Ontvangen 22 maart 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 3.29g, vierde lid, «Een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen percentage» vervangen door «Ten minste tachtig procent».
De indieners achten het wenselijk om de algemene maatregel van bestuur ten opzichte van het aandeel onafhankelijke producties te vervangen in onderhavig wetsvoorstel door een minimumpercentage van 80%. Een minimumpercentage van 80% ten behoeve van onafhankelijke producenten versterkt het doel van onderhavig wetsvoorstel. Het voorgenoemde minimumpercentage achten de indieners redelijk aangezien commerciële mediadiensten nog steeds verreweg het merendeel van hun aanbod naar eigen inzicht kunnen besteden. Het minimumpercentage heeft immers alleen betrekking op het aandeel dat valt onder de investeringsverplichting. Bovendien is, gelet op het doel van de investeringsverplichting, een minimumpercentage van 80% aan onafhankelijke producties en producenten ook passend. De investeringsverplichting moet immers ook een substantiële impuls geven aan de Nederlandse audiovisuele culturele sector. De memorie van toelichting stelt dat de investeringsverplichting «ook een positief effect» moet hebben «op de positie van producenten en andere makers».
De indieners willen met dit amendement voorkomen dat commerciële mediadiensten alleen nog producties in opdracht laten maken zonder de rechten en opbrengsten te delen of zelf productiehuizen oprichten om aan de investeringsverplichting te voldoen. Wanneer die situatie zich zou voordoen heeft onderhavig wetsvoorstel namelijk niet het gewenste positieve effect op de pluriformiteit en diversiteit van het aanbod van Nederlandse speelfilms, documentaires en series, noch op de positie van reeds bestaande Nederlandse producenten en makers.
Westerveld Mohandis