Ontvangen 3 april 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel III komt te luiden:
In artikel 10, derde lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt «artikel 7:247» vervangen door «de artikelen 7:247 en 7:247a».
De jaarlijks toegestane huurverhoging in de vrije sector wordt in deze wetswijziging vastgesteld op de gemiddelde stijging van CAO-lonen +1%. Hiermee wordt afgeweken van de systematiek van de gewijzigde Wet Nijboer (36 218) waarin ofwel de CAO-lonen, ofwel de inflatie +1% (de laagste van de twee) werd gevolgd. Hoewel het een goede zaak is dat de maximum toegestane huurstijging verankerd wordt, blijft de voorgestelde methodiek zorgen voor risico op afkalving van de koopkracht van huurders op de lange termijn. Daarom wil de fractie van GroenLinks-PvdA de wet zo aanpassen dat de systematiek in de aangepaste Wet Nijboer blijft gelden. De laagste van CAO-lonen en inflatie moet aangehouden worden, om er in extreme economische situaties voor te zorgen dat huurders niet tegen onevenredige huurverhogingen aanlopen. Dit amendement regelt daarom dat alle huren in de vrije sector meestijgen met de inflatie +1%, behalve als de inflatie hoger is dan de loonstijging: dan worden de CAO-lonen +1% gevolgd.
De Hoop Welzijn Grinwis