Ontvangen 10 juni 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Ten aanzien van een zelfstandige woning als bedoeld in artikel 234 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek waarvan bij de aanvang van de bewoning een huurprijs gold of geldt, die, indien nodig herleid tot een bedrag per jaar, hoger is dan het krachtens artikel 3, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte vastgesteld bedrag, wordt de huurprijs geldend op 30 juni 2022 van rechtswege verlaagd met 10 procent per 1 juli 2022. De verlaging laat onverlet de wettelijke dan wel reeds overeengekomen verhogingen of verlagingen tussen 1 juli 2022 en 31 december 2022.
2. De verlaging, bedoeld in het eerste lid, vervalt met ingang van 1 januari 2023.
II
In artikel 3 Woningmarkt van de begrotingsstaat worden het verplichtingen- en uitgavenbedrag verhoogd met € 750.000 (x € 1.000).
Woonruimte is een primaire levensbehoefte van de mens. Woonruimte dient betaalbaar te zijn. Indiener beoogt met dit amendement de woonlasten voor sociale huurwoningen met 10% te verlagen.
Dit amendement regelt ten eerste dat van rechtswege de huren in de sociale sector worden verlaagd met 10% per 1 juli 2022. Daarnaast zorgt dit amendement ervoor dat vanaf 1 juli 2022 tot en met 31 december 2022 een bedrag beschikbaar is voor de verhuurders van deze woningen ten einde de beoogde huurverlaging te bewerkstelligen. De Minister dient hiervoor zo spoedig mogelijk een subsidieregeling voor op te stellen.
Het bedrag ten behoeve van de verlaging van de sociale huren wordt gesteld op 750 miljoen euro. De dekking hiervoor wordt gevonden in de gelden van het Stikstoffonds en Klimaatfonds.
Wilders