Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 21 november 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de nieuwe Wet inburgering als doel heeft dat inburgeringsplichtigen snel en volwaardig meedoen in de Nederlandse maatschappij en dat een tijdige start van de inburgering hiervoor een randvoorwaarde is;
constaterende dat tekortkomingen van de overheid op het gebied van huisvesting ertoe leiden dat statushouders gemiddeld vijf maanden na het verkrijgen van een vergunning in een opvang verblijven;
overwegende dat de uren van het programma Voorbereiding op inburgering van het COA niet meer aansluiten bij deze realiteit;
verzoekt de regering om op korte termijn opties uit te werken voor het voortzetten van de inburgering in de opvang, waaronder het uitbreiden van het programma Voorbereiding op inburgering, zodat inburgeraars niet de dupe worden van de tekortkomingen van de overheid in de uitvoering,
en gaat over tot de orde van de dag.
Maatoug