Ontvangen 9 november 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel XXIIA worden voor onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:
aA
Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot tweede tot en met vierde lid.
2. In het derde lid (nieuw) wordt «eerste tot en met derde lid» vervangen door «eerste en tweede lid».
bA
In artikel 45, eerste lid, wordt «artikel 44, eerste tot en met derde lid» vervangen door «artikel 44, eerste en tweede lid».
Met dit amendement wordt de vrijstelling van kolenbelasting voor het verbruik van kolen voor elektriciteitsopwekking afgeschaft. Verrassend genoeg werd de in 2013 afgeschafte vrijstelling op 31 december 2015 opnieuw geïntroduceerd als compensatie voor het sluiten van kolencentrales. Dit was niet logisch, omdat het fiscaal stimuleren van het gebruik van kolen niet binnen de energietransitie past. Inmiddels is de klimaatcrisis ook verergerd, getuige het laatste IPCC-rapport, en zijn er ook aanvullende maatregelen genomen om kolen uit te faseren, zoals het verbod op kolen bij elektriciteitsopwekking en de extra reductiemaatregelen. Het in stand houden van de vrijstelling op kolenbelasting past niet bij deze inzet. Het Urgendadoel is niet gebaat bij de vrijstelling op kolenbelasting. Bovendien gaat het er een verkeerd en verwarrend signaal vanuit. Het in stand houden van de vrijstelling op kolenbelasting kost daarnaast veel belastinggeld. De budgettaire opbrengst die met dit voorstel gemoeid is bedraagt in 2023 € 85 miljoen.
Van Raan