Ontvangen 3 juli 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 193a in de definitie van tijdelijke nieuwkomersvoorziening na «basisschool» ingevoegd «of een basisschool».
II
In artikel I, onderdeel B, wordt het voorgestelde artikel 193c als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «Overlegplicht» vervangen door «Overleg- en zorgplicht».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien het in het eerste lid bedoelde overleg niet leidt tot afspraken over de wijze waarop wordt voorzien in voldoende onderwijsplaatsen voor nieuwkomers, draagt het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders heeft bepaald en, indien de raad dit besluit, met inachtneming van door hem te stellen regelen, zorg voor het inrichten van tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen.
III
In artikel I, onderdeel B, wordt na het voorgestelde artikel 193c een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het bevoegd gezag kan, ter uitvoering van de afspraken bedoeld in artikel 193c, eerste lid, een tijdelijke nieuwkomersvoorziening inrichten, indien:
a. in de gemeente niet voor iedere nieuwkomer in basisonderwijs kan worden voorzien; of
b. door de inrichting van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening op doelmatigere wijze kan worden voorzien in het onderwijs aan nieuwkomers in een aangrenzende gemeente.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op een school waarvan de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is als bedoeld in artikel 10a, eerste en vierde lid.
IV
In artikel I, onderdeel B, vervalt de voorgestelde afdeling 2, paragraaf 3.
V
In artikel I, onderdeel B, wordt het voorgestelde artikel 193k als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorts, zo nodig in afwijking van hetgeen bij of krachtens de artikelen 74 tot en met 77 en 84 tot en met 85 van deze wet is bepaald, regels worden gesteld over de voorwaarden waaronder ingevolge artikel 193c, tweede lid, zorg wordt gedragen voor het inrichten van tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen;
VI
In artikel II, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 9.3a in de definitie van tijdelijke nieuwkomersvoorziening na «praktijkonderwijs,» ingevoegd «of een school»
VII
In artikel II, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 9.3c als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «Overlegplicht» vervangen door «Overleg- en zorgplicht».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien het in het eerste lid bedoelde overleg niet leidt tot afspraken over de wijze waarop wordt voorzien in voldoende onderwijsplaatsen voor nieuwkomers, draagt het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders heeft bepaald en, indien de raad dit besluit, met inachtneming van door hem te stellen regelen, zorg voor het inrichten van tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen.
VIII
In artikel II, onderdeel A, wordt na artikel 9.3c een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het bevoegd gezag kan, ter uitvoering van de afspraken bedoeld in artikel 9.3c, eerste lid, een tijdelijke nieuwkomersvoorziening inrichten, indien:
a. in de gemeente niet voor iedere nieuwkomer in voortgezet onderwijs kan worden voorzien; of
b. door de inrichting van een tijdelijke nieuwkomersvoorziening op doelmatiger wijze kan worden voorzien in het onderwijs aan nieuwkomers in een aangrenzende gemeente.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op een school waarvan de kwaliteit van het onderwijs zeer zwak is als bedoeld in artikel 2.94, eerste en derde lid.
IX
In artikel II, onderdeel A, vervallen de voorgestelde artikelen 9.3d tot en met 9.3f.
X
In artikel II, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 9.3l als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorts, zo nodig in afwijking van hetgeen bij of krachtens de artikelen 4.2, en 4.5 tot en met 4.10 van deze wet is bepaald, regels worden gesteld over de voorwaarden waaronder het college van burgemeester en wethouders ingevolge artikel 3.9c, tweede lid, zorg wordt gedragen voor het inrichten van tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen;
Ondergetekende vindt het belangrijk dat het wetsvoorstel zoveel mogelijk aansluit bij de tijdelijke onderwijsvoorzieningen die reeds voor Oekraïense leerlingen zijn geregeld. Door gemeenten, vertegenwoordigers van het onderwijs en de Afdeling advisering van de Raad van State wordt bezwaar gemaakt tegen het doorkruisen van de bestaande verantwoordelijkheidsverdeling, zonder dat sprake is van een duidelijke noodzaak. De initiatiefnemer schrapt met dit amendement daarom de toestemmingsprocedure en de ministeriële aanwijzing en kiest ervoor ook hier de bestaande meldplicht te hanteren.
Het amendement bepaalt dat het bevoegd gezag een tijdelijke nieuwkomersvoorziening mag inrichten wanneer dat in overeenstemming is met de afspraken die in het overleg tussen de gemeente(n) en de bevoegde gezagen gemaakt zijn. De inhoudelijke voorwaarden hiervoor blijven ongewijzigd ten opzichte van het wetsvoorstel. Het bevoegd gezag kan zowel het openbaar onderwijs als het bijzonder onderwijs betreffen.
Het college is niet verplicht zelf voorzieningen in te richten, maar kan ook een bestaande of nieuwe stichting gebruiken of een speciaal orgaan daarmee belasten. De gemeenteraad is bevoegd hierover kaders te stellen.
Als gevolg van het schrappen van de bijzondere rol van de Minister is de speciale regierol ter uitvoering de ambtshalve aanwijzing overbodig. Dit amendement versterkt echter de regierol van de gemeente door naast de overlegplicht ook de zorgplicht van de gemeente voor voldoende onderwijsplaatsen te verankeren. Deze zorgplicht houdt in dat de gemeente zelf tijdelijke onderwijsvoorzieningen inricht of laat inrichten als het overleg met de bevoegde gezagen tot onvoldoende resultaten leidt. Alle bestuurlijke varianten uit de huidige wetgeving staan daarbij open en de onderwijsvoorziening is niet op voorhand beperkt tot een nevenvestiging.
De indiener meent dat ook als het gaat om de instroom van vreemdelingen de gemeente bij uitstek een bijzondere, grondwettelijke verantwoordelijkheid draagt voor de beschikbaarheid van voldoende onderwijsaanbod. Het amendement stelt daarbij het college van burgemeester en wethouders centraal, maar op grond van de huidige wetgeving kan de gemeenteraad als hoogste orgaan afwijken van dit uitgangspunt.
De gemeente heeft doorgaans meer mogelijkheden om snel te werken aan het inrichten van nieuwkomersvoorzieningen. Die route werkt sneller en beter dan het inzetten van dwang. Om zoveel mogelijk maatwerk en snelheid mogelijk te maken, regelt het amendement dat ten behoeve van het inrichten van tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen door de gemeente bij algemene maatregel van bestuur kan worden afgeweken van de reguliere bepalingen inzake de stichting en bekostiging van scholen.
Bisschop