Voorgesteld 1 december 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat werken in zware beroepen zoals de zorg te belastend is voor een voltijdbaan;
constaterende dat thuiswerken voor gezinnen een uitkomst is, maar slechts voor een deel van de werkenden mogelijk is;
overwegende dat werken in deeltijd meer kan inhouden dan de wens om relaxed bij het aanrecht rond te hangen, bijvoorbeeld vanwege mantelzorg;
overwegende dat de sociale dimensie waardevol genoeg is om deeltijdwerken genuanceerder te benaderen dan puur vanuit de invalshoek van geld;
roept het kabinet op om er bij het arbeidsmarktbeleid rekening mee te houden dat werken in deeltijd een legitieme, persoonlijke keuze is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Pouw-Verweij
Van der Plas
Stoffer