Voorgesteld 12 oktober 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Raad van State een kwalijke rol heeft gespeeld in de toeslagenaffaire;
overwegende dat oud-president van de Hoge Raad Corstens als president en wederom ook als oud-president heeft gezegd dat de rechtsprekende functie van de Raad van State dient te verdwijnen;
overwegende dat de Raad van State twee functies kent die in principe niet verenigbaar zijn, namelijk hoogste bestuursrechter en adviseur van de regering;
overwegende dat de in het verleden bedachte oplossing om de rechtsprekende en de adviserende functie organisatorisch volledig van elkaar te scheiden onvoldoende is;
verzoekt de regering om een onderzoek te laten uitvoeren met als doel om te kijken of de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ondergebracht zou kunnen worden bij een ander rechtscollege, zoals het gerechtshof,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Houwelingen