Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 17 november 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er in de winter van 2020–2021 bij de sluiting van niet-essentiële detailhandel onduidelijkheid was wanneer een winkel wel (gedeeltelijk) open mocht zijn en wanneer niet;
overwegende dat er bij de eventuele inzet van het CTB nu vergelijkbare situaties kunnen ontstaan;
verzoekt de regering de evaluatie van het sluiten van niet-essentiële detailhandel tijdens de lockdown naar de Kamer toe te sturen en op te sommen welke lessen worden meegenomen in het geval dat het CTB bij niet-essentiële detailhandel wordt ingezet,
en gaat over tot de orde van de dag.
Paternotte
Aukje de Vries