Ontvangen 7 november 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 3 Woningmarkt worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 10.000 (x € 1.000).
II
In artikel 3 Woningmarkt worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 10.000 (x € 1.000).
Dit amendement regelt dat er extra geld beschikbaar wordt gesteld voor de flexpools in 2023. De flexpools van de rijksoverheid stellen medeoverheden in de gelegenheid om te worden ondersteund met een flexibele inzet van capaciteit en expertise, op het gebied van geluid, bodem, water en stikstof, in de planvorming en vergunningverlening van woningbouwprojecten en gebiedsontwikkelingen. Het Rijk dient voor een juiste verdeling van deze ambtelijke capaciteit over de verschillende medeoverheden te zorgen. Met dit amendement wordt beoogd om de snelheid te bevorderen in de voorfase van woningbouwprojecten. De voorbereidende werkzaamheden voor woningbouwprojecten zijn vaak divers en complex. Soms ontbreekt het gemeenten aan het tijdig in huis hebben van de juiste expertises of ontbreekt het aan de financiële middelen om deze in te huren. Met de inzet van flexpools ondersteunen medeoverheden de snelheid in het daadwerkelijk komen tot woningbouwprojecten van marktpartijen. Ook mede gelet op de recente uitspraak van de Afdeling advisering van de Raad van State ten aanzien van de Porthos-zaak is het bestrijden van het tekort aan ambtelijke capaciteit zeer noodzakelijk en essentieel.
Het kabinet heeft voor de jaren 2022 en 2023 in totaal € 40 miljoen beschikbaar gesteld voor de flexpools. Gezien de grote woningbouwopgave en het geschatte tekort aan ambtelijke capaciteit om dit mogelijk te maken, is het van belang dat er voor 2023 ook extra ambtenaren kunnen worden ingezet vanuit de flexpools, zodat de aanvragen vanuit bijvoorbeeld gemeenten daadwerkelijk kunnen worden gehonoreerd. Dit amendement regelt daarom dat de flexpools voor 2023 worden aangevuld met € 10 miljoen vanuit de beschikbare gelden voor de woningbouwimpuls.
Peter de Groot Boulakjar Geurts Grinwis