Ontvangen 23 januari 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 13 Spoorwegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 40.000 (x € 1.000).
II
In artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk wordt het ontvangstenbedrag verhoogd met € 40.000 (x € 1.000).
Dit amendement stelt de benodigde resterende middelen beschikbaar om de volledige aanpak van het spoorknooppunt bij Meppel te realiseren. Bij de begroting van 2023 is per amendement Minhas/Van Ginniken (36 200-A-49) reeds € 35 mln. beschikbaar gesteld voor een eerste stap in het verbeteren van de spoor- en perroncapaciteit bij Meppel. In het BO MIRT van november 2023 hebben Rijk en regio het belang en de urgentie van de aanpak van het spoorknooppunt Zwolle-Meppel benadrukt, maar erkennen dat de beschikbaar gestelde € 35 mln. niet voldoende is om de «flessenhals» tussen Zwolle en Meppel aan te pakken. Voor meer en snellere treinen en minder verstoringen bij het spoorknooppunt Zwolle-Meppel is een investering nodig van minimaal € 75 miljoen. Dit amendement stelt de benodigde € 40 mln. extra beschikbaar om het spoorknooppunt Zwolle-Meppel goed en volledig aan te pakken.
De dekking voor dit amendement wordt gevonden in de meevaller uit de Beschikbaarheidsvergoeding OV 2022. Deze beschikbaarheidsvergoeding betreft een regeling op nacalculatiebasis. Inmiddels is duidelijk dat de beschikbaarheidsvergoeding voor een aantal ontvangende partijen lager vastgesteld zal worden dan het voorschot dat zij reeds ontvangen hebben. In totaal gaat het om een meevaller van € 46,6 miljoen. In een gelijktijdig door indieners ingediend amendement op de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (36 410-XII) is voorzien in de overboeking van de middelen vanaf de departementale begroting naar de begroting van het Mobiliteitsfonds.
Grinwis De Hoop Vedder Bamenga O. van Dijk Veltman Eerdmans Van Zanten