijl we de kerncentrales in België dicht willen, maar dat u dan niet wil gaan over waar we wel over gaan. In bijvoorbeeld Noorwegen heeft het parlement gezegd te stoppen met via de pensioenfondsen investeren in onveilige energie. Deze week heeft het Britse parlement gezegd de regels voor pensioenfondsen te gaan veranderen omdat het af wil van onveilige energie. Er zijn dus veel Europese voorbeelden dat het wel kan. Ik leg dus nog één keer het verzoek neer.

Ik eindig positief. Ik ben blij dat de Staatssecretaris heel duidelijk heeft toegezegd dat de informatie over incidenten en de informatie via veiligheidsregio's beter moet, want die is nu inderdaad echt niet goed genoeg. Dus heel erg dank voor die toezegging. Daar zou ik ook heel graag een brief over ontvangen.

De voorzitter:

Dank. Het woord is aan de heer Van Aalst van de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank voor de beantwoording. Ik ben niet altijd blij met die beantwoording, maar het is wat het is. Het is essentieel om de onrust weg te nemen en te voorkomen, en de informatievoorziening te baseren op de feiten. Wij zullen de Staatssecretaris goed observeren om te zien of die informatievoorziening op een correcte wijze zal verlopen. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Als laatste in de tweede termijn van de Kamer is het woord aan mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de Staatssecretaris voor de beantwoording en voor haar bereidwilligheid om mijn verzoek ten aanzien van de randvoorwaarden rondom de eventuele investeringen voor PALLAS te bespreken met de Ministers van VWS en EZK. Ik had in mijn enthousiasme die vraag aan haar voorgelegd, terwijl ik natuurlijk heel goed weet dat het bij een ander hoort.

Ik ben tevreden met de beantwoording. Ik heb nog wel één vraag. Ik kan me goed het verzoek van de Partij voor de Dieren en de SP over de investeringen van onze pensioenfondsen voorstellen. In de vorige kabinetsperiode is een keer een motie aangenomen van onder andere mijn fractie om, zonder op de stoel van investeerders te gaan zitten, te kijken waar het geld naartoe gaat. Afgelopen week is onder verwijzing naar die aangenomen motie weer een motie aangenomen van GroenLinks, ChristenUnie en D66: «verzoekt de regering in overleg te treden met pensioenfondsen en andere financiële instellingen, met als doel hun duurzame investeringen in Nederland verder op te voeren». Ik kan me, zonder verantwoordelijkheden over te nemen, heel goed voorstellen dat dit gesprek gevoerd wordt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de Staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter. Laat ik meteen met het laatste beginnen. Ik snap dat verzoek heel goed, maar net zoals ik moet aangeven dat een aantal andere dossiers niet allemaal binnen mijn verantwoordelijkheden vallen, geldt dat ook een beetje hier. Als een motie door de Kamer is aangenomen om te spreken over deze, bijna, spagaat die door mevrouw Beckerman werd geïdentificeerd, dan snap ik dat heel goed. Mijn collega's zullen dat gesprek voeren, met respect voor de onafhankelijke situatie. Maar het is een heel terecht gesprek. Het is ook terecht dat daarover gesprekken worden gevoerd in het buitenland. We zullen graag het signaal doorgeven dat ook vanuit deze commissie daarop is aangedrongen. Misschien kan ik op die manier toch mijn bijdrage leveren aan dat gesprek.

Ik ga in omgekeerde volgorde het rijtje af. Samen met meneer Van Aalst ga ik er heel graag voor zorgen dat de discussies worden gebaseerd op de feiten. Ik zal mijn best doen die zo helder mogelijk voor iedereen te presenteren.

Op het punt van mevrouw Beckerman ben ik net ingegaan.

De heer Von Martels constateert terecht dat we in het voorjaar een algemeen overleg met een volle agenda kunnen hebben, als ik zie welke brieven er allemaal nog komen. Die komen dus deels van collega's, maar ze zitten er inderdaad aan te komen.

De heer Ziengs vroeg naar de acceptatiecriteria van COVRA. Ik noemde het cryptische woord «ketenoptimalisatie». Daarmee wordt bedoeld dat er echt wordt gekeken over welke concrete maatregelen we het dan kunnen hebben. Het is heel belangrijk dat we die versnelling erin kunnen brengen. Daar wordt in het onderzoek naar ketenoptimalisatie op teruggekomen. Ik begreep dat de brieven in het eerste en het tweede kwartaal van 2018 komen. Dat geldt ook voor de meeste andere brieven. Als ik mij de hele stapel probeer te herinneren, dan heb ik volgens mij vooral het eerste en tweede kwartaal 2018 voorbij horen komen.

Dan het punt van de druk wegnemen bij en een toekomstperspectief bieden voor NRG. Iedereen snapt dat dat bedrijf op een gegeven moment een beeld moet hebben van waar het staat om te weten wat het toekomstperspectief is. Er vinden nu onderhandelingen plaats om daarover duidelijkheid te krijgen. Dat is natuurlijk met dat doel, omdat je als bedrijf anders niet verder kunt.

Mevrouw Van Eijs vroeg wanneer de antwoorden komen. Ik verwacht dus het meeste in het eerste of tweede kwartaal.

Dan had mevrouw Van Tongeren nog een drietal vragen en opmerkingen. Ten eerste Fukushima 2019. Zijn de financiën op orde? Ik proef bij haar eigenlijk ook: liever eerder dan later. Dat delen we natuurlijk. Liever eerder dan later. Maar we moeten ons realiseren dat het nemen van sommige maatregelen in alle zorgvuldigheid ook tijd kost. Ik ben blij dat in ieder geval is afgesproken dat het in 2018/2019 gerealiseerd zal zijn. De winstgevendheid van dat bedrijf moet natuurlijk altijd los gezien worden van de eerste waarborg, veiligheid. Die moet hier natuurlijk altijd vooropstaan.

Dan kom ik op de stroomprijs. Dat is echt een debat dat met collega Wiebes moet worden gevoerd.

Op het punt van PALLAS zijn alle opties open, maar laten we ook zeggen dat we er niet op vooruitlopen door te zeggen dat de een of de andere optie al eerder voorligt.

Dan het punt van de eindberging in de ondergrond. De eindberging doen we pas in 2130. Er zijn nu nog geen locaties bekend. En STROOM loopt tot 2040. Dat was even het punt waarop ze in de tijd uit elkaar lopen, maar in praktische zin heeft mevrouw Van Tongeren gelijk. Je kunt niet twee verschillende toepassingen op dezelfde plek in de grond doen. Dat is dus wel een punt waar we rekening mee zullen moeten houden.

Dan heb ik nog een vraag over URENCO. Is URENCO aardbevingbestendig. Tijdens de stresstest naar aanleiding van de ramp in Japan is gekeken naar de aardbevingsbestendigheid. De conclusie is dat de gebouwen tegen lichte aardbevingen bestand zijn. Eventuele schade – dat is natuurlijk ook erg belangrijk – leidt dan ook niet tot radiologische emissies. Dat is de informatie die ik hier heb. Ik zie mevrouw Van Tongeren verbaasd kijken. Mocht u andere informatie hebben, dan stuurt u die mij gerust. Dan zullen we kijken of we u op dit punt gerust kunnen stellen.

Dan heb ik nog één punt: het Besluit stralingsbescherming is in nahang door de commissie aangehouden. Het is niet genoemd in het algemeen overleg, dus ik hoop dat ik ervan uit mag gaan dat er geen voorbehoud meer bestaat, omdat we zitten met de implementatie op uiterlijk 6 februari. Het is dus fijn als dit nog even bevestigd kan worden.

De voorzitter:

Er is hierover een vraag van de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik heb een ding gemist. Misschien heeft de Staatssecretaris dat impliciet gemeld in haar antwoord aan mevrouw Beckerman. Ik had gevraagd of zij haar indirecte invloed wil aanwenden op het kabinet om het ABP los te koppelen van Tihange.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ja, voorzitter. Ik heb heel goed kennisgenomen van die suggestie, inderdaad vooral van de heer Wassenberg. Ik weet zeker dat de collega's goed meeluisteren naar wat hier allemaal over gezegd is. Als ik dat mag interpreteren als indirecte sturing, zal ik dat zeker doen. Ik geef dat graag door, maar ik voer de onderhandelingen met het ABP niet zelf. Daarom houd ik een beetje een slag om de arm. Maar ik snap het punt heel goed.

De voorzitter:

Dan komen wij hiermee aan het einde van de tweede termijn van de Staatssecretaris. Het is uiteindelijk heel strak gegaan. Complimenten aan alle leden voor de medewerking en ook aan de Staatssecretaris. Zij heeft een aantal toezeggingen gedaan. Een aantal toezeggingen komen niet terug in papieren vorm of digitaal richting die Kamer, dus die lees ik niet voor. Maar ik lees wel de toezeggingen voor waarop we een brief van de Staatssecretaris verwachten.

  • De eerste is: de Staatssecretaris heeft gemeld dat een delegatie van de Kamer volgens Minister Jambon in Brussel welkom is om met de FANC in gesprek te gaan over de Belgische kerncentrales.

De griffie zal in de procedurevergadering van de commissie IenW een voorstel hiervoor doen, zodat hier ook opvolging aan gegeven kan worden.

  • De Staatssecretaris zal de samenwerkingsovereenkomst met de FANC aan de Kamer sturen.

Die is er al voor het eerste kwartaal, dus dit kan misschien nog wel voor het kerstreces of in ieder geval zo snel mogelijk. Dan de derde toezegging.

  • De Staatssecretaris is bereid om de stand van zaken in Duitsland gezien de aangenomen motie-Wassenberg te bezien en de briefwisseling in dat verband aan de Kamer te sturen.

Omdat dit al is geweest, verwachten wij dit eigenlijk in het eerste kwartaal. Ik zie dat dat zo is. Dan de vierde toezegging.

  • De Staatssecretaris zal een reactie sturen op het rapport met scenario's voor kernongelukken.

Dat is het Oostenrijkse rapport. Dat zal ze ook doen in het eerste kwartaal. Dan de vijfde toezegging.

  • De Kamer zal in het voorjaar van 2018 geïnformeerd worden over de bevindingen op dat moment van de hoogambtelijke werkgroep nucleair landschap, met daarbij de hoogte van de publieke bijdrage.

Dat is in het voorjaar 2018. Dan de zesde toezegging.

  • In het tweede kwartaal van 2018 zal de Minister van EZK een brief sturen over de randvoorwaarden rond PALLAS.

Dat is vandaag mede toegezegd door de Staatssecretaris. Dan de zevende toezegging.

  • De Staatssecretaris zal de Kamer een brief sturen naar aanleiding van de tijdens dit debat gestelde vragen over het artikel in de Volkskrant over de kosten voor kernenergie en zal de Minister van EZK verzoeken om de Kamer te informeren over de mogelijkheden voor een minnelijke schikking.

Dat is, denk ik, ook in het eerste kwartaal van 2018. Hierbij kijk ik even naar de Staatssecretaris. Ik geef haar het woord.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

De onderhandelingen over Dodewaard zullen eerst hun verloop moeten krijgen. Ik kan me voorstellen dat een geschikt moment om die brief naar de Kamer te sturen is wanneer we iets te zeggen hebben. Het is voor mij heel moeilijk in te schatten hoelang mijn collega nog bezig is met die onderhandelingen.

Mag ik nog iets aangeven, voorzitter? Een aantal toezeggingen hebben betrekking op zaken die collega's zullen sturen. Als u het goed vindt, zal ik een aantal van de zaken die wij zullen sturen, combineren in één brief. Op die manier krijgt u niet vijf korte briefjes, maar één brief met de punten die uit dit overleg zijn gekomen.

De voorzitter:

Ik kijk naar de leden en zie dat daar geen bezwaar tegen is. Ik ben nog niet klaar met mijn lijst. Dus ik ga nog even door.

  • De Staatssecretaris zal het OVV-rapport over de samenwerking met de buurlanden bij kernrampen na oplevering van het eindrapport in januari aan de Tweede Kamer sturen.

Dat was de laatste toezegging. Dan moet ik ook zeggen dat er een VAO is aangevraagd met als eerste spreker het lid Wassenberg van de Partij voor de Dieren. Dat zal na het kerstreces plaatsvinden. Dan is er nog een vraag van mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Misschien heb ik het gemist in het jargon. Ik had een toezegging gekregen over de motie die het voormalige Kamerlid heeft ingediend over de informatievoorziening over incidenten en over de veiligheidsregio's en hun veiligheidsplannen. De Staatssecretaris heeft toegezegd om ook op dat punt met een brief te komen.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Wij nemen de vraag van mevrouw Beckerman nog even mee in de brief die ik al toegezegd heb. Dat is de verzamelbrief over een aantal punten. Ik zal dan ook nog even meenemen welke voortgang we hier kunnen laten zien.

Dan het punt van het OVV-rapport. Dat wordt ook gewoon gepubliceerd op de website van de OVV. Ik zal het met een reactie van het kabinet naar de Kamer sturen. Dat is dus het moment waarop ik het stuur, maar u weet dat het al eerder beschikbaar is op de website van de Onderzoeksraad voor Veiligheid zelf.

De voorzitter:

Dan zijn wij hiermee gekomen aan het einde van het algemeen overleg. Ik wens de Kamerleden en de Staatssecretaris en haar mensen gezegende dagen toe! Dank u wel.

Sluiting 16.06 uur.