Ontvangen 31 oktober 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 7, vierde lid, wordt «binnen tien jaar» vervangen door «binnen drie jaar».
Dit amendement verkort het mogelijke overgangsrecht voor bestaande verblijfruimten van 10 jaar naar 3 jaar. Arbeidsmigranten verblijven vaak in erbarmelijke omstandigheden. Vaak worden ze te duur en met te veel personen op een te klein oppervlak gehuisvest. In onderhavig wetsvoorstel worden nieuwe eisen gesteld aan het aantal personen per verblijfsruimte voor arbeidsmigranten. Voor nieuwe locaties gaat deze eis meteen gelden, maar voor bestaande locaties kan een overgangstermijn van 10 jaar worden bepaald. Dit is volgens indiener veel te lang. De mistanden vinden plaats in bestaande locaties en het mag niet zo zijn dat dit 10 jaar lang doorgang kan vinden. Blijkens de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is bij die termijn rekening gehouden met de gemiddelde investerings-cyclus en terugverdientermijn. Indiener vindt die onderbouwing ondeugdelijk. Door de enorme rendementen die verhuurders hebben behaald en behalen, is de terugverdientijd vaak erg kort en reeds behaald. Ook is indiener niet van mening dat er veel verbouwd moet worden om de locaties passend te maken. De nieuwe eis is een persoon per kamer. Wat nodig is, zijn minder personen per kamer om aan minimum leefbaarheidseisen te voldoen. Daarvoor is geen overgangsrecht van 10 jaar nodig. Voorts wil indiener opmerken dat er een prikkel in de huidige wet zit om een verblijfsruimte niet te verbouwen omdat wanneer dit geschiedt de nieuwe regels gaan gelden. In de praktijk zal een eventuele verbouwing tot het uiterste worden uitgesteld met alle gevolgen van dien voor arbeidsmigranten.
Nijboer