Ontvangen 6 juli 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 2, tweede lid, wordt in de aanhef na «te beperken» ingevoegd «en om bij te dragen aan een rechtvaardige klimaattransitie».
II
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Onze Minister zal ten behoeve van het opstellen van het meerjarenprogramma experts laten reflecteren op de sociaaleconomische gevolgen.
De klimaattransitie zal eerlijk zijn of zal niet zijn. Klimaatverandering bedreigt onze manier van leven. Om onze klimaatdoelen te halen is versnelling geboden. Tegelijkertijd is de klimaattransitie ingrijpend en mogen we de rechtvaardigheid van die transitie niet uit het oog verliezen. Er zijn immers meerdere wegen die naar Parijs leiden.
Nu is er nog te vaak te weinig aandacht voor de rechtvaardigheid van de klimaattransitie.
Recent nog concludeerde de WRR dat rechtvaardigheid een prominentere en geïnstitutionaliseerde plek moet krijgen in de ontwikkeling van het klimaatbeleid, en dat dit een centrale overweging moet zijn in het opstellen van klimaatmaatregelen. De indieners zijn daarom van mening dat rechtvaardigheid ook expliciet moet worden opgenomen in de wetsdoelstelling. Het is daarom van belang dat de fondsbeheerder uitgaven uit het fonds expliciet beoordeelt op basis van rechtvaardigheid, ten minste op pakketniveau. Daarvoor zal het kabinet experts laten reflecteren op de sociaaleconomische gevolgen van het voorgestelde Meerjarenprogramma in lijn met de rechtvaardigheidsprincipes uit het WRR-rapport over klimaatrechtvaardigheid en deze reflectie de Kamer samen met het Meerjarenprogramma doen toekomen.
Thijssen Kröger