Ontvangen 8 november 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel IX wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In de Wet bankenbelasting wordt artikel 10 als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «0,044%» met 0,146 procentpunt verhoogd.
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «0,022%» met 0,078 procentpunt verhoogd.
Dit amendement regelt – uitgaande van de tarieven zoals deze ingevolge het Belastingplan 2021 per 1 januari 2022 komen te luiden – dat per 1 januari 2022 het tarief van de bankenbelasting over het deel van het belastbare bedrag dat betrekking heeft op kortlopende schulden wordt verhoogd naar 0,19%, alsmede het tarief over het deel van het belastbare bedrag dat betrekking heeft op langlopende schulden wordt verhoogd naar 0,10%. Dit amendement leidt tot een structurele (meer)opbrengst van € 1.500 miljoen vanaf 2022.
Dit amendement dient tevens ter gedeeltelijke dekking (500 miljoen) van amendement 35 925 XIII, nr. 13 van het lid Beckerman dat 1 miljard euro vrijmaakt voor een crisisaanpak die er voor zorgt dat gedupeerden van de gaswinning in Groningen allemaal rechtvaardig gecompenseerd worden en een veilig huis krijgen, en ter dekking van amendement 35 925 B, nr. 10 van het lid Leijten dat 1 miljard euro beschikbaar stelt voor gemeenten.
Alkaya