Ontvangen 15 juni 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I vervalt.
II
Artikel II vervalt.
III
Artikel III vervalt.
IV
Voor artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
V
Voor artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
VI
Artikel IX wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt voor onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
0a. artikel AIV terugwerkt tot en met 1 januari 2022;
2. In het tweede lid wordt onderdeel a vervangen door:
a. zij ten aanzien van artikel AIV terugwerkt tot en met 1 januari 2022.
Dit amendement regelt een eenmalige verdere verhoging van de belastingvermindering in de energiebelasting, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2022. Ter dekking regelt dit amendement dat de tijdelijke BTW-verlaging op energie vervalt. Deze BTW-verlaging is generiek, en het voordeel hangt daarmee af van het energiegebruik. In het oorspronkelijke voorstel geldt dan ook: hoe meer energie een huishouden verbruikt, hoe meer profijt een huishouden heeft.
Daardoor acht de indiener het zeer waarschijnlijk dat met name hoge(re) inkomens profiteren van de tariefsverlaging. Terwijl de indiener de voorkeur heeft dat juist lage en middeninkomens meer profiteren van het compensatiepakket in het wetsvoorstel. Ook wijst de indiener erop dat de kosten van de tariefsverlaging op enig moment voor rekening van huishoudens en/of bedrijven komen. Doordat met name huishoudens met een hoger energieverbruik profiteren van de maatregel, vindt er dus feitelijk een verschuiving van lage en middeninkomens naar hoge inkomens plaats.
Met dit amendement wordt een meer gerichte compensatie geboden. Elk huishouden, ongeacht energiegebruik, ontvangt dezelfde compensatie. Doordat de energierekening van lage en middeninkomens gemiddeld lager is dan van hoge inkomens, profiteren lage en middeninkomens relatief meer.
Het kabinet is in een Kamerbrief ingegaan op de uitvoeringsaspecten van het verhogen van de belastingvermindering in de energiebelasting. (Kamerstuk 39 925, nr. 112) Hieruit blijkt dat dit amendement voor de Belastingdienst uitvoerbaar is, waarmee een eerder belangrijk argument van het kabinet tegen deze verhoging weggenomen is. In de brief wordt tevens genoemd dat de verhoging voor de energieleveranciers lastig uitvoerbaar is. De indiener is echter van mening dat extra uitvoeringskosten van energieleveranciers niet opwegen tegen de grote financiële problemen waar veel huishoudens mee kampen.
Ten slotte wijst de indiener op het feit dat de belastingvermindering volledig verzilverbaar is, ongeacht de hoogte van de te betalen belasting. Kortom, ook indien huishoudens minder belasting op energie af moeten dragen dan de hoogte van de belastingvermindering, profiteren zij van de voorgestelde maatregel in het amendement.
Stoffer