Ontvangen 19 december 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 2.000 (x € 1.000).
Dit amendement regelt extra middelen voor de bestrijding van mensenhandel.
Het gaat namelijk niet goed met de bestrijding van mensenhandel in Nederland. Hoewel mensenhandel een prioriteit is in de Nationale Veiligheidsagenda, blijft het aantal zaken dat de politie aanlevert bij het Openbaar Ministerie achter bij de al zeer voorzichtige ondergrens van 220 zaken per jaar. Uiteraard behelst de aanpak mensenhandel meer dan opsporing alleen, maar die urgentie komt op dit moment nog niet genoeg tot uiting in het programma Samen tegen mensenhandel. Dit programma voldoet op dit moment immers nog niet aan de door de Kamer gestelde voorwaarden, bijvoorbeeld op het gebied van criminele uitbuiting, technologie, en de aanpak van klanten. Ook blijkt uit signalen vanuit het veld en het herhaaldelijk niet behalen van de doelstellingen uit de Nationale Veiligheidsagenda dat dit programma steviger vormgegeven dient te worden. Dit amendement voorziet in de hiervoor benodigde financiële middelen.
Mensenhandel houdt nauw verband met andere vormen van ondermijnende criminaliteit. Op dit moment is er sprake van forse onderbesteding op de middelen voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Indieners zijn van mening dat de aanpak van ondermijnende criminaliteit dermate belangrijk is dat deze onderuitputting niet geheel dient vrij te vallen, maar dient te worden ingezet voor het tegengaan van mensenhandel. Daarom zetten zij 2 miljoen euro van deze onderuitputting (afkomstig van artikel 33) in ter dekking.
De indieners verzoeken deze middelen doormiddel van een kasschuif ter beschikking te stellen aan de begroting voor 2024. Daarnaast geven de indieners het kabinet in overweging in het vervolg deze middelen structureel te maken, bijvoorbeeld door de middelen voor ondermijningsbestrijding ook voor de aanpak van eveneens ondermijnende mensenhandel aan te wenden.
Grinwis Van der Lee Flach