Ontvangen 21 oktober 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 3 Woningmarkt worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 242 500 (x € 1.000).
De indiener vindt dat een hervorming van de huurtoeslag, die een verbetering van de bestaande situatie zou moeten opleveren, niet ten koste van anderen mag gaan die tot dezelfde groep van huurtoeslagontvangers behoort. Volgens de impact-analyse van het Nibud zal het percentage huurtoeslagontvangers dat de minimaal onvermijdbare uitgaven niet kan betalen groeien van 38% naar 64%. Dat komt neer op bijna 1 miljoen huishoudens. De hervorming van de huurtoeslag levert dus een verslechtering van de betaalbaarheid voor een zeer grote groep huishoudens op. De huidige energieprijzen en hoge inflatie maken dat een verslechtering van de betaalbaarheid van sociale huurwoningen voor nog meer grote negatieve gevolgen kan zorgen zoals betalingsachterstanden en huisuitzettingen. Deze hervorming van de huurtoeslag zal leiden tot een verdere afbraak van de sociale huursector terwijl het juist heel hard nodig is om deze sector te versterken na vele jaren van afbraak. De huishoudens die door de hervorming van de huurtoeslag negatief geraakt worden en buiten de boot vallen voor de eenmalige huurverlaging dienen daarom gecompenseerd te worden.
De eenmalige huurverlaging in 2023 naar 550 euro geldt nu alleen voor huurders met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum. De leden van de SP-fractie wensen ook huurders met een inkomen boven de 120% van het sociaal minimum mee te nemen in de eenmalige huurverlaging.
Volgens het Nibud gaat het om 421.000 huishoudens. Zij betalen volgens het Nibud nu gemiddeld 48 euro per maand meer dan de eenmalige huurverlaging naar 550 euro (van 598 naar 550 euro).
De berekening is dan als volgt: 421.000 huishoudens x 48 euro per maand = 242.496.000 euro per jaar (afgerond 242,5 miljoen euro)
Dekking voor het amendement wordt gevonden middels een amendement op het Belastingplan dat de tweede schijf van de vennootschapsbelasting verhoogt en een derde tariefschijf in de vennootschapsbelasting invoert.
Beckerman