Vastgesteld 24 september 2020
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid en de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben op 10 september 2020 overleg gevoerd over:
– de brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid d.d. 2 september 2020 inzake het Grieks-Nederlandse samenwerkingsverband om het voogdijsysteem en – de opvang van minderjarige alleenstaande vreemdelingen (amv's) in Griekenland structureel te verbeteren (Kamerstuk 27 062, nr. 113);
– de brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid d.d. 10 september 2020 inzake uitstel toezending reactie over de situatie op Lesbos en hierbij in te gaan op de vraag wat Nederland kan en gaat doen om hulp te verlenen (Kamerstuk 19 637, nr. 2651).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Meenen
De voorzitter van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Roon
De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Haveman-Schüssel
Voorzitter: Van Dam
Griffier: Haveman-Schüssel
Aanwezig zijn elf leden der Kamer, te weten: Azarkan, Becker, Van Dam, Emiel van Dijk, Jasper van Dijk, Groothuizen, Van Kooten-Arissen, Kuiken, Van Ojik, Van Toorenburg en Voordewind.
Aanvang 14.08 uur.
De voorzitter:
Collega's, van harte welkom. Als het goed is welkom bij dit AO. Maar we beginnen meer als een soort procedurevergadering, want er is een brief binnengekomen. Die is deels rondgedeeld. Dat hebben we gedaan omdat de brief echt last minute is binnengekomen. Heeft iedereen die brief of zijn er nog collega's die de brief niet hebben? Dan lees ik hem gewoon even voor. Dat is misschien het handigst.
Het is een brief van vandaag en het onderwerp is: verzoek reactie van en algemeen overleg met de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brand op Lesbos. Ik lees de brief voor.
«Gisteren heeft uw Kamer mij verzocht om per ommegaande een brief te sturen over de situatie op Lesbos en hierbij in te gaan op de vraag wat Nederland kan en gaat doen om hulp te verlenen. Een zorgvuldige reactie op uw verzoek vergt meer tijd. Daarom geef ik uw Kamer in overweging om het geplande algemeen overleg over de brand in Moria uit te stellen. Ik verwacht uw Kamer rond 16.00 uur een brief te doen toekomen met de reactie op uw verzoek.» De brief is ondertekend door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, mevrouw Broekers-Knol.
Dat brengt ons op het punt, alleen al vanwege het feit dat de stoelen rechts van mij leeg zijn, of de commissie in wil gaan op dit verzoek van de Staatssecretaris om het AO uit te stellen.
Ik heb als voorzitter even wat werk gedaan. Het zou er dan concreet op neerkomen dat beide bewindspersonen hier vanmiddag om 17.00 uur in de Kamer kunnen zijn. Dat betekent dus dat we om een uur of vier die brief krijgen, dat u een uurtje de tijd hebt om die te lezen en dat we om 17.00 uur hier het AO voeren dat nu gepland staat. Ik wil graag uw reactie horen en het lijkt mij fris als ik begin bij collega Van Ojik, die dit AO heeft aangevraagd.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Dat heb ik gisteren gedaan omdat er sprake is van een acute humanitaire noodsituatie op Lesbos, zoals we allemaal weten, die snelle actie vereist van alle betrokkenen. Het moet mij dus van het hart dat dit wel een vreemde gang van zaken is. De uitstelbrief heeft mij om 13.59 uur bereikt, precies een minuut voordat het debat in aanwezigheid van de bewindslieden zou beginnen. We hebben gisteren bij unanimiteit besloten om dat te doen. Het is dus pijnlijk, vind ik, dat het kennelijk zo lang duurt voordat de coalitie het hierover eens wordt. Maar ja, ik zie ook wel in dat het weinig zin heeft om een debat te voeren als er nog geen standpunt is van de kant van de coalitie. Noodgedwongen, zou ik bijna zeggen, moesten we dat dan wat mij betreft maar doen. Maar dan zijn de verwachtingen ook wel heel hoog gespannen, voorzitter, over de brief die om 16.00 uur komt. Dat zeg ik er dan maar vast bij.
De voorzitter:
Ik vrees dat mijn vraag zich alleen richtte op de vraag of u het verzoek wel of niet kon honoreren.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
In die zin was het een wat lang antwoord, maar er wordt vast meegeluisterd bij de mensen die nu nog aan het schrijven zijn.
De voorzitter:
Zonder meer. Ik noteer in ieder geval dat u daar niet tegen bent. Mevrouw Kuiken.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Voorzitter. Ik verwacht dan straks ook wat, namelijk dat er hulp wordt geboden aan kwetsbare kinderen die daar nu op straat slapen. U weet wat onze wens is, namelijk dat we daadwerkelijk kinderen hier op gaan vangen, zoals ook de Duitse collega's dat doen. Als dat helpt, wil ik graag uitstel verlenen. Ik hoop wel dat dat dan niet is om een coalitieruzie te beslechten, maar dat het echt fundamenteel wat oplevert. Veel succes, zou ik dus zeggen, en doe het goede.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik ga het even aan gene zijde afmaken. Mevrouw Van Toorenburg van het CDA.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Voorzitter, dank u wel. Ik denk dat het inderdaad een beetje ongelukkig is. Ik kan me heel goed voorstellen dat mensen zich er een beetje overvallen voelen dat er nu zo'n uitstelbrief komt. Daarom vind ik het des te plezieriger dat ik de woordvoerders van twee andere partijen al heb horen zeggen dat ze dat willen steunen. Ik denk dat dat terecht is. Als je ergens op uit wilt komen, moet je het soms iets meer tijd geven.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Toorenburg. De heer Voordewind van de ChristenUnie.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik zou het verzoek ook graag willen steunen. Ik denk dat het voor de Kamer beter en handiger is als we een inhoudelijk standpunt van het kabinet hebben. Dan kunnen we daarover spreken, in plaats van dat we nu allemaal debatteren en ons zegje doen en vervolgens maar moeten afwachten waar het kabinet mee komt. Dat lijkt me een logische volgorde, maar ik heb begrip voor de opmerkingen van de heer Van Ojik, die zegt: het is wel teleurstellend, ook gezien de nood die er nu is. Maar steun voor het verzoek.
De voorzitter:
Dank u wel, de heer Voordewind. Dan geef ik het woord aan de heer Van Dijk van de SP. Ik maak gewoon even het rondje af, op volgorde.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. Het uitstelverzoek is rijkelijk laat. Het is 14.10 uur. De bewindslieden hadden hier gewoon moeten zitten. Dat is de afspraak. Als de Tweede Kamer dat wenst, moet de regering hier zijn. Ze zijn er niet. Het is overduidelijk dat er een afspraak is gemaakt tussen de coalitiepartijen en dat die nu op papier gezet moet worden. Het heeft niet veel zin om nu te gaan praten, zeker niet als de regering niet eens aanwezig is. Wij worden dus eigenlijk met het mes op de keel gedwongen om hiermee akkoord te gaan. Dan rest mij te zeggen dat ik ervan uitga dat er echt een hele goede afspraak is gemaakt die perspectief biedt aan de slachtoffers op Lesbos.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Jasper van Dijk. Dan de heer Azarkan van DENK.
De heer Azarkan (DENK):
Voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van de collega's over het optreden van de bewindslieden. Ik vind het gewoon niet goed. Ik sta ervan te kijken. Ook als je dit verzoek doet, kun je altijd nog hier aanwezig zijn. Ik vind het vreemd dat men ervan uitgaat dat het dan ook ingewilligd wordt. Ik had vernomen dat het standpunt van de regering niet echt gewijzigd is; dat heb ik tenminste mevrouw Broekers-Knol horen zeggen. Het zou mij dus verrassen en ook wel verbazen als dat wel zo is. Wat mij betreft gaan we het debat gewoon voeren, dus ik steun niet het verzoek om uitstel.
De voorzitter:
Helder standpunt. Ik denk wel dat het goed is om te noemen dat ik eerlijk gezegd niet weet of de bewindspersonen niet gewoon in de buurt zijn. Het is puur dat wij eerst hier een procedureel punt maken. Het heeft natuurlijk niet zo veel zin dat zij hier gaan zitten als wij besluiten tot dat uitstel, maar ik wil dat wel iets bijvijlen voor het beeld richting het kabinet.
Maar uw standpunt is helder. Dank u wel, meneer Azarkan. Dan gaan we naar de heer Van Dijk van de PVV.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Het is natuurlijk absoluut niet chic om hier gewoon niet op te komen dagen, met een briefje van vier, vijf regels, met nog typo's en spelfouten erin, zo kort voor het debat. Iedereen zit hier. De standpunten zijn niet gewijzigd. We hebben gisteren de premier kunnen horen. We hebben de Staatssecretaris bij RTL Nieuws kunnen horen. Ik zie niet in waarom we dit zouden moeten uitstellen. Ik zou dus ook willen voorstellen om gewoon te debatteren. Wij geven de mededeling aan het kabinet mee, en niet andersom.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijk. Mevrouw Van Kooten-Arissen van de lijst Van Kooten-Arissen.
Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):
Voorzitter, dank. Het is nu inmiddels 14.15 uur en de bewindslieden zijn er niet. We worden gedwongen om het uit te stellen. Het lijkt me vrij onzinnig om hier een debat zonder bewindslieden te voeren, ook niet wetende wat hun nieuwe inzet is. Ik mag hopen dat dat in ieder geval heel erg in het voordeel is van al die kwetsbare mensen in het kamp Moria. Ik wacht het af.
De voorzitter:
Dat noteer ik als steun voor het voorstel. Dank u wel, mevrouw Van Kooten-Arissen. Dan ga ik naar mevrouw Becker van de VVD.
Mevrouw Becker (VVD):
Voorzitter. Van mijn kant ook steun voor het voorstel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Becker. Dan ga ik naar de heer Groothuizen van D66.
De heer Groothuizen (D66):
Ik sluit me daarbij aan, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Groothuizen. Ik constateer dat er ruime steun is voor het verzoek. Dat betekent dat dit AO nu gestopt wordt en dat we vanmiddag om 17.00 uur doorgaan. Dat betekent ook dat een mogelijk VAO en stemmingen ook doorschuiven, maar dat mag helder zijn. Dank voor uw reactie en tot later vanmiddag.
Sluiting 14.16 uur.