Ontvangen 17 januari 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 01 Primair onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 5.000 (x € 1.000).
II
In artikel 01 Primair onderwijs wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 5.000 (x € 1.000) en wordt het uitgavenbedrag verhoogd met € 500 (x € 1.000).
De indieners stellen voor om voor een periode van 10 jaar jaarlijks 500.000 euro extra beschikbaar te stellen waarmee ouderorganisaties samen met leerkrachten, schoolleiders en bestuurders een organisatie op kunnen richten naar analogie van de Parent Teacher Association.
Bij een Parent Teacher Association (PTA) staat het gemeenschappelijke belang van ouders, leerkrachten, schoolleiders en bestuurders centraal, namelijk het kind. Binnen een PTA is het onder andere de bedoeling om weer inhoudelijk het gesprek te voeren. Dit om ervoor te zorgen dat er in plaats van de heersende deelbelangen een concentratie en afstemming van belangenbehartiging plaats gaat vinden en het kind weer centraal komt te staan. Een PTA is niet bedoeld als een uitwisseling van perspectieven om vervolgens een compromis te zoeken. Samen wordt nagedacht over wat goed is voor leerlingen en over wie welke rol daarin heeft. Het gaat dus uit van het principe dat er een gemeenschap nodig is rond het kind om gezamenlijk het kind groot te brengen. Denk hierbij aan de uitspraak «It takes a village to raise a child». Bij voorkeur gaat het op termijn om zowel een PTA op landelijk niveau als op regionaal en/of schoolniveau.
Een PTA is geen alternatief voor de verplichte medezeggenschap in de school. Of voor bijvoorbeeld de Stichting van het Onderwijs waarin alleen de werkgevers en werknemers in het onderwijs plaats nemen en waar bijvoorbeeld schoolleiders en ouders dus niet aan deelnemen. Een PTA bouwt een gemeenschap rond scholen om de verankering van het onderwijs in de samenleving te versterken, het contact te onderhouden over belangrijke inhoudelijke thema’s in het onderwijs en om projecten te starten die voor meerdere scholen nuttig kunnen zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan afstemming over het gebruik van digitale middelen, het verbeteren van de kwaliteit van schoolpleinen, samenwerking voor leesbevordering of het gesprek over de ontwikkeling van het curriculum. PTA’s kunnen daarbij ook een gesprekspartner voor de overheid worden en de legitimiteit van het beleid versterken. Overigens kennen internationale scholen in Nederland al een PTA. Het zou mooi zijn als dit ook uitwerking krijgt in het reguliere onderwijs.
De dekking van deze middelen kan gevonden worden in de 0,1% nog niet ingevuld/vrij te besteden midden van artikel 1 Primair onderwijs zoals aangegeven in tabel 18, bij «subsidie» en «opdrachten».
Krul Stoffer