Voorgesteld 22 februari 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onderzoek blijkt dat er in Utrecht in 96,7% van de gevallen een of meerdere redenen zijn waarom de huurprijs op basis van de huurprijsregelgeving aangepast zou moeten worden;
constaterende dat uit de huurenquête van het CBS de indicatie volgt dat in de jaren 2017 tot en met 2020 rond de 20% van de particuliere huurwoningen in de gereguleerde sector verhuurd wordt voor een prijs die boven het WWS-maximum ligt dat voor die betreffende woningen geldt;
constaterende dat alleen al op basis van onterecht te hoge huurprijzen tienduizenden meldingen te verwachten zijn;
overwegende dat ongewenst verhuurgedrag niet alleen bestaat uit te hoge huurprijzen, maar ook uit discriminatie, intimidatie, achterstallig onderhoud, huisvredebreuk, overbewoning et cetera;
overwegende dat de aanpak van ongewenst verhuurgedrag staat of valt met voldoende handhavingscapaciteit;
overwegende dat informatieplicht over en oneigenlijk gebruik van servicekosten ook tot extra handhaving kunnen leiden;
verzoekt de regering te regelen dat handhaving en naleving toereikend zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
Beckerman