Ontvangen 16 januari 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 11 Studiefinanciering worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 9.500 (x € 1.000).
II
In artikel 12 Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.000 (x € 1.000).
Sinds 2023 is er weer een basisbeurs voor 465.000 studenten. Bij de najaarsnota 2023 is besloten om de basisbeurs voor uitwonende studenten incidenteel te verhogen met 164,30 euro met het oog op de hoge inflatie en gestegen energieprijzen. Deze incidentele verhoging vervalt in september 2024. Dit betekent voor circa 200.000 studenten dat hun basisbeurs in september met 164,30 euro daalt. De indieners constateren dat de kosten om te studeren, een woning en boodschappen voor studenten structureel zijn gestegen. Zij willen daarom voorkomen dat de basisbeurs daalt. Het normbedrag studiefinanciering sluit daardoor aan bij het advies van het SER-jongerenplatform «Studeren zonder druk».
De indieners verzoeken de regering daarom de normbedragen studiefinanciering voor het studiejaar 2024–2025 te verhogen per AmvB op basis van artikel 3.18b van de Wet Studiefinanciering 2000 en de hoogte van de basisbeurs voor uitwonende studenten te handhaven. Dit om de koopkrachtmaatregel gedurende het studiejaar 2024–2025 dusdanig te verhogen dat studenten gedurende dat studiejaar een totaal bedrag aan uitwonende basisbeurs en koopkrachtmaatregel blijven ontvangen dat zij nu (januari 2024) ook ontvangen. Voor ho-studenten komt dit uit op € 466,69 per maand en voor mbo-studenten op € 490,46. Dit kost in totaal 470 miljoen, waarbij ook rekening is gehouden met implementatie van de maatregel voor uitwonende scholieren. Hierbij wordt de geldende koopkrachtmaatregel t.w.v. 164,30 euro per maand doorgetrokken tot december 2024, en vanaf januari 2025 vervangen door een nieuwe koopkrachtmaatregel t.w.v. 164,30 minus het bedrag waarmee de uitwonende basisbeurs per 1 januari 2025 wordt geïndexeerd.
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
buiten periode |
Totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 11 |
9.500 |
15.000 |
34.500 |
90.000 |
106.000 |
108.500 |
104.000 |
|
Artikel 12 |
1.000 |
1.500 |
||||||
Totaal |
10.500 |
16.500 |
34.500 |
90.000 |
106.000 |
108.500 |
104.000 |
470.000 |
Dit zijn de relevante kosten om het totale bedrag voor de basisbeurs uitwonend en de koopkrachtmaatregel voor mbo-bol, ho en de wtos voor één studiejaar te verhogen naar de huidige bedragen (normbedrag bb/wtos januari 2024 + € 164,30), rekening houdend met een indexatie op 1-1-2025 van circa 3,8% conform de voorlopige CBS-cijfers. Deze raming is gebaseerd is op studentenaantallen uit de referentieraming 2023.
Dekking van het amendement wordt gevonden op de Aanvullende Post Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur. Dit amendement verzoekt de regering de middelen voor het jaar 2024 met € 10,5 miljoen te verlagen en verzoekt de regering aankomende begrotingen de verlaging in lijn met de tabel door te voeren. De middelen die bedoeld zijn voor maatregelen die op korte termijn stikstof reduceren of bedoeld zijn voor natuurherstel en -uitbreiding blijven onaangetast. Overige categorieën bieden de ruimte om de totale incidentele verhoging van de basisbeurs van € 470 miljoen volledig te dekken.
Paternotte Beckerman