Ontvangen 18 oktober 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel XXIII, onderdeel B, subonderdeel 2, onder a, wordt «€ 0,09900» vervangen door «€ 0,09899».
II
In artikel XXIII, onderdeel E, wordt vóór subonderdeel 1 een subonderdeel ingevoegd, luidende:
01. In het eerste lid wordt «€ 0,0005» vervangen door «10% van het tarief, genoemd in artikel 59, eerste lid, onderdeel c, vierde aandachtstreepje».
III
Na artikel XXIV worden negen artikelen ingevoegd, luidende:
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2025 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 59, eerste lid, onderdeel c, wordt het tarief, genoemd in het eerste aandachtstreepje, verlaagd met € 0,00002.
B
In artikel 60b, eerste lid, wordt «10%» vervangen door «20%».
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2026 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 59, eerste lid, onderdeel c, wordt het tarief, genoemd in het eerste aandachtstreepje, verlaagd met € 0,00002.
B
In artikel 60b, eerste lid, wordt «20%» vervangen door «30%».
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2027 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 59, eerste lid, onderdeel c, wordt het tarief, genoemd in het eerste aandachtstreepje, verlaagd met € 0,00003.
B
In artikel 60b, eerste lid, wordt «30%» vervangen door «40%».
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2028 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 59, eerste lid, onderdeel c, wordt het tarief, genoemd in het eerste aandachtstreepje, verlaagd met € 0,00005.
B
In artikel 60b, eerste lid, wordt «40%» vervangen door «50%».
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2029 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 59, eerste lid, onderdeel c, wordt het tarief, genoemd in het eerste aandachtstreepje, verlaagd met € 0,00005.
B
In artikel 60b, eerste lid, wordt «50%» vervangen door «60%».
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2030 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 59, eerste lid, onderdeel c, wordt het tarief, genoemd in het eerste aandachtstreepje, verlaagd met € 0,00020.
B
In artikel 60b, eerste lid, wordt «60%» vervangen door «70%».
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2031 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 59, eerste lid, onderdeel c, wordt het tarief, genoemd in het eerste aandachtstreepje, verlaagd met € 0,00005.
B
In artikel 60b, eerste lid, wordt «70%» vervangen door «80%».
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2032 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 59, eerste lid, onderdeel c, wordt het tarief, genoemd in het eerste aandachtstreepje, verlaagd met € 0,00008.
B
In artikel 60b, eerste lid, wordt «80%» vervangen door «90%».
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2033 als volgt gewijzigd:
A
Artikel 47, eerste lid, onderdeel w, vervalt, onder verlettering van de onderdelen x en y tot w en x.
B
In artikel 59, eerste lid, onderdeel c, wordt het tarief, genoemd in het eerste aandachtstreepje, verlaagd met € 0,00009.
C
Artikel 60b vervalt.
De verwachte budgettaire opbrengst van de maatregel is hieronder weergegeven. De opbrengst van de maatregel in 2024 is dermate laag dat deze afgerond € 0 miljoen is.
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
Struc. |
Struc. in mln. |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Budgettair in mln € |
0 |
1 |
1 |
2 |
12 |
2033 |
In de budgettaire raming is rekening gehouden met een groei van walstroom in de komende jaren. Daarnaast geldt vanaf 2030 een walstroomverplichting voor grotere containerschepen, cruiseschepen en roro-passagiersschepen (> 5.000 bruto tonnage). Dit leidt naar verwachting tot een grotere groei in dat jaar.
De opbrengst van de maatregel wordt ingezet voor een verlaging van het tarief in de (nieuwe) eerste schijf elektriciteit. Deze lastenverlichting komt voor circa 90% bij huishoudens terecht. De tariefverlaging bedraagt in 2024 € 0,00001 per kWh voor het verbruik tot 2.900 kWh.
Derogatie
Voor het verlaagde tarief voor walstroom heeft de Europese Raad op voorstel van de Europese Commissie een derogatie verleend.1 Deze derogatie is geldig van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2027. Binnen deze periode is het toegestaan om het verlaagde tarief toe te passen.2 Als een lidstaat het verlaagde tarief na afloop van de goedkeuringsperiode wil behouden, moet de lidstaat opnieuw derogatie aanvragen of de bestaande derogatie verlengen. Het voorgestelde amendement heeft betrekking op een periode na 30 juni 2027, wat betekent dat een nieuwe derogatieaanvraag of verlenging van de bestaande derogatie noodzakelijk is. Als de Europese Raad de aangevraagde derogatie niet verleent, moet de nationale wetgeving worden aangepast om in overeenstemming te zijn met de Europese wetgeving. In dat geval zou het verlaagde tarief voor walstroom moeten worden afgeschaft na 30 juni 2027, waardoor sommige voorgestelde wijzigingen, zoals het stapsgewijs afbouwen van het verlaagde tarief in de jaren daarna, niet kunnen worden doorgevoerd omdat er geen verlaagd tarief meer zou zijn.
Artikelsgewijs
Dit amendement regelt dat het verlaagde tarief voor walstroom dat is opgenomen in artikel 60b, eerste lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) jaarlijks van 2024 tot en met 2033 in tien stappen wordt verhoogd. Het walstroomtarief wordt door deze wijziging een percentage van het reguliere energiebelastingtarief op elektriciteit. Dit percentage neemt jaarlijks toe, van 10% in 2024 tot 90% in 2032 (onderdeel III, artikelen XXIVA-XXIVI). Met ingang van 1 januari 2033 is het tarief 100% van het reguliere tarief, dus kan artikel 60b Wbm komen te vervallen, evenals de definitie van walstroominstallatie in artikel 47, eerste lid, onderdeel w, Wbm (onderdeel III, artikel XXIVI).
De opbrengst van het afbouwen van het verlaagd walstroomtarief wordt aangewend voor de jaarlijkse verlaging van het energiebelastingtarief op elektriciteit in de eerste (nieuwe) schijf in artikel 59, eerste lid, onderdeel c, eerste aandachtsstreepje, Wbm van 2024 tot en met 2033 (onderdeel III, artikelen XXIVA-XXIVI).
Omtzigt