Ontvangen 6 oktober 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 3 Woningmarkt van de begrotingsstaat worden het verplichtingen- en uitgavenbedrag verhoogd met € 2.228.571 (x € 1.000).
Dit amendement reserveert budget voor het deel van de per 1 november 2022 door te voeren verlaging van de sociale huren met 15 procent dat op 2023 betrekking heeft. (Zie amendement bij wetsvoorstel 36 183). Indiener beoogt hiermee de koopkracht van burgers te verbeteren en hen te compenseren voor de gestegen huren. Het betreft een tijdelijke verlaging tot 1 januari 2024. Verhuurders worden gecompenseerd. De kosten hiervan bedragen in totaal 2,6 miljard. Voor twee maanden is hiervoor geld toebedeeld via het amendement bij wetsvoorstel 36 183. Voor de overige twaalf maanden regelt dit amendement de benodigde middelen voor een subsidieregeling. Voor 2023 betreft dit ruim 2,2 miljard. Voor de compensatie van de verhuurders wordt de dekking meerjarig gevonden in de miljarden die vrijkomen door de afschaffing van het stikstofbeleid; de middelen voor het Transitiefonds landelijk gebied en natuur (het «stikstoffonds»). Indien dit niet mogelijk blijkt te zijn, verzoekt de indiener de regering om aan de Kamer voorstellen te doen ter dekking van deze maatregel.
T. van Dijck