Voorgesteld 25 januari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de opgave om aan de CCR-regels te voldoen onevenredig groot is;
overwegende dat de huidige situatie waarbij individueel beroep moet worden gedaan op de hardheidsclausule in de praktijk betekent dat binnenvaartschippers en hun gezinnen in hun eentje moeten opboksen tegen Europese wet- en regelgeving;
overwegende dat dit veel onzekerheid meebrengt voor binnenvaartschippers en hun gezinnen;
verzoekt de regering de mogelijkheden voor een algemene regeling op internationaal niveau met betrekking tot de CCR-eisen voor kleine schepen te onderzoeken;
verzoekt het kabinet te bezien of bij de uitwerking van een mogelijke algemene regeling de technisch moeilijke uitvoerbaarheid en onevenredig hoge kosten meegenomen kunnen worden in de bepalingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Vedder
Van Zanten
Grinwis
Stoffer